Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 31288 nr. 183 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 31288 nr. 183 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2011
Hierbij ontvangt u mijn beleidsreactie betreffende de constateringen van de Inspectie van het Onderwijs in het rapport «Onderzoek financiering buitenlandse activiteiten Stenden Hogeschool» van 27 mei 2011.1
De inspectie heeft een onderzoek uitgevoerd naar de vraag of de internationale activiteiten van Stenden Hogeschool zijn gefinancierd met publieke middelen. Stenden Hogeschool is de rechtsopvolger van de Christelijke Hogeschool Nederland (CHN) en de Hogeschool Drenthe. CHN is destijds de activiteiten in het buitenland gestart en was in de onderzoeksperiode verantwoordelijk voor deze activiteiten. In dit onderzoek heeft de inspectie op hoofdlijnen de bestuurlijke inrichting en het bestuurlijk handelen van Stenden Hogeschool in kaart gebracht. Daarbij zijn de volgende vragen beantwoord:
a) Wat is de herkomst van de ingezette middelen voor activiteiten in het buitenland (publieke middelen dan wel private middelen)?
b) Hoe verhoudt de inzet van deze middelen zich tot wet- en regelgeving?
De inspectie heeft vooral gekeken naar de onderwijsactiviteiten die Stenden in het buitenland uitvoert. Het gaat dus niet om activiteiten rond internationalisering in Nederland, waaronder de instroom van buitenlandse studenten en het volgen van stages in het buitenland of de rol van de Raad van Toezicht. Evenmin is in dit onderzoek de kwaliteit van opleidingen onderzocht. De inspectie is inmiddels een vervolgonderzoek gestart naar de kwaliteit van de opleidingen. Dit onderzoek zal naar verwachting in het najaar van 2011 zijn afgerond.
Ik zal eerst samenvatten wat de inspectie heeft geconstateerd in haar rapport voordat ik inga op mijn beleidsreactie en vervolgstappen. In deze brief ga ik ook in op het vervolgonderzoek van de inspectie naar de kwaliteit van de buitenlandse opleidingen.
Totaaloordeel
Uit de conclusies van het rapport komt naar voren dat Stenden een goede organisatorische scheiding tussen private internationale activiteiten en publieke activiteiten heeft aangebracht in de organisatiestructuur. Toch is in sommige gevallen sprake van risico van weglek van publieke middelen. Dit risico moet door Stenden worden gedekt.
Conclusies uit het Inspectierapport
In het rapport van de inspectie worden de volgende conclusies getrokken over financiering van buitenlandse activiteiten van Stenden Hogeschool:
– Stenden is actief met onderwijsactiviteiten in het buitenland en loopt daarmee vooruit op een wijziging over vestigingen in het buitenland die is voorzien bij de invoering van Versterking Besturing.
– Stenden voert deze activiteiten wat betreft de organisatiestructuur uit in de geest van de randvoorwaarden in Versterking Besturing. Er is een administratieve scheiding tussen publieke activiteiten en de private activiteiten in het buitenland.
– De Grand Tour (studenten aan reguliere opleidingen in Nederland volgen het programma deels in het buitenland) wordt voor een belangrijk deel publiek gefinancierd. Het gaat om totaal ca. € 1 mln. in 2009. Dit is op zich niet bezwaarlijk omdat het om financiering van onderwijs aan Nederlandse studenten gaat. Echter, Stenden houdt bij de vaststelling van de bijdrage Grand Tour, geen rekening met het prijspeil voor de vestigingslanden van de buitenlandse sites.
– Bovendien ligt het collegegeld dat door buitenlandse instituten aan buitenlandse studenten wordt gevraagd voor een gehele opleiding naar verhouding fors lager dan de bijdrage per student die Stenden beschikbaar stelt in het kader van de Grand Tour. Dit duidt er mogelijk op dat met de bijdrage vanuit de Grand Tour deels ook de opleidingen van buitenlandse studenten worden gefinancierd.
– Door vermenging van publieke en private middelen in de buitenlandse activiteiten (financiering Grand Tour) bestaat het risico dat publieke middelen weglekken naar het private vermogen van de hogeschool.
– Stenden registreert niet altijd zuiver en consistent de kosten van de indirecte dienstverlening aan de buitenlandse sites. Hiermee is er een risico van weglekken van publieke middelen naar het private vermogen van Stenden ter hoogte van € 214 600.
Beleidsreactie
De uitkomsten van het inspectieonderzoek geven mij geen aanleiding tot grote zorgen. Stenden beschikt over de juiste organisatiestructuur om er voor te (kunnen) zorgen dat er geen vermenging optreedt tussen publieke en private middelen. In sommige gevallen bestaat risico van weglek van publieke middelen naar het private domein van Stenden. Stenden moet er voor zorgen dat dit in de toekomst niet meer het geval is. Daartoe moet men de volgende maatregelen treffen.
Maatregelen naar aanleiding van het inspectierapport
1. Stenden neemt met onmiddellijke ingang maatregelen om te voorkomen dat onderwijs in het buitenland met publieke middelen wordt gefinancierd.
2. Stenden brengt onderscheid aan in de kosten van de indirecte dienstverlening aan de instellingen in het buitenland om daarmee het risico van weglekken van publieke middelen naar het private vermogen van Stenden tegen te gaan.
3. Stenden geeft aan op welke wijze zij in de toekomst rekening houdt met het prijspeil in de betreffende landen.
4. Stenden moet in het vervolg voorkomen dat door de relatief hoge Grand Tour vergoeding (voor de eigen studenten ten opzichte van de lokale collegegelden) een vermenging op van publieke en private middelen optreedt.
Stenden zal de gekozen oplossingsrichting aan OCW voorleggen.
Het was bij OCW bekend dat Stenden een aantal buitenlandse activiteiten ondernam die vooruitliepen op de regeling van buitenlandse nevenvestigingen in het wetsvoorstel Versterking Besturing. De inwerkingtreding van het desbetreffende artikel is echter uitgesteld, omdat daarvoor nog een AMvB dient te worden opgesteld. Tegen die achtergrond wordt Stenden bericht dat zij zich in afwachting daarvan aan de nu geldende regelgeving moet houden, ook wat betreft het afgeven van Nederlandse diploma’s aan buitenlandse studenten in het buitenland. Dit betekent dat onder meer de graadverlening door de Nederlandse instelling in Nederland te dient te worden verzorgd. Stenden geeft op korte termijn aan welke stappen daartoe worden genomen.
Vervolgonderzoek van de inspectie naar de kwaliteit van de buitenlandse opleidingen
Tijdens het onderzoek naar de financiering van de buitenlandse activiteiten van Stenden heeft de inspectie een aantal zaken geconstateerd die aanleiding geven voor een vervolgonderzoek bij Stenden. Dit onderzoek gaat over de kwaliteit van de buitenlandse opleidingen. De inspectie verwacht dit rapport eind 2011 te kunnen opleveren.Bezien moet worden of op basis van de uitkomsten van dit onderzoek nog aanvullende maatregelen richting Stenden nodig zijn.
Vragen uit het verslag van een schriftelijk overleg
Medio maart 2011 is een conceptverslag van een schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan mij voorgelegd. Voor de beantwoording van de daarin gestelde vragen naar aanleiding van mijn brief van 18 februari 2011 aan de Tweede Kamer over het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar Stenden Hogeschool zijn de conclusies van de inspectie in het thans voorliggende rapport van belang. U ontvangt binnenkort mijn reactie op uw vragen in het schriftelijke overleg.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31288-183.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.