31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 264 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2012

Hierbij ontvangt u mijn beleidsreactie op het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de buitenlandse vestigingen en enkele Nederlandse opleidingen van Stenden hogeschool1. Een van de aanleidingen van dit onderzoek is het feit dat de inspectie in haar eerdere rapportage over de financiële aspecten van de internationale activiteiten van Stenden hogeschool een aantal zaken heeft geconstateerd ten aanzien van de kwaliteit van de opleidingen. Deze gaven haar aanleiding een nader onderzoek in te stellen. Ik heb u bij brief van 10 juni 2011 (31 288, nr. 183) geïnformeerd over het rapport ten aanzien van de financiering. In deze brief is tevens een aantal maatregelen aangekondigd die Stenden hogeschool diende te treffen. Een tweede aanleiding voor het voorliggende rapport is dat de inspectie signalen ontving over zowel de kwaliteit als de naleving van de onderwijswetgeving ten aanzien van deze en nog twee andere activiteiten. Voorliggende rapportage betreft het onderzoek ten aanzien van de kwalitatieve aspecten. Hierna ga ik in op de bevindingen van de inspectie en de daaraan verbonden conclusies en de door haar te ondernemen vervolgacties.

Bacheloropleidingen in het buitenland

Stenden hogeschool verzorgt een drietal opleidingen in Qatar, Zuid-Afrika, Thailand en op Bali. De studenten volgen hun gehele opleiding in het buitenland op contractbasis. Daarmee is Stenden vooruitgelopen op de regeling van de buitenlandse nevenvestigingen in de Wet versterking besturing, zoals ook al in het eerdere rapport van de inspectie is geconstateerd. De inspectie heeft bij deze opleidingen gekeken naar de kwaliteitsborging en de naleving van de wettelijke voorschriften. Daarbij heeft zij de activiteiten van Stenden hogeschool onder meer getoetst aan de beleidsnotitie «Nederlands hoger onderwijs in het buitenland» die bij brief van 26 maart 2007 met kenmerk HO/BS/07/6123 aan de instellingen is bekendgemaakt en de Gedragscode internationale student in het Nederlandse hoger onderwijs. Een belangrijke constatering van de inspectie in dezen is dat de buitenlandse studenten niet voldoen aan het criterium in genoemde beleidsnotitie dat de studenten minimaal een kwart van hun opleiding in Nederland volgen. Voorts merkt de inspectie op dat de inhoud, begeleiding en beoordeling van het praktijkgedeelte en de afstudeerprocedures onvoldoende gewaarborgd zijn. Daarbij merkt zij op dat Stenden de afgelopen anderhalf jaar veel inspanningen heeft geleverd om de kwaliteit van het onderwijs op de buitenlandse vestigingen te borgen en af te stemmen op het onderwijs in Nederland. De inspectie constateert dat het Responsibility document van Stenden uit 2011 voor de toekomst een goed startpunt biedt om de onderwijsprocessen op de buitenlandse nevenvestigingen af te stemmen op die in Leeuwarden. Ten aanzien van de wettelijke voorschriften constateert de inspectie dat deze niet op alle punten zijn nageleefd: er is niet gewerkt met vrijstellingen, de informatievoorziening aan studenten is niet geheel op orde en de klachtenregeling is niet overal volledig. Op grond van deze bevindingen trekt de inspectie de conclusie dat ten onrechte 259 graden aan buitenlandse studenten zijn verleend. Deze conclusie is onder andere ingegeven door het feit dat Stenden is vooruitgelopen op de regelgeving voor buitenlandse activiteiten en dat daarmee heeft gehandeld in strijd met de meergenoemde beleidsregel ter zake. De inspectie merkt echter ook op dat er bij Stenden onduidelijkheid was over deze beleidsregel. Tegen deze achtergrond stelt de inspectie dat er direct een einde moet komen aan de bestaande werkwijze en dat er een oplossing voor de graadverlening aan de zittende studenten moet worden gevonden door Stenden hogeschool.

Leerwerktraject in het University Hotel en onbekostigde masters

Ten aanzien van deze trajecten heeft de inspectie geen bevestiging kunnen vinden van door de haar ontvangen signalen. Wel heeft de inspectie bij de onbekostigde masteropleiding International Leisure and Tourism Studies mogelijke onregelmatigheden geconstateerd ten aanzien van de registratie en de naleving van de Vreemdelingenwet.

Vervolgacties van de inspectie

In haar rapport kondigt de inspectie naar aanleiding van haar onderzoek aan een aantal afspraken met het College van Bestuur van Stenden hogeschool te maken gericht op de beëindiging van de door de inspectie geconstateerde onregelmatigheden. Verder heeft de inspectie aangekondigd de herstelacties die ze heeft afgesproken met Stenden hogeschool te zullen controleren. Zonodig moeten deze worden afgedwongen met sancties in de sfeer van de bekostiging. Daarnaast heeft de inspectie mij in overweging gegeven in overleg met Stenden hogeschool tot een oplossing te komen over de graadverlening aan de zittende studenten van de buitenlandse vestigingen. De inspectie monitort de afspraken die uit dat overleg voortkomen.

Beleidsreactie op het rapport van de Inspectie van het Onderwijs

De acties die de inspectie vanuit haar nieuwe verantwoordelijkheid met betrekking tot handhaving van de regelgeving heeft ondernomen en nog zal ondernemen zijn naar mijn oordeel adequaat. Ik onderschrijf het standpunt van de inspectie dat de activiteiten in het buitenland in de huidige vorm moeten worden beëindigd. Inmiddels heeft Stenden hogeschool mij laten weten te zullen opereren conform de beleidslijn neergelegd in de eerder genoemde notitie «Nederlands hoger onderwijs in het buitenland». Dat betekent dat Stenden hogeschool van nieuwe studenten (voor het eerst ingeschreven voor het studiejaar 2012–2013 en daarna) verlangt dat zij minimaal een kwart van de opleiding in Nederland volgen om in aanmerking te kunnen komen voor een Nederlands diploma. Zittende studenten worden in de gelegenheid gesteld een kwart van hun opleiding in Nederland te volgen. Ook de wettelijke eisen rond kwaliteitsborging zullen strikt worden nageleefd. Daarnaast heb ik, conform de aanbeveling van de inspectie, afspraken gemaakt met Stenden hogeschool over de zittende studenten. Stenden hogeschool heeft mij voorstellen gedaan over de graadverlening aan zittende studenten vanwege bij hen gewekte verwachtingen. De voorstellen komen erop neer dat wordt zekergesteld dat, conform de formele eisen van de wet, gewerkt gaat worden met vrijstellingen op individueel niveau. Daarnaast zijn voorstellen gedaan voor de borging van de kwaliteit van het eindniveau op de buitenlandse vestigingen door middel van extra beoordelingen door externe beoordelaars. Ik ben van mening dat met de voorgestelde intensieve dubbele controle op de examens de kwaliteit van de buitenlandse afstudeertrajecten voor deze zittende studenten voldoende gewaarborgd is.

De inspectie zal de gemaakte afspraken monitoren.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven