Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2019
Op 21 december 2018 heb ik uw Kamer het ontwerp van het Klimaatakkoord aangeboden.1 Vertegenwoordigers van energiecoöperaties waren actief betrokken bij de totstandkoming
van het ontwerpKlimaatakkoord, met name bij de sectortafel Elektriciteit en de sectortafel
Gebouwde omgeving. Ondernemende burgers, verenigd in energiecoöperaties, spelen een
belangrijke rol bij de afspraken in het ontwerp van het Klimaatakkoord over burgerparticipatie,
het streven naar 50% lokaal eigendom van hernieuwbare elektriciteit op land en de
wijkgerichte aanpak bij de warmtetransitie. Door AS I-Search is een verkenning uitgevoerd
naar de rol van burgercoöperaties en hun potentiële bijdrage aan de klimaat- en energiedoelen
in 2030. Hierbij bied ik uw Kamer de uitkomsten van deze verkenning aan.2
De verkenning laat zien dat 50% lokaal eigendom van hernieuwbare elektriciteit op
land denkbaar is, gezien de potentiële doorgroei van energiecoöperaties en de benodigde
kapitaalinzet. De mogelijkheden per regio en per gemeente zullen hierbij verschillen.
De verkenning geeft daarnaast aan dat er potentieel is voor lokaal eigendom van wijkwarmtevoorzieningen.
Wel staat deze ontwikkeling nog in de kinderschoenen en vraagt in de planfase intensieve
inspanningen van meerdere partijen.
Tot slot laat de verkenning zien dat de realisatie van het potentieel van de bijdrage
van de burger-energiebeweging aan de klimaat- en energiedoelen vraagt om een professionaliseringsslag
– met betaalde krachten – binnen de coöperatieve sector, een stevige ondersteuningsstructuur
en beleid van overheden dat handelingsperspectief creëert voor burgers.
De verkenning naar het potentieel van de burger-energiebeweging raakt meerdere beleidsonderwerpen.
Het is onder meer van groot belang voor de ruimtelijke inpassing van hernieuwbare
energie. Financiële participatie biedt kansen voor de ondernemende burger die (financieel)
kan bijdragen aan de energietransitie in de eigen omgeving en daarmee ook zeggenschap
kan krijgen over energieprojecten. Lokaal eigendom van wind- en zonneparken kan zorgen
voor het beschikbaar komen van een geldstroom voor nieuwe energieprojecten in de lokale
omgeving. Bij energiecoöperaties geldt veelal het principe van open en vrijwillig
lidmaatschap, en is de zeggenschap over de besteding hiervan niet afhankelijk van
de hoogte van de financiële inbreng van de leden. Het feit dat opbrengsten daadwerkelijk
en op een eerlijke manier terecht komen bij de lokale gemeenschap, kan bijdragen aan
een groter draagvlak, ook bij burgers die niet direct financieel (kunnen) participeren.
Ik vind de burger-energiebeweging belangrijk en bevorder de condities voor deze beweging
op verschillende manieren. In de brief aan uw Kamer van 25 april 2019 over het omvormen
van de salderingsregeling heb ik u geïnformeerd over de voornemens tot de omvorming
van de Postcoderoosregeling en het oprichten van een ontwikkelfaciliteit voor energiecoöperaties.3 In het kader van de Green Deal Participatie van de Omgeving bij Duurzame Energieprojecten
wordt een handreiking participatie opgesteld. Daarin zullen voor bevoegde gezagen
de mogelijkheden voor participatie in kaart worden gebracht. Ook ben ik in gesprek
met organisaties die werken aan de versterking van burgerparticipatie. Het gaat hier
onder andere om de participatiecoalitie (Natuur en Milieufederaties, Energie Samen,
Energieloketten, HIER, Buurkracht en LSA Bewoners) die de afgelopen jaren veel ervaring
heeft opgedaan met het meedenken met en ondersteunen van bewoners. De verkenning wil
ik dan ook gebruiken om samen met de verschillende partijen het beleid voor burgerparticipatie
op samenhangende wijze verder uit te werken.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes