Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2014
In uw brief van 23 april 2014 verzoekt uw vaste Kamercommissie voor Economische Zaken
mij een kabinetsreactie te geven op een publicatie in Nature Climate Change namelijk:
«Land management and land cover change have impacts of similar magnitude on surface
temperature» van Alterra en de Vrije Universiteit c.s. U verzoekt mij daarbij in te
gaan op de directe relatie tussen de intensivering van de landbouw en klimaatverandering.
Het onderzoek
In het onderzoek wordt het effect van veranderingen in het landgebruik (verandering
in landgebruik en intensivering van landgebruik) geanalyseerd voor wat betreft de
temperatuur aan het landoppervlak.
De data die zijn geanalyseerd laten zien dat bij intensivering van landgebruik om
«de maatschappelijke behoeften aan voedsel, vezels, brandstof en behuizing» te dekken
in gematigde gebieden «leiden tot een netto oppervlakte verwarmingseffect». Het temperatuurverschil
als gevolg van intensivering of verandering van bodembedekking laten een temperatuurstijging
zien van gemiddeld 2°C aan de oppervlakte. In het artikel wordt intensivering gedefinieerd
als «een mix van maatregelen waaronder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, (kunst)mest
en irrigatie».
In het onderzoek worden de volgende conclusies getrokken:
-
– Intensivering van landgebruik heeft een additioneel temperatuureffect ten opzichte
van de door het IPCC geziene antropogene invloed van uitstoot van broeikasgassen.
-
– Er wordt aannemelijk gemaakt dat intensieve vormen van landbouw kunnen leiden tot
een (lokale) temperatuurstijging in de onderste luchtlaag, en dat verschillende vormen
van landgebruik (lokale) temperatuurverschillen aan de oppervlakte opleveren.
De onderzoekers zijn niet ingegaan op specifieke landgebruikmaatregelen. Hiervoor
zouden veel aanvullende, en op dit moment niet beschikbare, data nodig zijn.
De onderzoekers geven aan dat de onderzoeksresultaten gebruikt zouden moeten worden
«in klimaatwetenschap, zodat deze de menselijke invloed op klimaat beter kan duiden»
en zien mogelijkheden om ook (lokale) temperatuurverschillen in klimaatmodellen op
te nemen.
Kabinetsreactie
Verdere intensivering van het landgebruik, zoals bedoeld in het artikel, in Nederland
ligt niet voor de hand. In Nederland heeft het temperatuureffect als gevolg van deze
omzetting vermoedelijk al in het verleden plaatsgevonden.
De kennis uit het artikel is met name relevant voor gebieden waar, als gevolg van
toenemende welvaart en bevolkingsdruk, land- en bosgebruik zullen intensiveren. Dit
kan gebieden betreffen in zowel (West) Europa als elders in de wereld.
Daar waar dit aan de orde is, zou de kennis uit het onderzoek benut kunnen worden
bij de lokale vormgeving van klimaatslimme landbouw. Het kabinet ziet een verantwoordelijkheid
om Nederlandse kennis en kunde actief in te zetten om de uitdagingen, waar de landbouw
wereldwijd voor staat, aan te gaan. Ik verwijs u hiervoor naar de Kamerbrief Internationaal
Landbouwbeleid van 24 maart jl. (Kamerstuk 31 532, nr. 132).
Klimaatslimme landbouw is een vorm van duurzame intensivering waarbij het streven
is gericht op verbetering van de productie, vergroting van de weerbaarheid tegen klimaatschokken
en -stress («resilience») en reductie van emissie van broeikasgassen. Klimaatslimme
landbouwsystemen zijn over het algemeen gebaseerd op agro-ecologische principes, dat
wil zeggen gericht op een zo stabiel mogelijke nutriënten-, vocht- en temperatuurbalans.
Technieken die bijvoorbeeld in de kleinschalige, regenafhankelijke landbouw in Sub-Sahara
Afrika worden toegepast zijn o.a. agroforestry, gebruik van bodem bedekkende stikstofbinders
en «mulching» (bedekken van de grond tussen het gewas).
Dit artikel ondersteunt het belang dat het kabinet hecht aan het actief (laten) benutten
van Nederlandse kennis over klimaatslimme landbouw.
Een belangrijke mijlpaal van die inzet zal de lancering zijn van de Alliance for Climate
Smart Agriculture tijdens de Climate Summit van de Secretaris-Generaal van de VN in
september van dit jaar. Samen met de Wereldbank en de FAO heeft Nederland het initiatief
genomen om deze Alliance for Climate Smart Agriculture op te zetten.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma