Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2020
Hierbij reageer ik op het verzoek van de Tweede Kamer om een brief over het NRC-artikel
van 15 november «Leger verzamelde data in Nederland».1 Dit artikel gaat in op de activiteiten van het experimentele Land Information Manoeuvre Centre (LIMC) van de Koninklijke landmacht. Deze brief betreft een eerste reactie hierop
hangende de uitkomsten van het onafhankelijke onderzoek hiernaar door de Functionaris
voor Gegevensbescherming Defensie. Als het onderzoek gereed is, stuur ik deze met
mijn reactie naar de Tweede Kamer. In afwachting van de uitkomsten hiervan heb ik
besloten om de activiteiten van het LIMC voor wat betreft het verzamelen en analyseren
van informatie stil te zetten.
Het LIMC
De informatie-omgeving is volop in ontwikkeling met grote gevolgen voor de omgeving
waarin de krijgsmacht opereert en voor het opereren van de krijgsmacht zelf. De Defensievisie-2035
die het kabinet u op 15 oktober toestuurde, gaat hier uitgebreid op in.2 De visie stelt verder dat een van de drie eigenschappen van de krijgsmacht is dat
deze naast technologisch hoogwaardig en een betrouwbare partner en beschermer, ook
informatiegestuurd moet zijn. Het gaat hierbij om moderne IT die nodig is om vooral
voor de eerste en tweede hoofdtaak van Defensie grote hoeveelheden informatie te verzamelen
en snel te verwerken, zodat de commandant tijdig betrouwbare informatie ontvangt.
Dit is cruciaal voor elke militaire operatie, voor de bescherming van de eigen mensen
en voor de bescherming van de bevolking in de omgeving waarin de krijgsmacht opereert.
Dit kan onder andere volgens het principe van Concept Development & Experimentation (CD&E) dat ook door de NAVO wordt gezien als instrument voor capaciteitenontwikkeling.
Dit is een iteratief proces van passen en meten, vallen en opstaan en voortdurend
herhalen van dit proces. Volgens deze methode wordt regelmatig tussentijds geëvalueerd.
Naleving van wet- en regelgeving is hierbij altijd het uitgangspunt. Met het oog op
de gewenste doorontwikkeling op het gebied van informatiegestuurd opereren heeft Defensie
in maart een experimentele eenheid opgericht die het CD&E traject volgt, het LIMC.
Behalve voor de eerste en tweede hoofdtaak zou het experimentele LIMC in voorkomend
geval ook activiteiten onder en ten behoeve van het civiele gezag kunnen uitvoeren.
Het juridisch kader en onafhankelijk onderzoek
Sinds de oprichting van het LIMC is er door de civiele autoriteiten geen verzoek tot
bijstand gedaan. Daarmee gelden voor de omgang met persoonsgegevens voor het LIMC
de reguliere kaders die volgen uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
en niet bijvoorbeeld de Wet politiegegevens (Wpg) in geval van bijstand aan de politie.
De krijgsmacht heeft geen algemene wettelijke taak en bevoegdheid om persoonsgegevens
uit open bronnen te verzamelen zoals politie, justitie en de MIVD en de AIVD onder
bepaalde voorwaarden wel hebben. Het gebruik van open bronnen voor de taakuitoefening
waarbij geen persoonsgegevens worden verwerkt, is overigens wel toegestaan.
Naar aanleiding van het desbetreffende NRC-artikel doet de Functionaris voor Gegevensbescherming
Defensie een eigenstandig onderzoek naar de naleving van de AVG bij het LIMC. De Functionaris
Gegevensbescherming is de wettelijke, onafhankelijke, interne toezichthouder van Defensie
op het gebied van gegevensbescherming.3 Zij zal de resultaten van haar onderzoek en de aanbevelingen vastleggen in een rapport.
Het streven van de Functionaris Gegevensbescherming is erop gericht het rapport begin
2021 aan mij aan te bieden. Vervolgens zal ik dit met mijn appreciatie naar de Tweede
Kamer sturen.
De beantwoording van de ingezonden vragen van 24 november 2020 van de leden Belhaj
(D66) en Karabulut (SP) over LIMC, JISTARC en andere inlichtingenwerkzaamheden door
de krijgsmacht4 vergt meer tijd en deze antwoorden worden op een later moment verstuurd.
De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten