nr. 10
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 8 september 2009
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel B, wordt in het opschrift van artikel 10a «Art.
10a» vervangen door: Artikel 10a..
B
In artikel I wordt na onderdeel E ingevoegd onderdeel E1, luidend:
E1
Na artikel 45 wordt ingevoegd artikel 45a, luidend:
Artikel 45a. Informeren ouders bij zeer zwakke school
Indien de inspectie op basis van een onderzoek als bedoeld in artikel
11 of artikel 15 van de Wet op het onderwijstoezicht, in het inspectierapport,
bedoeld in artikel 20 van genoemde wet, tot het oordeel is gekomen dat sprake
is van een zeer zwakke school, informeert het bevoegd gezag de ouders van
de leerlingen van de school hierover door middel van in ieder geval de toezending
van de door de inspectie opgestelde samenvatting van het inspectierapport
welke samenvatting gelijktijdig met het inspectierapport ter beschikking is
gesteld van het bevoegd gezag. De toezending, bedoeld in de eerste volzin,
geschiedt binnen vier weken na de vaststelling van het inspectierapport.
C
In artikel II wordt na onderdeel E ingevoegd onderdeel E1, luidend:
E1
Na artikel 48 wordt ingevoegd artikel 48a, luidend:
Artikel 48a. Informeren ouders bij zeer zwakke school
Indien de inspectie op basis van een onderzoek als bedoeld in artikel
11 of artikel 15 van de Wet op het onderwijstoezicht, in het inspectierapport,
bedoeld in artikel 20 van genoemde wet, tot het oordeel is gekomen dat sprake
is van een zeer zwakke school, informeert het bevoegd gezag de ouders van
de leerlingen van de school hierover door middel van in ieder geval de toezending
van de door de inspectie opgestelde samenvatting van het inspectierapport
welke samenvatting gelijktijdig met het inspectierapport ter beschikking is
gesteld van het bevoegd gezag. De toezending, bedoeld in de eerste volzin,
geschiedt binnen vier weken na de vaststelling van het inspectierapport.
D
In artikel III, onderdeel B, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. De aanhef wordt vervangen door: Na artikel 23a wordt ingevoegd
artikel 23a1, luidend:;
2. In het opschrift van artikel 23a1 wordt «Art. 23a1»
vervangen door: Artikel 23a1..
E
In artikel III wordt na onderdeel B ingevoegd onderdeel B1, luidend:
B1
Na artikel 23b wordt ingevoegd artikel 23c, luidend:
Artikel 23c. Informeren ouders bij zeer zwakke school
Indien de inspectie op basis van een onderzoek als bedoeld in artikel
11 of artikel 15 van de Wet op het onderwijstoezicht, in het inspectierapport,
bedoeld in artikel 20 van genoemde wet, tot het oordeel is gekomen dat sprake
is van een zeer zwakke school, informeert het bevoegd gezag de ouders van
de leerlingen van de school hierover door middel van in ieder geval de toezending
van de door de inspectie opgestelde samenvatting van het inspectierapport
welke samenvatting gelijktijdig met het inspectierapport ter beschikking is
gesteld van het bevoegd gezag. De toezending, bedoeld in de eerste volzin,
geschiedt binnen vier weken na de vaststelling van het inspectierapport.
F
Na artikel V wordt ingevoegd artikel Va, luidend:
Artikel Va
Na artikel 13 van de Wet op het onderwijstoezicht wordt ingevoegd artikel
13a, luidend:
Artikel 13a. Informeren ouders
Indien het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair
onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en artikel 1 van de
Wet op het voortgezet onderwijs, niet of niet tijdig voldoet aan de verplichting,
bedoeld in artikel 45a van de Wet op het primair onderwijs, artikel 48a van
de Wet op de expertisecentra of artikel 23c van de Wet op het voortgezet onderwijs,
zendt de inspectie de samenvatting van het inspectierapport, bedoeld in die
artikelen, in de vijfde week na vaststelling van het inspectierapport aan
de ouders van de leerlingen.
Toelichting
Deze nota van wijziging legt bevoegde gezagsorganen van zeer zwakke scholen
de verplichting op de ouders hierover te informeren. Die informatie behelst
de toezending van de publieksvriendelijke samenvatting van het oordeel van
de inspectie over de desbetreffende school. Het bevoegd gezag moet de ouders
binnen 4 weken na vaststelling van het inspectierapport informeren. Als het
bevoegd gezag deze informatieverplichting niet of niet tijdig nakomt, gaat
de inspectie over tot toezending. Voor het voortgezet onderwijs geschiedt
dat vanaf de inwerkingtreding van het wetsvoorstel in de vijfde week na vaststelling
van het inspectierapport. Dit hangt samen met het feit dat het persoonsgebonden
nummer in het voortgezet onderwijs volledig is ingevoerd. Voor het primair
onderwijs zal dit qua termijn pas mogelijk zijn bij volledige invoering van
het persoonsgebonden nummer. De genoemde termijn komt overeen met het moment
van openbaar maken van het rapport (art. 21 van de Wet op het onderwijstoezicht).
Deze procedure leidt er toe dat de ouders de informatie hebben voordat de
school op de lijst van zeer zwakke scholen van de inspectie wordt gepubliceerd.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. A. M. Dijksma
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart