32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 946 MOTIE VAN HET LID GRINWIS C.S.

Voorgesteld 9 december 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ramingen uit de KEV 2020, plus de vertaling daarvan in het eindadvies basisbedragen SDE++ 2021, als basis dienen voor de toekenning van projecten en maximale subsidiebedragen in de 2021-ronde van de SDE++;

overwegende dat energie- en CO2-prijzen buitengewoon volatiel zijn en het afgelopen jaar enorm gestegen zijn, dat in de KEV 2020 nog gerekend werd met een ETS-prijs in 2025 van € 30 en in 2030 van € 46 per ton CO2, dat de ETS-prijs bij de indiening van de aangenomen, maar nog onvoldoende uitgevoerde overprogrammerings- en anticipatiemotie (35 668, nr. 35) in mei jongstleden ruim € 50 was en inmiddels op € 88 per ton CO2 ligt;

overwegende dat in de SDE++ weliswaar wordt overgeprogrammeerd, maar dat het PBL in de KEV 2020 met dermate conservatieve ramingen is gekomen inzake energie- en ETS-prijzen dat verdere onderuitputting en reserveopbouw in de SDE++ waarschijnlijk is;

overwegende dat hierdoor in 2021 minder duurzame projecten dreigen te worden gehonoreerd in de SDE++ dan potentieel mogelijk en dat dit de voortgang van de energietransitie en vooral de warmtetransitie schaadt;

verzoekt de regering voorafgaand aan de openstelling van de SDE++ 2022 en zo mogelijk ook nog voor de toekenning in 2021 een onafhankelijke second opinion op te laten stellen, waarbij cruciale variabelen, zoals de gehanteerde CO2-prijsraming, tegen het licht worden gehouden, zodat ongewenste vertraging in de energietransitie wordt voorkomen;

verzoekt de regering tevens in samenspraak met het PBL te onderzoeken hoe bij toekomstige openstellingen van de SDE++ actuele en adequate ramingen van de energie- en ETS-prijzen kunnen worden gehanteerd dan wel meer risico kan worden genomen bij de mate van overprogrammering,

en gaat over tot de orde van de dag.

Grinwis

Bontenbal

Erkens

Boucke

Naar boven