32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 380 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 augustus 2020

De culturele en creatieve sector is in tijden van crisis misschien wel belangrijker dan ooit. Cultuur helpt om even weg te komen van de grote zorgen die de crisis met zich meebrengt. Creativiteit is nodig om een uitweg te vinden uit de beperkingen die we onszelf moeten opleggen. Maar ook na de coronacrisis willen we een sterke culturele en creatieve sector hebben en houden. Een sector die het leven mooier maakt, helpt om anders te kijken en te denken, mensen verbindt en verrast en die bovendien aan heel veel mensen werkgelegenheid en inkomen biedt, een positief effect heeft op het vestigingsklimaat en het visitekaartje van Nederland kan zijn.

De culturele en creatieve sector wordt nog steeds bovengemiddeld geraakt door de coronacrisis. Daar waar het BBP als geheel in het tweede kwartaal op jaarbasis met 8,5% is gedaald, heeft het CBS berekend dat de productie in de bedrijfstak cultuur, recreatie en overige diensten in diezelfde periode met 37,4% is gedaald. Net als andere sectoren zal de culturele en creatieve sector zich moeten aanpassen, maar we willen voorkomen dat er grote gaten in de sector vallen, die nog jarenlang niet kunnen worden gevuld. Naast de verlenging van de generieke maatregelen voor de eerste helft van 2021 heeft het kabinet voor deze periode daarom besloten tot een aanvullend steunpakket voor de culturele en creatieve sector van totaal € 482 miljoen. Daarnaast zal op basis van ervaringen met de eerdere generieke steunmaatregelen naar verwachting het beroep dat de culturele en creatieve sector op de nieuwe generieke maatregelen doet in de orde van grootte van € 250 miljoen zijn. Samen met het tweede steunpakket van € 482 miljoen komt het totaal aan steun op ruim € 700 miljoen.

Een groot deel van de sector – waaronder theater- en muziekgezelschappen, musea, opengestelde monumenten, (pop)podia en bioscopen – kan door de maatregelen op dit moment hoogstens in beperkte mate en met een beperkt publiek functioneren. Dat geldt ook voor de vele amateurverenigingen, cultuureducatie en de urban arts. Veel festivals, operavoorstellingen en kooruitvoeringen kunnen nog steeds niet doorgaan. En de situatie bij veel zelfstandigen in de culturele en creatieve sector is zeer nijpend. De beperkende maatregelen maken dat de inkomsten blijvend laag zijn of volledig ontbreken, terwijl de kosten van veel bedrijven en zelfstandigen doorlopen of stijgen.

Ik heb grote waardering voor de inzet en innovatiekracht waarmee kunstenaars, artiesten, cultureel ondernemers en culturele instellingen, van groot tot klein, er alles aan doen om cultuur bij het publiek te brengen. Juist in deze tijd geeft dat ons troost en verbondenheid.

Aanvullend pakket eerste helft 2021

Het ziet ernaar uit dat het coronavirus voorlopig niet bedwongen is. Dit betekent dat de culturele en creatieve sector zich voor langere tijd zal moeten aanpassen aan de beperkingen die dit met zich meebrengt. Dat vraagt innovatie en een nieuwe manier van publieksbereik. Het vraagt ook zoeken naar een nieuw evenwicht tussen kosten en inkomsten. Geen volle, kolkende zalen en blockbusters, maar kleinschaliger, intieme cultuurbeleving dicht bij huis. Meer digitaal, al dan niet in combinatie met een live-beleving. Het steunpakket is bedoeld om deze transitie te ondersteunen.

Een nadere invulling van het nieuwe steunpakket van € 482 miljoen werk ik de komende tijd uit. Ik zal daarbij gebruik maken van het advies dat de Raad voor Cultuur binnenkort uitbrengt over de wendbaarheid en weerbaarheid van de sector. De extra middelen zijn op de aanvullende post gezet en zullen met een nota van wijziging aan de OCW-begroting worden toegevoegd.

De verdeling van het aanvullend pakket is globaal als volgt:

  • € 200 miljoen is bedoeld voor een vervolg van het eerdere steunpakket cultuur tot 1 juli 2021. Deze middelen gaan naar culturele instellingen die van cruciaal belang zijn voor de landelijke infrastructuur, maar ook naar kunstenaars en creatieve professionals, bedoeld voor innovatie en transitie van werkwijzen en verdienvermogen. Mede op verzoek van de Tweede Kamer zal extra aandacht zijn voor kunstenaars en creatieve professionals;

  • € 14 miljoen komt beschikbaar voor een half jaar overbrugging voor instellingen met een positieve beoordeling voor de BIS en meerjarige fondssubsidies, waarvoor geen budget beschikbaar was. Normaliter geldt voor deze instellingen dat zij zijn aangewezen op subsidie van andere overheden of op het vergroten van de eigen inkomsten. Ze lopen nu vanwege de aanhoudende beperkende maatregelen het risico dat ze failliet gaan. Met een overbruggingssubsidie kunnen deze instellingen in staat worden gesteld om op termijn weer eigen inkomsten te genereren;

  • € 20 miljoen wordt beschikbaar gesteld voor het behoud van private musea en kunstcollecties van nationaal belang;

  • € 15 miljoen komt, met inzet van het Ministerie van EZK, beschikbaar voor behoud van het varend erfgoed (de zgn. bruine vloot);

  • € 15 miljoen wordt beschikbaar gesteld voor een garantiefonds voor filmproducties en het opstarten van pilots om wendbaarheid en weerbaarheid van de sector te vergroten;

  • € 150 miljoen stelt gemeenten in staat om de cruciale lokale culturele infrastructuur te ondersteunen. Dit is naast € 68 miljoen die beschikbaar komt voor de schade die gemeenten en provincies hebben opgelopen.

In de evenementenbranche wordt gesproken over nieuwe verzekerings- instrumenten, waarmee activiteiten mogelijk hervat kunnen worden. Mocht blijken dat een rol voor de overheid hierin aantoonbaar doelmatig en wenselijk is, dan beraadt het kabinet zich daarop. Verder onderzoekt de evenementenbranche in afstemming met het kabinet hoe op een veilige en verantwoorde manier activiteiten ontplooid kunnen worden die leiden tot winstgevende businessmodellen. Deze kunnen zo nodig getest worden aan de hand van pilots.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de beschikbaar gestelde middelen.

Tweede steunpakket culturele en creatieve sector

Bedrag

(in € mln.)

Verlenging aanvullende ondersteuning culturele sector

200

Overbrugging instellingen eerste helft 2021

14

Behoud van private musea en kunstcollecties van

nationaal belang

20

Varend erfgoed

15

Wendbaarheid en weerbaarheid

15

Ondersteuning lokale en regionale culturele infrastructuur:

– schade gemeenten (via gemeentefonds)

60

– schade provincies

8

– culturele voorzieningen

150

Totaal

482

Sinds het begin van de crisis heeft het kabinet in totaal ruim € 1 miljard geïnvesteerd in de culturele en creatieve sector. In het besef dat ook de culturele en creatieve sector niet ongeschonden uit deze crisis zal komen, gaan we er vanuit dat hiermee mogelijkheden zijn geboden om in deze moeilijke en beperkende omstandigheden nieuwe manieren te vinden om het belangrijke werk voort te zetten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven