24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 192 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2019

Merkbaar minder drempels in het leven van mensen met een beperking, dat is het doel dat het kabinet met het programma Onbeperkt Meedoen nastreeft. Het programma bevat de kabinetsbrede ambitie en doelstelling voor de implementatie van het VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Kamerstuk 33 990). Op 13 juni 2018 heb ik u dit programma namens het kabinet toegestuurd (Kamerstuk 24 170, nr. 177). Op 14 juni 2018 had ik het genoegen het programma in het land in het bijzijn van ervaringsdeskundigen, gemeenten en bedrijfssectoren te presenteren. Juist de samenwerking van de overheid met deze partijen is randvoorwaardelijk om van het programma een succes te maken en daadwerkelijk het verschil te maken in het leven van mensen met een beperking.

Rondom het VN-verdrag is een brede landelijke beweging op gang gekomen: van maatschappelijke initiatieven tot maatregelen van de rijksoverheid. Samen met bestuurlijke partners (de Alliantie, VNG, VNO-NCW en MKB-Nederland), sectoren, bedrijven, organisaties en natuurlijk mensen met een beperking zelf, wil het kabinet binnen die beweging concrete stappen zetten richting een toegankelijke en inclusieve samenleving.

Het Ministerie van VWS heeft als coördinerend departement in samenwerking met alle deelnemende partijen een eerste voortgangsrapportage opgesteld. De rapportage is niet uitputtend, maar bevat een greep uit bestaande initiatieven, inspirerende projecten en maatregelen uit de periode 2018–2019. Ook bevat de rapportage een doorkijk naar de komende jaren.

Met het aanbieden van deze eerste voortgangsrapportage van het programma1, geef ik voor het jaar 2019 invulling aan mijn toezegging om ieder jaar voor de zomer een voortgangsrapportage over het programma Onbeperkt Meedoen aan de Tweede Kamer te sturen. Met de beschrijving van de stand van zaken in de actielijn Zorg en Ondersteuning binnen het programma, geef ik invulling aan mijn toezegging om de Tweede Kamer te informeren over het traject Levenslange en levensbrede zorg en ondersteuning.2 Met de beschrijving van de stand van zaken en de benoemde indicatoren op het onderdeel stemmen in de actielijn Participatie en Toegankelijkheid, geeft mijn ambtscollega van BZK uitvoering aan de motie van het lid Ozutök.3 Bij het onderdeel positieve beeldvorming in de rapportage geef ik invulling aan mijn toezegging om de Tweede Kamer te informeren over hoe de komende jaren ook aandacht zal worden besteed aan dit onderwerp.4

Deze rapportage laat de eerste voortgang van het programma zien, maar er is nog werk aan de winkel. Met de inzichten uit deze rapportage als basis zet ik gedurende het vervolg van het programma graag het werk voort met alle deelnemende partijen om drempels te slechten die mensen in de praktijk ervaren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 24 170, nr. 178.

X Noot
3

Kamerstuk 31 142, nr. 86.

X Noot
4

Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 17.

Naar boven