nr. 50
GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN ROEMER EN ROEFS TER VERVANGING
VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 48
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat uit berekeningen van de gemeente Amsterdam en een hierop
uitgevoerde onafhankelijke TNO-validatie blijkt dat een milieuzone voor personenauto’s
in Amsterdam een effectieve maatregel kan zijn, maar dat nationaal onderzoek
van Goudappel Coffeng deze onderzoeken van Amsterdam lijkt tegen te spreken;
overwegende, dat er nog geen nationale afspraken over de milieuzones voor
personenauto’s zijn en er daardoor een gevaar is dat er een lappendeken
aan milieuzones ontstaat;
overwegende, dat landelijke maatregelen voor het weren van vervuilende
auto’s vermoedelijk eenvoudiger en effectiever zullen zijn;
overwegende, dat een milieuzone ingrijpende gevolgen heeft voor de inwoners
van een stad en de alternatieven goed op orde dienen te zijn;
voorts overwegende, dat Amsterdam medio 2009 vermoedelijk een milieuzone
wil invoeren, maar hier nu al toe wil besluiten;
verzoekt de regering:
– uiterlijk in april 2009 duidelijk te maken wat voor effecten op
milieu, economie en mobiliteit een milieuzone voor personenauto’s kan
hebben voor afzonderlijke steden indien luchtkwaliteitsnormen overschreden
worden;
– indien milieuzonering in april 2009 onvermijdelijk blijkt om de
NSL-doelen te halen, in overleg met onder andere de VNG landelijke afspraken
voor deze milieuzones op te stellen om een lappendeken te voorkomen;
– zolang er geen landelijke afspraken voor een milieuzone voor personenauto’s
zijn deze milieuzones niet toe te laten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Roemer
Roefs