32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 62 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2014

Zoals aangekondigd in mijn brief aan uw Kamer van 17 februari jongstleden (Kamerstuk 33 750 VII, nr. 45) stuur ik hierbij de toegezegde beleidsvisie met richtlijnen voor het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens in de gemeentelijke praktijk in het kader van de decentralisaties.

Deze kabinetsvisie is opgesteld door het Ministerie van BZK in overleg met de Ministeries van VWS, VenJ, SZW, OCW en de VNG. Verder is een concept van de visie besproken met verschillende organisaties uit het veld zoals GGZ Nederland, Divosa, Jeugdzorg Nederland, Reclassering Nederland, UWV, SVB, het Platform Informatievoorziening Zorg en Ondersteuning, en ook met vertegenwoordigers van gemeenten, de Privacy Barometer en CBP. Daarnaast heeft een internetconsultatie plaatsgevonden waarop 33 reacties zijn binnengekomen van privépersonen, gemeenten en organisaties uit het veld. De gesprekken en de schriftelijke reacties hebben waardevolle input geleverd ter verbetering en completering van de visie.

Bij het opstellen van de visie is uitgegaan van het belang dat gemeenten op een soepele manier informatie over burgers kunnen opvragen en uitwisselen, zonder dat er nodeloos of overmatig gegevens worden opgevraagd, gedeeld of anderszins verwerkt. Professionals moeten zich in de uitvoering van hun werk ondersteund voelen in plaats van defensief te handelen vanwege onduidelijkheden en onzekerheden over de gegevensuitwisseling.

Bij de totstandkoming van deze visie is vooralsnog geconcludeerd dat er voor het mogelijk maken van de gewenste gegevensdeling geen noodzaak is voor een nieuw juridisch kader voor gegevensverwerking en privacy in het sociaal domein. De (toekomstige) wettelijke kaders, bieden ruimte om de noodzakelijke gegevensdeling te kunnen realiseren en tegelijkertijd de privacy te borgen. Het kabinet is zich er echter ook van bewust dat gemeenten nog middenin het proces van voorbereiding zitten om de te decentraliseren taken en verantwoordelijkheden op een op hun situatie toegesneden wijze vorm te geven. Daarbij zijn alle werkprocessen nog niet overal en volledig uitgewerkt. Die processen zullen ook nog voor een deel in de praktijk ontwikkeld worden. Het is de wens van het kabinet en de kern van decentraliseren dat gemeenten de ruimte krijgen om hun eigen vorm daarin te vinden. Het is mogelijk dat nieuwe vormen om nieuwe regels en richtlijnen vragen. Daarom is het van belang die ontwikkeling van nabij te volgen en waar nodig bij te sturen. Een belangrijk uitgangspunt in de visie is daarom richting geven aan de lerende praktijk. Met deze visie wordt daarin een eerste stap gezet. Minstens zo belangrijk zijn de vervolgacties die al worden aangekondigd bij de verschillende uitgangspunten. Die vervolgacties zullen de komende maanden verder worden uitgewerkt en in gang gezet. Het gaat om de volgende acties:

1. Privacy impact assessments (PIA’s)

De komende maanden zullen in de eerste plaats PIA’s gedaan worden op basis van de dienstverleningsmodellen en bijbehorende gegevensverwerking, zoals die nu door VNG-KING worden geïdentificeerd binnen de zich ontwikkelende praktijk bij gemeenten met betrekking tot de integrale dienstverlening in het sociaal domein. Die PIA’s zullen naast en in afstemming met de PIA’s voor de jeugdzorg zoals aangekondigd door de Staatssecretaris van justitie, gedaan worden. Op basis van de PIA’s kunnen de dienstverleningsmodellen doorontwikkeld worden tot voorbeeldmodellen waarin de privacy goed is geborgd. Gemeenten kunnen hierop hun eigen praktijk enten.

2. Ondersteuningsprogramma voor gemeenten

In samenwerking met de VNG is inmiddels gestart met het vormgeven van een ondersteuningsprogramma waarin tools worden ontwikkeld die gemeenten kunnen gebruiken om hun beleid en uitvoering privacyproof te maken. Het ondersteuningsprogramma zal binnenkort de eerste tools opleveren.

3. Ontwikkelen van een helpdesk

In samenwerking met de departementen van VWS, SZW en VenJ, en de VNG zal ook een helpdesk «Privacy in het sociaal domein» worden ingericht die vragen van gemeenten op basis van de visie kan beantwoorden. Op dit moment wordt onderzocht of de helpdesk aan kan sluiten bij een bestaande functie of dat een nieuwe helpdesk moet worden georganiseerd. De helpdesk zal na een kort onderzoek zo spoedig mogelijk worden ingesteld.

4. Versterking positie burger

Het is van belang om zeker in de eerste periode na de decentralisaties een eenvoudig bereikbaar laagdrempelig loket te organiseren waar mensen terecht kunnen wanneer zij menen dat de gemeente onzorgvuldig met hun persoonsgegevens omgaat. Daarbij wordt gekeken of de bestaande lokale ombudsfunctie kan worden versterkt of dat een apart loket moet worden ingericht en op welk niveau dit het beste kan plaatsvinden (lokaal, regionaal, nationaal). Deze loketfunctie zal gelijktijdig met de decentralisaties worden geëvalueerd.

5. Verdere invulling spelregels

Op basis van de signalen van het ondersteuningsprogramma, de helpdesk en de ombudsfunctie witte vlekken opsporen die vragen om meer richting. Op grond daarvan worden waar nodig aanvullende spelregels geformuleerd.

Van een aantal kanten is de zorg geuit dat het omgaan met persoonsgegevens ook grote eisen stelt aan de systemen waarin persoonsgegevens worden opgeslagen, en de beveiliging van die systemen. Dat is een terechte observatie. De informatiesystemen en de beveiliging daarvan moeten op orde zijn bij gemeenten, zeker met het oog op de decentralisaties. Deze visie gaat echter over de gedragskant; hoe omgegaan dient te worden met persoonsgegevens, niet over beheer en beveiliging van systemen. Op dat vlak loopt een apart traject, waaronder de Task Force Bestuur en Informatieveiligheid Dienstverlening. Ook hebben de leden van de VNG op dat punt in november jl. de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten aangenomen en zichzelf verplicht deze te implementeren.

Het kabinet heeft er vertrouwen in dat op basis van deze visie en de geplande vervolgacties, richting wordt gegeven aan de nieuwe praktijk die nu bij gemeenten in ontwikkeling is,op een manier die leidt tot een goede bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de burgers. Tegelijkertijd meent het kabinet dat de visie voldoende ruimte biedt voor professionals om op een soepele manier informatie over burgers te kunnen uitwisselen en voor gemeenten om hun dienstverlening vorm te geven op een manier die past bij hun eigen specifieke omstandigheden.

Deze brief wordt in afschrift aan de voorzitter van de Eerste Kamer gezonden vanwege aandacht die het onderwerp privacy heeft in de debatten van deze Kamer over de decentralisatiewetten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven