32 757 Bouwbesluit

24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 167 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 februari 2020

Op 18 januari 2018 is het actieplan Toegankelijkheid voor de Bouw1 aan u toegestuurd. Dit actieplan dat samen met een groot aantal partijen in het veld is opgesteld is onderdeel van het programma «Onbeperkt Meedoen!» (Bijlage bij Kamerstuk 24 170, nr. 177) waarmee door het kabinet invulling wordt gegeven aan het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een beperking (hierna het VN-Verdrag). Met deze brief informeer ik u over de uitvoering van het actieplan. Hierbij geef ik u mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Milieu en Wonen ook een reactie op de door uw Kamer ingediende moties met betrekking tot de toegankelijkheid van woningen en het rijksvastgoed.

1) Bouwregelgeving en (vrijwillige) richtlijnen

Over de voornemens van mijn ministerie met betrekking tot de bouwregelgeving bent u middels brieven van 3 juli 20182 en 12 juni 20193 geïnformeerd. Volledigheidshalve vat ik deze voornemens kort samen. In eerstgenoemde brief is aangegeven dat een buitenruimte bij de woonfunctie met zorg in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) weer verplicht zal worden gesteld. In mijn brief van 12 juni 2019 heb ik opgemerkt dat nieuwbouwwoningen op dit moment aan de bouwregelgeving voldoen wanneer deze tenminste één (toegankelijke) toegang hebben met een maximale drempel van 20 millimeter. Ik heb aangegeven in het Bbl de 20 millimeter-eis van toepassing te zullen verklaren op alle toegangen van een woning. Dus zowel bij de voordeur als bij de achterdeur. Alleen bij de toegang tot balkons heb ik aangegeven dat daarvoor eerst nog onderzoek naar de praktische uitvoerbaarheid nodig is. Voor alle nieuwe voor publiek toegankelijke gebouwen heb ik aangegeven in het Bbl te zullen voorschrijven dat in ieder geval de hoofdtoegang van het gebouw over een goed toegankelijke drempel (maximaal 20 millimeter) beschikt. Behalve voor grotere gebouwen geldt die eis straks dan ook voor bijvoorbeeld kleine winkels en restaurants. Met betrekking tot nieuwe voor publiek toegankelijke gebouwen heb ik ook aangegeven in het Bbl aanvullende eisen te zullen opnemen voor trappen zodat deze gebouwen voor mensen met een visuele en fysieke beperking beter toegankelijk zijn. Het betreft hier onder andere de eigenschappen van de trapleuning, het correct aanbrengen van markeringen en meer uniformiteit in trapontwerpen. Daarnaast is het belangrijk dat toegangen van zowel woningen als gebouwen goed bereikbaar zijn vanaf de openbare weg, ook voor mensen met een rolstoel. Ook daarvoor zal ik eisen in het Bbl opnemen.

In het actieplan Toegankelijkheid voor de Bouw hebben partijen geconstateerd dat het, naast de wettelijke eisen in de bouwregelgeving, op dit moment ontbreekt aan een eenduidige richtlijn voor toegankelijk (ver)bouwen. Mijn ministerie heeft daarom in samenwerking met bij het actieplan betrokken partijen4, het bureau Rigo verkennend onderzoek laten uitvoeren naar de mogelijkheid om hiervoor een volledige en eenduidige richtlijn te ontwikkelen. Een vrijwillige richtlijn die in het ontwikkel- en bouwproces kan worden gebruikt om goed toegankelijke woningen en gebouwen te realiseren. Dit verkennende onderzoek geeft inzicht in het speelveld, de beschikbare bronnen, ontwikkelingen en de verschillende belangen die bij het ontwikkelen van zo’n richtlijn spelen. Het verkennende onderzoek van Rigo is beschikbaar op de site van de rijksoverheid.5

Om nu een goed vervolg te geven aan het onderzoek van Rigo is met alle bij het actieplan betrokken partijen afgesproken om aan NEN de opdracht te verstrekken voor het ontwikkelen van een richtlijn. NEN is onafhankelijk en de deskundige organisatie op dit gebied en is daarom bij uitstek de organisatie die in staat is om tot consensus tussen de verschillende partijen te komen en invulling te geven aan de ontwikkeling van de richtlijn. Daarnaast volgt NEN de ontwikkeling van een Europese norm (CEN) op het gebied van toegankelijkheid. Deze Europese norm komt naar verwachting dit voorjaar beschikbaar. Afgesproken is om bij de ontwikkeling van een Nederlandse richtlijn bij deze norm aan te sluiten.

Opdracht voor de ontwikkeling van de Nederlandse richtlijn is eind 2019 door BZK aan NEN verstrekt. Daarbij is afgesproken dat alle leden van de begeleidingscommissie bij het actieplan Toegankelijkheid voor de Bouw deelnemen in de door NEN in te stellen normcommissie. Van deze leden worden inhoudelijke bijdragen in het ontwikkelproces gevraagd. Daarnaast zal NEN nagaan welke andere stakeholders aan de ontwikkeling kunnen en willen bijdragen. De doorlooptijd van de ontwikkeling van de richtlijn bedraagt circa twee jaar. Planning is dat eind 2020 een ontwerp van de norm beschikbaar komt en dat deze norm begin 2021 in consultatie kan worden gebracht (openbare commentaarronde). Eind 2021 zou de norm dan gepubliceerd kunnen worden.

In het actieplan Toegankelijkheid voor de Bouw zijn ook acties opgenomen met betrekking tot brandveiligheid voor zelfstandig wonende ouderen en mensen met een beperking. In de brief van 3 september 20196 heeft mijn ambtsvoorganger u bericht over het onderzoek naar mogelijk nieuwe brandveiligheidsregelgeving voor woongebouwen. In april 2020 informeer ik u hierover nader en stuur u een wijziging van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving in het kader van de voorhangprocedure.

2) Wonen voor mensen met een beperking

Om beter inzicht te krijgen in de aard en omvang van de vraag en het aanbod naar specifieke woningen of woonzorgarrangementen voor mensen met een beperking en de knelpunten in de match tussen vraag en aanbod heb ik, samen met de Minister van VWS en de Minister voor Milieu en Wonen, onderzoek laten uitvoeren. Dit heeft geleid tot het rapport «Maatwerk in wonen: Verkenning van de aard en de omvang van zelfstandige woonwensen van mensen met een beperking» dat ik u hierbij, mede namens de Minister van VWS en de Minister voor Milieu en Wonen, aanbied. Hiermee geven wij invulling aan de moties van de leden Bergkamp en Dik-Faber van 18 oktober 20187. Tevens geeft de Minister voor Milieu en Wonen hiermee invulling aan de toezegging tijdens het Algemeen Overleg Staat van de Volkshuisvesting van 21 juni 2018 om, samen met de Minister van VWS, de Kamer te informeren over autisme in relatie tot woon-zorgbeleid.8

Het onderzoek «Maatwerk in wonen» richt zich op de leeftijdsgroep van 15 tot 67 jaar met specifieke aandacht voor de woonbehoeften van jongvolwassenen tot 30 jaar9. Het opgedane inzicht draagt bij aan de opgave waarvoor het VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een beperking ons stelt op het terrein van zelfstandig wonen. Het rapport stelt dat de woonbehoeften van de doelgroep mensen met een beperking varieert naar type beperking en leeftijd. Maar ook dat de woonbehoefte binnen de verschillende groepen in hoge mate varieert. Betaalbaarheid van woonruimte, sociale contacten in de buurt, de benodigde woningaanpassingen, zorgondersteuning en zelfstandigheid bij het wonen zijn belangrijke thema’s voor de doelgroep. Het rapport stelt dat wie het zelfstandig wonen van mensen met beperkingen wil faciliteren, dat (steeds opnieuw) op maat moet doen. Met oog en oor voor collectieve patronen, maar vooral voor individuele behoeften. Het onderzoek brengt ook knelpunten aan het licht.

Het rapport benoemt een te gering woningaanbod op de lokale woningmarkt, wachtlijsten voor aangepaste woningen, te hoge huur- en koopprijzen en het gebrek aan mantelzorg-, aanleun- en kangoeroewoningen. Daarnaast kan niet iedereen over adequate zorg, ondersteuning en of aanpassingen beschikken.

Wij vinden dat op lokaal niveau het beste kan worden aangesloten bij de woon (zorg)-vraag van mensen met een beperking. Lokaal kan een overzicht van de vraag en het aanbod worden opgesteld. Vervolgens kunnen gemeenten op basis daarvan afspraken maken met woningcorporaties, marktpartijen, zorgaanbieders en burgers over het realiseren van een voldoende passend woningaanbod voor mensen met beperkingen. Daarnaast vind ik het belangrijk dat gemeenten wonen met zorg onderdeel laten zijn van hun woonvisie en daarbij expliciet aangeven wat zij van woningcorporaties verwachten, om vervolgens deze verwachting vast te leggen in concrete prestatieafspraken, ook met de huurdersorganisaties. Voor de groep mensen die ernstige belemmeringen ervaart in het dagelijkse leven zou vanuit het woondomein meer ondersteuning kunnen worden gegeven door onder meer verbreding van de taak van de seniorenmakelaars.

Het Rijk ondersteunt het lokale niveau via de generieke aanpak van de woonagenda, de woondeals, de regiodeals en woningbouwimpuls. Ook nemen de Ministeries van BZK en VWS deel aan de taskforce Wonen en Zorg.10 Deze heeft zich tot doel gesteld dat alle gemeenten uiterlijk eind 2020 de opgave voor ouderen en andere mensen met een ondersteunings- of zorgbehoefte hebben bepaald. De Taskforce richt zich primair op ouderen, in de praktijk nemen gemeenten andere groepen met een zorg en/of ondersteuningsvraag echter ook mee. De Taskforce faciliteert en stimuleert gemeenten om op lokaal niveau een «wonen- en zorgafspraak» te maken met woningcorporaties, zorgaanbieders en zorgkantoor om deze opgave uit te voeren. De ambitie is dat eind 2021 alle gemeenten een dergelijke afspraak hebben gemaakt. Verder is het Rijk medefinancier van het innovatieprogramma Langer thuis (Kamerstukken 31 765 en 34 104, nr. 326) – Inclusieve wijk van het G40-Stedennetwerk en Platform31. Hierbij werken 24 woongebieden samen om wijken geschikt en inclusief te maken voor alle inwoners, dus ook voor kwetsbare groepen.

3) Toegankelijkheid van het rijksvastgoed

Bij de begrotingsbehandeling van BZK van 31 oktober 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 18, items 4 en 8) zijn door Kamerlid Krol twee moties met betrekking tot toegankelijkheid ingediend. Deze twee moties liggen in het verlengde van elkaar. In de eerste motie (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 35) wordt de regering verzocht om vluchtroutes en nooduitgangen in rijksvastgoed die reeds geschikt zijn voor mensen met een beperking te bewegwijzeren met een herkenbaar pictogram. In de tweede motie (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 36) wordt de regering verzocht om daar waar verbouwing of nieuwbouw van rijksvastgoed aan de orde is, een voorbeeldfunctie te vervullen door werk te maken van vluchtroutes en nooduitgangen voor mensen met een beperking en deze te voorzien van een herkenbaar pictogram.

Ten aanzien van de eerste motie (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 35) is er een relatie met een eerdere motie van Kamerlid Krol (Kamerstuk 28 325, nr. 197). In die motie wordt de regering verzocht aan NEN te vragen de voorbereidingen te treffen om in de NEN-norm 7010 een pictogram vast te leggen voor vluchtroutes en nooduitgangen die geschikt zijn voor mensen met een beperking, opdat deze gewijzigde norm in de bouwregelgeving kan worden aangewezen op het moment dat er nieuwe wettelijke eisen over vluchtroutes en nooduitgangen in werking treden voor mensen met een beperking en ouderen. Met betrekking tot deze norm merk ik op dat de onderliggende internationale norm ISO 7010 recent is aangepast en dat hierin twee nieuwe pictogrammen voor mensen met een beperking zijn opgenomen die voldoen aan het verzoek in genoemde moties. Deze nieuwe versie van ISO 7010 zal binnen Europa en vervolgens door NEN worden omgezet in een nieuwe NEN-EN-ISO 7010. Ik verwacht u later dit jaar hierover en over de uiteindelijke implementatie in de bouwregelgeving te kunnen informeren.

Ten aanzien van de tweede motie (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 36) kan ik u melden dat rijksgebouwen op het gebied van toegankelijkheid voldoen aan de eisen die worden gesteld in de huidige wet- en regelgeving. Aanvullend neemt het Rijksvastgoedbedrijf maatregelen om een hoger kwaliteitsniveau voor toegankelijkheid van een gebouw te realiseren. Zo wordt ook de kwaliteit van vluchtwegen verhoogd. Het uitgangspunt daarbij is dat vluchtroutes en nooduitgangen eenduidig, duidelijk en voor iedereen zijn. Om die reden wordt zoveel mogelijk vermeden dat er verschillende routes ontstaan voor verschillende doelgroepen.

Als er nieuwe wettelijke eisen over vluchtroutes en nooduitgangen in werking treden voor mensen met een beperking en ouderen die mogelijk minder mobiel zijn, dan worden die uiteraard opgevolgd. Zodra over deze wettelijke eisen meer bekend is, wil het Rijk bij renovatie en nieuwbouw hierin een voorbeeldfunctie vervullen.

De huidige praktijk is dat generieke vluchtroutes en nooduitgangen in de rijksgebouwen worden aangevuld met maatwerkafspraken op het gebied van bedrijfshulpverlening. Deze afspraken kunnen bijvoorbeeld gaan over hoe mensen met een beperking en bedrijfshulpverleners elkaar zo snel mogelijk kunnen vinden. Dit met als doel dat iedereen, ook mensen met een beperking, bij calamiteiten zo snel mogelijk een veilige plaats kunnen bereiken. Deze bedrijfshulpverlening wordt regelmatig geoefend, geëvalueerd en verbeterd. Zo wordt bijvoorbeeld getraind met het gebruik van evacuatiestoelen en worden – waar nodig – de afspraken met werknemers, externen die werkzaam zijn binnen het pand en bezoekers verbeterd. Het betreft hier afspraken met een representatieve groep gebruikers en bezoekers van het gebouw.

4) Acties betrokken partijen

Alle bij het actieplan Toegankelijkheid voor de Bouw betrokken partijen voeren acties uit om het bewustzijn en de kennis over goede toegankelijkheid te verbeteren. Het betreffen hier acties gericht op de eigen achterban maar ook acties gericht op het verbinden van partijen en het verbreden van de kennis over goede toegankelijkheid. Hieronder heb ik een overzicht opgenomen van de verschillende acties die in dit verband door deze partijen zijn uitgevoerd of in gang zijn gezet.

Ieder(in)

Door Ieder(in) is van 7 tot 11 oktober 2019 (wederom) de Week van de Toegankelijkheid georganiseerd. Tijdens deze week hebben maatschappelijke organisaties laten zien hoe belangrijk het is om drempels weg te halen voor mensen met een beperking, zodat zij ook onbelemmerd deel kunnen nemen aan het maatschappelijke leven. De «kick-off» vond plaats in het Rijksmuseum. In de Week van de Toegankelijkheid zijn door het gehele land activiteiten met betrekking tot toegankelijkheid georganiseerd. Nieuw in 2019 was de participatie van Staatsbosbeheer met het toegankelijk maken van 40 natuurgebieden.

Bartiméus

Om actuele kennis op het gebied van toegankelijkheid voor mensen die blind of slechtziend zijn te delen en uit te wisselen heeft Bartiméus op 1 november 2019 een event georganiseerd met het thema «Toegankelijkheid in de Zorgwoningen»11. Hierbij waren zorgmanagers, huisvestingsmedewerkers, ontwerpers en projectinrichters aanwezig. Omdat voor zowel voor mensen met een visuele beperking als voor ouderen goede verlichting essentieel is, werkt Bartiméus ook aan continue ontwikkeling van kennis op het gebied van licht, verlichting en inrichting. Om deze kennis te delen geeft Bartiméus cursussen bij installateurs in de opleiding van OTIB (het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatie Bedrijf). Ook is Bartiméus bezig met het testen en toepassen van virtuele geleidelijnen binnen openbare gebouwen. Tijdens de opening van de Week van de Toegankelijkheid is hierover in het Rijksmuseum een demonstratie gegeven.

Branchevereniging Nederlandse Architecten (BNA)

Om bewustwording over goede toegankelijkheid onder haar leden te stimuleren heeft de BNA in 2019 naar aanleiding van het actieplan Toegankelijkheid voor de Bouw de door haar opgezette «Masterclass Toegankelijkheid» aangepast zodat die beter aansluit bij de behoefte van de doelgroep. De masterclass zal in 2020 wederom via de BNA-academie aan leden en achterban worden aangeboden. Uitgangspunt van de BNA bij het stimuleren van de bewustwording is dat er naast de wettelijke voorschriften meer gedaan kan worden om een mate van toegankelijkheid te realiseren die inclusief is voor alle mogelijke gebruikers van een gebouw. Bij de jurering van «Het beste gebouw van het jaar» besteedt de BNA daarom ook aandacht aan het thema toegankelijkheid. Ook werkt de BNA aan een witboek met inspirerende voorbeeldprojecten die laten zien hoe toegankelijkheid architectonisch en/of functioneel kan opgaan in het ontwerp van een gebouw. Met dit witboek richt de BNA zich niet alleen op haar leden maar ook op hun opdrachtgevers. Het is immers vaak de combinatie van opdrachtgever en architect die het verschil kan maken door in de beginfase van een bouwproject het onderwerp toegankelijkheid goed te adresseren.

NEPROM

De NEPROM werkt als branchevereniging aan het creëren van bewustzijn bij haar leden over goede toegankelijkheid door hieraan aandacht te geven bij bijeenkomsten, de leergang projectontwikkeling en in haar nieuwsbrief. Ook in het vernieuwde Handboek Projectontwikkeling, dat verplichte literatuur is bij de leergang projectontwikkeling, besteedt de NEPROM aandacht aan de toegankelijkheid van gebouwen.

VNG

De VNG heeft het project Iedereen doet mee! opgezet. Hieruit is een leernetwerk «Regie op bouwen» voortgekomen. In dit leernetwerk vindt uitwisseling plaats tussen diverse (koploper)gemeenten, de Ministeries BZK en VWS en betrokken medewerkers van de VNG over hoe gemeenten meer regie kunnen nemen op toegankelijk bouwen. In dit leernetwerk worden goede voorbeelden gedeeld en worden de ministeries gevoed met informatie en vragen waar gemeenten tegenaan lopen bij de bouw van toegankelijke gebouwen.

MKB-Nederland en VNO-NCW

MKB-Nederland en VNO-NCW werken aan het vergroten van het bewustzijn over goede toegankelijkheid. De ambitie daarbij is om 50.000 ondernemers te bereiken. Daarbij willen MKB-Nederland en VNO-NCW de keuzemogelijkheden voor mensen met een beperking verruimen en het inclusief denken in het bedrijfsleven bevorderen. Dit doen zij door middel van lokale toegankelijkheidspilots met betrokkenheid van de organisatie Ongehinderd, een groot aantal ontwikkelde en nog te ontwikkelen actieplannen en de lancering in 2019 van de samen met Thuiswinkel.org en Stichting Accessibility ontwikkelde Zelfscan Toegankelijkheid voor ondernemers. Met de jaarlijkse voortgangsrapportage van het programma «Onbeperkt meedoen!» van juni 201912 bent u door de Minister van VWS uitgebreid over deze acties geïnformeerd.

