33 118 Omgevingsrecht

33 962 Regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)

Nr. 38 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2016

Met belangstelling heb ik kennis genomen van de feitelijke vragen over het ontwerp van het Omgevingsbesluit en de beleidsbrief over de Invoeringswet Omgevingswet. Beiden zijn belangrijke onderdelen van de verdere uitwerking van de stelselherziening van het omgevingsrecht. Hierbij ontvangt u de antwoorden op de gestelde vragen (Kamerstuk 33 118, nr. 39 en Kamerstuk 33 962, nr. 190).

Op verzoek van de Eerste Kamer zal ik de antwoorden op de schriftelijke vragen over het ontwerp-Omgevingsbesluit ook toesturen aan de Eerste Kamer.

Ik dank de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu dat zij de voorbereiding voortvarend ter hand heeft genomen, onder meer door het organiseren van technische briefings en het houden van een rondetafelbijeenkomst over de ontwerp-AMvB’s op grond van de Omgevingswet. Op die manier krijgt de zorgvuldige behandeling van de Omgevingswet, met brede betrokkenheid van diverse maatschappelijke organisaties, een vervolg bij deze onderdelen van de stelselherziening.

Vervolgproces

Inmiddels heeft uw Commissie de feitelijke vragen ingediend over de drie andere ontwerp-AMvB’s op grond van de Omgevingswet die nu in uw Kamer in het kader van de voorhangprocedure voorliggen. Die vragen zullen afzonderlijk worden beantwoord. Eerder heb ik u toegezegd nog een brief te sturen over de hoofdpunten uit de consultatie van de ontwerp-AMvB’s, en de voorgenomen verwerking van het kabinet daarvan. Deze brief verwacht ik u medio november te kunnen sturen. Na het nota-overleg en overleg met de Eerste Kamer zullen de ontwerp-AMvB’s worden aangepast aan de uitkomsten van de consultatie, toetsing en behandeling in het parlement. Vervolgens worden de ontwerp-AMvB’s voor advies aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

De Invoeringswet verkeert in een andere fase van uitwerking en procedure dan de ontwerp-AMvB’s. In de brief van 19 mei 20161 zijn de voorgenomen opzet van het wetsvoorstel en de belangrijkste onderwerpen beschreven. De bijgaande antwoorden op de vragen die uw Commissie naar aanleiding daarvan heeft gesteld, kunnen worden betrokken bij het geplande nota-overleg op 19 december aanstaande. Vervolgens zal een ontwerp-wetsvoorstel voor consultatie op internet worden gepubliceerd, zodat een ieder daarover zienswijzen kan indienen. Ook zullen dan de gebruikelijke toetsen plaatsvinden. Na verwerking daarvan zal het voorstel voor advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden aangeboden, waarna het wetsvoorstel bij uw Kamer zal worden ingediend. In die fase volgt nog een volledige inhoudelijke behandeling van het wetsvoorstel.

In onderstaand schema is de planning van de verschillende wetgevingssporen weergegeven. Daarin is ook zichtbaar wanneer bij benadering de Tweede Kamer aan zet zal zijn bij de verschillende ontwerpwetgeving. Deze planning heb ik u eerder bij brief van 1 oktober 20142 doen toekomen.

Leeswijzer

Net als de vragen zijn de antwoorden in twee documenten opgenomen, één met de antwoorden van de vragen over het ontwerp-Omgevingsbesluit en één met de antwoorden op de vragen over de beleidsbrief over de Invoeringswet. Bij de beantwoording is de volgorde en nummering van de vragen aangehouden.

Een aantal vragen gaat over de werking van de Omgevingswet of over één van de andere ontwerp-AMvB’s. Bij de beantwoording daarvan is de relatie met de andere onderdelen van de stelselherziening geschetst.

Waar in de antwoorden wordt verwezen naar de ontwerp-AMvB’s op grond van de Omgevingswet zijn de volgende benamingen en afkortingen gehanteerd:

  • a. het Omgevingsbesluit,

  • b. het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl),

  • c. het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal),

  • d. het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

Slot

Ik hoop hiermee de vragen naar tevredenheid te hebben beantwoord en zie uit naar het vervolg.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Kamerstuk 33 962, nr. 185.

X Noot
2

Kamerstuk, 33 118, nr. 17.

Naar boven