Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 32670 nr. 127 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 32670 nr. 127 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2017
De vaste commissie voor Economische Zaken heeft verzocht om een reactie op de conclusie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de «Tussenbalans van de Leefomgeving 2017»1 dat de milieudruk van de landbouw onverminderd groot is.
Daarnaast heeft zij verzocht om de een reactie op de meest recente PAS Monitoringsrapportage Stikstof van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Tussenbalans van de Leefomgeving 2017
Na een sterke daling van de milieudruk uit de landbouw in de periode 1990–2005 gaf het PBL in de Balans van de Leefomgeving 2014 en 2016 aan dat de daling stagneert en de milieudruk uit de landbouw op de natuur groot is. Desondanks herstelt de natuur op land volgens het PBL landelijk gemiddeld licht. In gebieden met een hoge natuurkwaliteit en in het agrarisch gebied treedt nog achteruitgang op.
Op verschillende terreinen is er de afgelopen jaren aanvullend beleid vastgesteld en de uitvoering hiervan in gang gezet. De effecten worden vaak pas op termijn zichtbaar. Daarbij is natuur ook een systeem dat langzaam reageert. Voorbeelden van ingezet beleid zijn de uitbreiding van het Natuurnetwerk Nederland door de provincies en een nieuw stelsel van agrarisch natuurbeheer.
Ik wil dieper ingaan op stikstof, gewasbescherming en de omvang veestapel, de aspecten die genoemd zijn in de observatie in de Tussenbalans van de Leefomgeving (pagina 27) dat de milieudruk van de landbouw onverminderd groot is.
Stikstof en ammoniak
Voor wat betreft ammoniak zijn de effecten van het recent ingezette beleid nu nog niet zichtbaar. Per 1 juli 2015 is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in werking getreden. Deze moet in 2030 leiden tot een situatie waarbij de achteruitgang voor natuur is stopgezet, het herstel zichtbaar is en de emissie/depositie van stikstof verder is gedaald.
In de PAS worden brongerichte maatregelen genomen die leiden tot een afname van stikstofdepositie, en herstelmaatregelen die leiden tot een versterking van de natuurwaarden in Natura 2000-gebieden.
In het kader van de PAS zijn met de landbouwsector afspraken gemaakt om de ammoniakemissies verder te reduceren. Dit heeft geleid tot een aanscherping van de normen voor de maximumemissie van ammoniak uit stallen in het Besluit emissiearme huisvesting en aanscherping van de normen voor de aanwending van dierlijke mest in het Besluit gebruik meststoffen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over vrijwillig door veehouders te treffen voer- en managementmaatregelen.
Gewasbescherming
In de nota «Gezonde Groei, Duurzame Oogst» (Kamerstuk 27 858, nr. 146) is één van de doelen het verminderen van de overschrijding van de milieukwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater tot nagenoeg nul in 2023. Om dit doel te realiseren zijn in de nota concrete maatregelen opgenomen, zoals het verbreden van de teeltvrije zone, het verminderen van de drift en het invoeren van een zuiveringsplicht voor de glastuinbouw. Deze treden later in werking dan oorspronkelijk de bedoeling was. Dit, in combinatie met enige vertraging in het signaleren van verbeteringen, kan een verklaring zijn van de constatering van het PBL. Dit sluit overigens ook aan op de bevindingen vanuit het Landelijk Meetnet Gewasbeschermingsmiddelen. De tussenevaluatie van de nota zal in 2019 inzicht geven in de mate waarin de doelen worden behaald, en suggesties doen voor mogelijke aanvullende maatregelen.
Omvang veestapel
In de «Tussenbalans van de Leefomgeving» wordt de omvang van de veestapel aangegeven als één van de oorzaken van de procentuele stijging van het aandeel van de veehouderij aan de uitstoot van broeikasgassen. De omvang van de varkens- en pluimveestapel wordt nu al begrensd via een stelsel van productierechten. Uw Kamer heeft recent het fosfaatbeleid voor de melkveehouderij vastgesteld, dat de omvang van de melkveestapel verder beperkt, door in te stemmen met het wetsvoorstel ter introductie van het stelsel van fosfaatrechten en het bespreken van het fosfaatreductieplan. De Tussenbalans gaat in op het nog onbekende eindresultaat van het fosfaatreductieplan. De tweede kwartaalrapportage over de voortgang van het fosfaatreductieplan 2017, die uw Kamer op 18 augustus jl. heeft ontvangen (Kamerstuk 33 037, nr. 221), laat zien dat de benodigde reductie van 8,2 miljoen kilogram fosfaat in 2017 binnen bereik is mede door de afname van de rundveestapel met 160.000 dieren. De inzet is er op gericht deze daling de rest van het jaar vast te houden. Deze maand stuur ik uw Kamer de derde kwartaalrapportage toe.
Het PBL en het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) hebben in het rapport «Effort Sharing Regulation 2030, gevolgen voor Nederland»2 (2016) mogelijke technische maatregelen beschreven om de klimaatdoelen in 2030 te halen. Het gaat daarbij om technische maatregelen in alle sectoren. Volumemaatregelen maken geen deel uit van dit maatregelenpakket, dus ook niet voor de veehouderij. De sector zelf is zich bewust van de klimaatopgave en zet zich daar door middel van verschillende initiatieven voor in.
PAS Monitoringsrapportage Stikstof 2016
U heeft tevens verzocht om een reactie op de «PAS Monitoringsrapportage Stikstof: Stand van zaken 2016»3 van het RIVM.
De monitoringsrapportage 2016 geeft inzicht in de stikstofemissie en -depositie in 2014 en de trends voor 2020 en 2030. Daarnaast geeft het inzicht in de ontwikkelingsruimte die door de PAS gecreëerd wordt. Met de monitoring worden de doelstellingen van de PAS bewaakt. De inzichten van de rapportage worden benut voor de komende actualisaties van de PAS.
Het goede nieuws is dat het rapport laat zien dat de emissie en depositie van stikstof dalend is. De prognose voor de daling richting 2030 komt overeen met de prognose die gehanteerd is bij de totstandkoming van de PAS.
Zoals al bekend lopen de ammoniakconcentratiemetingen niet in lijn met de berekende emissiedalingen. De metingen laten een licht stijgende trend zien in de periode 2005–2014. Om dit te verklaren wordt in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken nader onderzoek uitgevoerd.
De doelstelling om door de PAS ruimte voor economische ontwikkeling te creëren wordt gerealiseerd. In de periode 2015–2017 zijn ruim 3100 meldingen geregistreerd en 4300 vergunningen vergund met toedeling van ontwikkelingsruimte. Het grootste gedeelte is afkomstig uit de landbouwsector. In de meeste gebieden is nog ruimte voor verdere ontwikkeling, voor specifieke gebieden is de vrije ruimte voor vergunningverlening beperkt. Dit is niet aan de orde voor prioritaire projecten, daarvoor is apart ruimte gereserveerd.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32670-127.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.