Aedes

Om sneller «de beste match» van bewoner en woning te vinden heeft Aedes in samenwerking met Bouwend Nederland en Techniek Nederland een beslisboom ontwikkeld. Het betreft hier een inventarisatie van de vastgoedvoorraad en de aanpasbaarheid daarvan voor mensen met een beperking. Samen met Platform 31 wordt de beslisboom nu bij een aantal woningcorporaties in de praktijk getoetst. Daarnaast werkt Aedes aan het programma «Langer Thuis Wonen voor ouderen en mensen met een beperking» («hoe bouwen/aanpassen wat nodig is») en aan het netwerk «Wonen en Zorg». Over «Wonen en Zorg» heeft Aedes in 2019 ook een goed bezochte bijeenkomst georganiseerd. Hier is ook stilgestaan bij gemengde woonvormen. Geclusterd wonen blijkt voor een deel van de ouderen en mensen met een beperking een aantrekkelijke optie te zijn. Geconcludeerd is dat er een opgave ligt en dat ook de woonomgeving op hen moet worden aangepast.

SKW Certificatie en VACpuntWonen

SKW Certificatie en VACpuntWonen hebben de handen ineengeslagen voor de verdere ontwikkeling van twee instrumenten de «Goed Wonen Check» en de «WoonKeuradviseur». Beide op elkaar afgestemde instrumenten geven aan de hand van criteria aan in hoeverre woningen in de bestaande voorraad geschikt/dan wel geschikt te maken zijn om mensen langer thuis te kunnen laten wonen. Het gaat hierbij om zowel ouderen als mensen met een beperking. Daarbij wordt gekeken naar twee niveaus, namelijk rollator- en rolstoelgeschikte woningen. Op basis van een opleiding en ontwikkelde software kunnen vrijwilligers zoals leden van VACpuntWonen, de ouderenbonden of cliëntorganisaties voor mensen met een beperking evenals professionals als aannemers, architecten en bouwkundigen rapportages opstellen per woningtype/woongebouw. De opleidingen voor beide instrumenten zijn recent gereed gekomen en de software is uitgetest. Binnenkort worden de eerste WoonKeuradviseurcertificaten uitgereikt aan medewerkers van een woningcorporatie. Met de WoonKeuradviseur en de Goed Wonen Check kan op snelle en efficiënte wijze de woningvoorraad in kaart worden gebracht. Zo wordt ingespeeld op de doelstelling van het Rijk dat alle gemeenten uiterlijk eind 2020 de opgave voor ouderen en andere mensen met een ondersteunings- of zorgbehoefte zoals mensen met een beperking hebben bepaald. Later dit jaar (vanaf mei) gaan SKW Certificatie en VACpuntWonen lokaal het gesprek aan met stakeholders voor verdere toepassing van het instrument in de praktijk.

5) Afsluitend

Met deze brief heb ik u geïnformeerd over acties en ontwikkelingen die op het gebied van toegankelijkheid in de gebouwde omgeving in gang zijn gezet.

Het Rijk geeft waar het rijksgebouwen betreft zoveel als mogelijk het goede voorbeeld, faciliteert betrokken partijen met een richtlijn en met goede voorbeelden in de praktijk, en het Rijk dwingt waar nodig ook af met wet- en regelgeving. Zie hiervoor de voorstellen voor aanpassing van de bouwregelgeving in het begin van deze brief. Het realiseren van de ambities met betrekking tot de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving ligt echter vooral op het lokale niveau. Het is daarom belangrijk dat partijen elkaar op lokaal niveau (blijven) aanspreken op het belang van goede toegankelijkheid.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstuk 33 990, nr. 63

X Noot
2

Kamerstuk 28 325, nr. 174

X Noot
3

Kamerstukken 32 757 en 24 170, nr. 154.

X Noot
4

Ieder(In) en ervaringsdeskundigen, Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA), Neprom, Aedes, Bouwend Nederland, VACpuntWonen (VpW), NEN, SKW Certificatie en de VNG. Later heeft ook Bartemeus (organisatie voor mensen die blind of slechtziend zijn) zich hierbij gevoegd.

X Noot
6

Kamerstuk 28 325, nr. 201

X Noot
7

Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 43

X Noot
8

Kamerstukken 32 847 en 29 453, nr. 421

X Noot
9

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
10

Kamerstuk 31 765, nr. 454

X Noot
12

Bijlage bij Kamerstuk 24 170, nr. 192

Naar boven