32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 281 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2017

De Europese Commissie werkt sinds 2016 aan een verlaging van normen voor Bisfenol A (BPA) in voedselcontactmaterialen1; over deze verlaging is op 25 september jl. een akkoord bereikt. Op 23 februari 2017 verzocht de Kamer in de motie Ouwehand2 de regering een verbod op BPA in deze materialen in te voeren. Met die motie beoogt de kamer de consument (vooral kinderen) te beschermen tegen mogelijke schadelijke gevolgen van blootstelling aan deze stof.

In deze brief informeer ik u over de stand van zaken. Met de bereikte verlaging van de BPA-normen voor voedselcontactmaterialen beschouw ik de motie als afgedaan.

BPA

Bisfenol A (BPA) is een stof die wereldwijd veel wordt toegepast, onder andere als component in kunststoffen (polycarbonaat) en coatings (epoxyharsen). De stof staat in de belangstelling vanwege hormoonverstorende eigenschappen en effecten op het immuunsysteem die optreden bij een te hoge blootstelling.

Normering

Het gebruik van BPA in voedselcontactmaterialen van plastic is sinds 2011 Europees geregeld, en wel in de Europese Verordening 10/20113. Deze verordening geeft ook een norm voor de migratie van BPA uit voedselcontactmaterialen naar het voedsel. Deze norm moet voorkomen dat de consument wordt blootgesteld aan schadelijke hoeveelheden van de stof.

Het RIVM heeft in zijn rapport4 van 3 maart 2016 de laatste gegevens over de stof beoordeeld. Het instituut adviseerde op basis daarvan te streven naar verlaging van de blootstelling aan BPA. Bureau Risicobeoordeling en Onderzoek (bureau) van de NVWA sloot hierop aan met een aanvullend advies5. Bureau adviseerde om de destijds door de Commissie geopperde verlaging van de normen voor BPA in voedselcontactmaterialen te steunen.

Op 25 september jl. heeft het Permanent Comité voor de Voedselketen (SCoPAFF tox) ingestemd met een aangepast voorstel van de Europese Commissie om de normen voor BPA in voedselcontactmaterialen verregaand aan te scherpen.

Het gaat om:

  • een verlaging met ca. 92% van de norm voor plastics (maximale migratie van 0,6 naar 0,05 mg/kg voedsel);

  • een verlaging met eveneens ca. 92% van de norm voor coatings (de Nederlandse norm van 0,6 mg/kg wordt vervangen door een EU-norm van 0,05 mg/kg); en

  • een verlaging met ca. 98% van de norm voor voedselcontactmaterialen bedoeld voor baby’s en peuters (verpakkingen van baby- en peutervoedsel en voor deze groep bedoelde artikelen6 – maximale migratie van 0,6 mg/kg naar «niet aantoonbaar» – bij een aantoonbaarheidsgrens van 0,01 mg/kg).

    Dit punt is nieuw en komt tegemoet aan de wens van enkele lidstaten (en van bureau) om de blootstelling van kleine kinderen aan BPA gericht te verlagen.

Beoordeling van de nieuwe Europese normen

Nederland heeft verlaging van de normen gesteund. De aanpassing en de verlaging van de maximale blootstelling uit coatings en plastic vormen een goede invulling van de adviezen van het RIVM en bureau uit maart 2016. De aanpassing verlaagt de maximale blootstelling van de consument aan BPA uit voedselcontactmaterialen met meer dan 90% en biedt daarmee een adequaat beschermingsniveau.

De verlaging van de normen voor contactmaterialen van baby- en peutervoedsel is ook in lijn met het bureau-advies. Het RIVM daarentegen, spreekt enige zorg uit over mogelijke gevolgen als bedrijven voor deze artikelen zouden overstappen op andere materialen. Dit zou kunnen leiden tot migratie van andere stoffen op niveaus die niet noodzakelijkerwijs veiliger zijn dan het (door het RIVM veilig geachte) niveau van migratie van BPA. Zoals de Gezondheidsraad in haar rapport van maart 20147 aangaf, geldt dit zeker voor de op BPA lijkende stoffen zoals Bisfenol S (BPS).

Bureau zag dit gevaar ook en gaf in zijn advies aan dat bij vervanging niet moet worden uitgeweken naar dergelijke vergelijkbare stoffen. Ik heb in mijn contact met het bedrijfsleven steeds aangedrongen op een kritische benadering van mogelijke vervangende stoffen. Ook heb ik er in Brussel op aangedrongen dat EFSA een vinger aan de pols houdt bij de mogelijke consequenties van materiaalvervanging.

De nieuwe EU-normen en de motie Ouwehand

De nieuwe normen voor BPA in voedselcontactmaterialen geven invulling aan de wens van de Kamer om gevaar voor de consument door een te hoge blootstelling aan BPA tegen te gaan, zoals verwoord in de motie Ouwehand. Zij zullen de mogelijke blootstelling aan BPA uit voedselcontactmaterialen voor ruim 90% reduceren. Invoering en naleving van een volledig verbod zou slechts een marginale verdere verlaging van de blootstelling van de burger aan BPA betekenen.

Met een volledig gebruiksverbod voor BPA in voedselcontactmaterialen, waartoe de motie Ouwehand oproept, zou Nederland andere wettelijke normen gaan hanteren dan die in de Europese Unie zijn overeengekomen. Dit zou in het uiterste geval kunnen leiden tot een infractie-procedure van de Commissie. Het is nog niet duidelijk of Frankrijk, dat een verbod heeft ingesteld, zijn verbod zal handhaven na afkondiging van de nieuwe normen.

Wel is het zeker dat afwijkende Nederlandse normen zullen leiden tot een aanzienlijke toezichtslast bij de NVWA. Op dit moment houdt de NVWA alleen toezicht op de binnenlandse productie en de invoer uit derde landen; voor producten uit andere lidstaten wordt vertrouwd op het toezicht van de autoriteiten van die lidstaten; daar geldt immers dezelfde wettelijke norm. Als Nederland een afwijkende norm zou invoeren, zou de NVWA ook toezicht moeten gaan houden op de invoer van voedselcontactmaterialen en verpakte voedingsmiddelen uit andere lidstaten.

Conclusie

Met de acceptatie van nieuwe normen voor BPA in voedselcontactmaterialen wordt tegemoet gekomen aan de wens van de kamer tot een betere bescherming van de consument tegen een te hoge blootstelling aan BPA. De normen decimeren de maximaal mogelijke blootstelling, op een manier die niet zal leiden tot juridische en praktische bezwaren. Nu de achterliggende doelstelling van de motie Ouwehand wordt bereikt, ga ik ervan uit dat hiermee tegemoet gekomen wordt aan de motie.

Als de nieuwe beoordeling van BPA door de EFSA, die dit jaar is aangevangen, tot nieuwe gezichtspunten leidt, zal ik die met de kamer delen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Voedselcontactmaterialen is de term die gebruikt wordt voor alle materialen en artikelen die in contact kunnen komen met voedsel, zoals voedingsmiddelenverpakkingen, keukengerei en -apparatuur, bestek en serviesgoed en instrumenten en apparatuur in de voedingsmiddelenindustrie.

X Noot
2

Kamerstuk 32 793, nr. 260

X Noot
3

Verordening (EU) Nr. 10/2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (PB L 12 van 15.1.2011, blz. 1), zie eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:02011R0010-20170519&qid=1502114211658&from=NL.

X Noot
6

Met uitzondering van zuigflessen voor baby’s, waarin het gebruik van BPA al sinds 21 februari 2011 is verboden; zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011–2976.html.

Naar boven