Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 september 2018
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
de publicatie «Monitor Infrastructuur en Ruimte 2018» aan van het Planbureau voor
de Leefomgeving (PBL)1, waarom door uw Kamer op 4 juli 2012 bij de behandeling van de Structuurvisie Infrastructuur
en Ruimte is verzocht (Kamerstuk 32 660, nr. 53).
De monitor wordt gemaakt door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in samenwerking
met het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM), het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS) en het Rijksinstituut voor Cultureel Erfgoed (RCE). De monitor omvat
de dertien nationale belangen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR).
Het betreft de derde vervolgmeting en geeft informatie over de ontwikkeling van 2000–2016/2017.
In het notaoverleg over de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van 14 november
2011 (Kamerstuk 32 660, nr. 49) met de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heb ik toegezegd in deze monitor
ook aandacht te besteden aan de effecten van het schrappen van rijksbeleid ten aanzien
van ruimtelijke ordening. Ook is toegezegd dat in de monitor de werking van de ladder
voor duurzame verstedelijking opgenomen wordt. Beide onderwerpen vormen onderdeel
van dit rapport.
Het PBL is een onafhankelijk instituut dat werkt volgens de Aanwijzingen van de Planbureaus, welke op 21 februari 2012 in de Staatscourant werd gepubliceerd. De inhoud van de
publicaties van het PBL behoeft niet het standpunt van het kabinet weer te geven.
Een gelijkluidende brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer