Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 september 2015
Op verzoek van uw Kamer (Handelingen II 2014/15, nr. 100, item 8) doe ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, toekomen het voorgenomen
besluit aangaande de uitspraak van de rechtbank op 24 juni 2015 in de zaak Urgenda/Staat.
Uiterlijk 23 september 2015 dient een hoger beroep dagvaarding te zijn uitgebracht.
De Rechtbank Den Haag heeft in zijn uitspraak van 24 juni bepaald dat de Staat de
emissies van broeikasgassen in Nederland in 2020 moet beperken tot een niveau van
25% onder de uitstoot in 1990. De Staat zal tegen deze uitspraak hoger beroep aantekenen
om daarmee zekerheid en eenheid in de rechtsvorming te verkrijgen over de uitspraak
van de rechtbank.
In de uitspraak heeft de rechter voor het eerst overwogen dat de zorgplicht van de
overheid een bepaalde minimale reductie van broeikasgassen in 2020 vereist. Het kabinet
zet vraagtekens bij de omvang van de toetsing door de rechter van de aan de overheid
toekomende beleidsruimte en de daarmee gepaard gaande afweging van uiteenlopende belangen.
Aarzelingen zijn er ook over de wijze waarop de rechter daarbij het internationaal
recht betrekt. Het gaat ondermeer om de vraag of internationale verdragen en afspraken,
zoals het Kyoto Protocol, die zich niet rechtstreeks tot burgers richten en die open
normen bevatten op deze wijze kunnen doorwerken in het Nederlands recht. Tevens wil
het kabinet een oordeel van een hoger rechtscollege over de wijze van invulling van
de zorgvuldigheidsnorm.
Vanwege de gevolgen voor het klimaatbeleid en omdat niet uit te sluiten valt dat de
uitspraak van de rechtbank gevolgen heeft voor andere beleidsterreinen is het wenselijk
om deze uitspraak te laten toetsen bij een hoger rechtscollege.
Uitvoeren uitspraak rechtbank
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat, ook nu de Staat
in hoger beroep gaat, zij begint met het uitvoeren van het vonnis. Reeds lopende onderzoeken,
zoals het Interdepartementale Beleidsonderzoek «Effectiviteit IBO CO2reductiemaatregelen» (IBO CO2), zullen bouwstenen aandragen voor aanvullende maatregelen. Dit in aanvulling op
het reeds ambitieuze klimaatbeleid van het kabinet.
Het IBO CO2 wordt naar verwachting eind 2015 afgerond. Het kabinet zal u in de eerste helft van
2016 zijn standpunt toesturen over de uitkomsten van het IBO en daarbij tevens aangeven
welke vervolgstappen zullen worden genomen. Daarnaast informeert het kabinet u dit
najaar in verschillende brieven separaat over de stand van zaken van het Nederlandse
klimaat- en energiebeleid.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld