nr. 25
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2009
In de procedurevergadering van de Vaste Commissie voor Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 september 2009 is naar aanleiding
van recente berichtgeving in Binnenlands Bestuur gevraagd om nadere informatie
over de invoeringsdatum van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
en de stand van zaken van de ICT-ontwikkeling. Met deze brief voldoe ik aan
dit verzoek.
Zoals ik recent nog tijdens het wetgevingsoverleg van 29 juni 2009
(31 953, nr. 24) over het voorstel van Invoeringswet Wabo heb aangegeven,
zijn mijn inspanningen gericht op inwerkingtreding van de Wabo op 1 januari
2010. Ik zet mij voluit in voor een spoedige inwerkingtreding, maar tegelijkertijd
ben ik mij ervan bewust dat de invoering ook zorgvuldig moet zijn. Er is een
aantal factoren dat hierop invloed heeft, namelijk:
1. De stand van zaken van het ICT-instrument en de toegezegde tussentijdse
evaluatie.
2. De stand van zaken van de benodigde wet- en regelgeving.
3. De benodigde tijd voor invoering bij overheden (rijk, provincies, gemeenten
en adviseurs).
Op al deze aspecten wil ik hierna ingaan.
1. De stand van zaken van het ICT-instrument en de
toegezegde tussentijdse evaluatie
Het bouwen van het ICT-instrument is een heel eind gevorderd. De verwachting
is dat het ICT-instrument op voldoende niveau kan worden afgerond in december
2009. De datum van de technische realisatie van het ICT-instrument nadert
hiermee wel dicht de datum van daadwerkelijke invoering/uitvoering (zie Rekenkamer-rapporten
inzake lessen uit ICT-projecten).
In de eerste week van oktober zal de ICT-tool worden getest door VNG en
IPO. Daaruit zal blijken of bij deze organisaties voldoende vertrouwen is
in de realisatie van de tool in december. Een dezer dagen komt ook de risicoanalyse
van het externe bureau dat ik, tezamen met de testresultaten, voornemens ben
in oktober 2009 aan uw Kamer te zenden. Dit overeenkomstig de toezegging in
uw Kamer tijdens het wetgevingsoverleg van 26 juni 2009 om uw Kamer te
informeren over de stand van zaken en werking van ICT-voorzieningen.
Bij het afronden van de tool in december komt de vraag op of de uitvoerende
overheden er dan op voldoende niveau mee kunnen werken. De oefentijd is immers
door het krappe bouwtraject maar kort. Er komen steeds meer signalen van gemeenten
dat het helpend zou zijn als hiervoor nog inregeltijd beschikbaar is.
2. Wet- en regelgeving Wabo
De behandeling van het voorstel voor de Invoeringswet Wabo in de Eerste
Kamer loopt momenteel nog. De inbrengdatum van de Vaste Commissie voor Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie (VROM/WWI) voor
het schriftelijke (voorlopig) verslag is gepland op 6 oktober 2009.
De voorhangprocedure bij de Eerste Kamer van het ontwerp-Besluit omgevingsrecht
(Bor) is ook nog niet afgerond. De Vaste Commissie voor VROM/WWI heeft per
brief van 10 juli vragen over het ontwerp gesteld die op 23 juli
2009 door mij beantwoord zijn (kamerstukken I 2008/09, 30 844, M en 31 953).
Ten behoeve van een snelle doorlooptijd heb ik aan de Eerste Kamer gevraagd
of er van die zijde bezwaren bestaan tegen het op korte termijn aanbieden
van het gewijzigde ontwerp-Bor aan de Raad van State. De Eerste Kamer heeft
inmiddels aangegeven eerst nog een reactie te zullen geven op de brief (nadere
vragen).
Na de afronding van de discussie met de Eerste Kamer zal het ontwerp-Bor
voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State. Het is op dit moment
niet exact te voorspellen op welke termijn plaatsing van het besluit in het
Staatsblad mogelijk is.
Het ontwerp-Bor is overigens inmiddels aangepast naar aanleiding van de
ontvangen inspraakreacties en de reacties van de Tweede Kamer. In het bijzonder
is het ontwerp aangepast aan de door de Tweede Kamer aangenomen motie Boelhouwer/Wiegman
inzake vergunningvrij bouwen (Kamerstukken II 2008/09, 31 953, nr. 23).
3. Benodigde tijd voor invoering
Betrokken overheden hebben al heel veel gedaan aan de invoering van de
Wabo. Mijn departement ondersteunt deze invoering in samenwerking met de uitvoerende
overheden onder meer met een uitgebreid opleidingstraject via het concept
van «train de trainer».
Echter pas als de wetgeving definitief vaststaat en het ICT-instrument
is gerealiseerd, kan implementatie van het nieuwe stelsel worden afgerond
via interne opleidingen, applicaties, verordeningen, documenten, procedures,
instructies voor de andere betrokken uitvoerende medewerkers, enzovoorts.
Zo is bijvoorbeeld de exacte formulering van de regelgeving van het vergunningvrij
bouwen, de daarbij gelegde relatie met het bestemmingsplan en de precieze
bevoegdhedenverdeling in de wetgeving nog van groot belang voor de uitvoering.
Conclusie
1. Ik doe er alles aan om het ICT-instrument nog dit jaar op voldoende
niveau te realiseren. U ontvangt hierover nog een analyse in oktober 2009.
2. Ik streef naar een spoedige afronding van de wet- en regelgeving in
het parlement. De proceduretijd van het ontwerp-Bor kan nog doorlopen tot
na 1 januari 2010.
3. De oefen- en inregeltijd van het ICT-instrument voor de uitvoerende
overheden zal nog enige tijd in beslag nemen. Ook de praktische aanpassingen
aan de afgeronde wetgeving kosten op uitvoeringsniveau nog enige tijd.
Verantwoorde invoeringsdatum
Ondanks het feit dat ik het parlementaire traject en de ICT-tool dit jaar
hoop af te ronden, wil ik vanwege een zorgvuldige invoering van de Wabo nog
tijd geven aan de betrokken overheden. Ik acht inwerkingtreding van de Wabo
3 maanden na publicatie van de benodigde wetgeving in het Staatsblad verantwoord.
Hiermee geef ik meer zekerheid aan de vergunningaanvragers dat de Wabo echt
gebruiksklaar is op het moment van invoeren. In en na deze periode zal ik
de betrokken overheden, bedrijven en burgers blijven ondersteunen bij de benodigde
invoeringsactiviteiten.
Een afschrift van deze brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer