31 125 Defensie Industrie Strategie

Nr. 53 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 januari 2015

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 26 november 2014 inzake de prioritaire sourcingprojecten (Kamerstuk 31 125, nr. 44).

De Minister van Defensie heeft deze vragen beantwoord bij brief van 9 januari 2015. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

Adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff

1.

Keert het sourcingsproces Informatievoorziening/Informatie- en communicatietechnologie (IV/ICT) een volgende keer terug in deze jaarlijkse rapportage of zal de Kamer afzonderlijk over het IV/ICT traject geïnformeerd worden?

Omdat de IT-sourcingstrategie op dit moment wordt herijkt, heb ik besloten dit onderwerp dit keer niet op te nemen in de jaarlijkse rapportage over sourcing bij Defensie. Na de voltooiing van de herijking zal ik u over de uitkomsten daarvan separaat informeren. In het vervolg zal IT-sourcing weer in de jaarlijkse rapportage worden opgenomen.

2.

In het AO sourcing op 26 maart 2014 heeft u toegezegd de Kamer te informeren over de taakstelling van 48 miljoen euro en de mogelijke opbrengsten van sourcing (Kamerstuk 31 125, nr. 27 ). In de brief van 14 oktober 2014 wordt hierover alleen gezegd dat de taakstelling is verwerkt in de meerjarige begroting en dat de Commando Diensten Centra (CDC), Defensie Materieel Organisatie (DMO) en de Bestuursstaf op basis daarvan maatregelen nemen. Er wordt een aantal (interne) maatregelen genoemd, maar deze worden niet gespecificeerd en voorzien van (streef-) bedragen. Kunt u per onderwerp en beleidsterrein aangeven welke bedragen worden ingeboekt en hoe deze behaald moeten worden? Ligt de realisatie op schema?

De maatregelen zoals genoemd in de brief van 14 oktober jl. (Kamerstuk 33 763, nr. 58) zijn in de begroting 2015 als volgt verwerkt in de apparaatsbudgetten met de onderstaande verdeling over de beleidsartikelen en de agentschappen:

(Bedragen x € 1 miljoen)

2016

2017

2018

Structureel

Departementale taakstelling (totaal)

17,0

39,0

48,0

48,0

Kerndepartement

6,6

26,0

31,0

31,0

Operationele commando’s

1,1

7,5

7,5

7,5

DMO

3,7

6,1

9,2

9,2

CDC

0,9

7,3

11,2

11,2

BS

0,9

5,1

3,2

3,2

Agentschappen

10,4

13,0

17,0

17,0

DTO

7,2

8,8

8,8

8,8

DVD

3,2

4,2

7,2

7,2

Paresto

   

1,0

1,0

De opbrengsten komen uit verschillende maatregelen die door de betrokken defensieonderdelen zijn opgebracht. De bedragen bij de operationele commando’s betreft de doorwerking van defensiebrede maatregelen. De maatregelen zijn verwerkt in de nieuwe financiële en formatiekaders per defensieonderdeel. Die financiële kaders maken deel uit van de begroting en daarmee is de opbrengst van de financiële taakstelling gewaarborgd. Zoals ik eerder heb gemeld (Kamerstuk 32 733, nrs. 86 en 145) is het niet mogelijk de opbrengsten per afzonderlijke maatregel te volgen, omdat de defensieonderdelen binnen de opgedragen kaders vrij zijn om hun eigen organisatie in te richten.

3.

Kunt u bij de zes verschillende projecten inzage geven in de verwachte kostenbesparing?

Met de vorming van het Rijksvastgoedbedrijf wil Defensie een structurele kostenbesparing realiseren van minimaal € 2 miljoen op jaarbasis.

Voor de overige projecten zijn op basis van een business case inschattingen gemaakt van de verwachte kostenbesparingen. Zolang de aanbestedingsprocedures voor deze projecten nog niet zijn afgerond kan ik vanuit commercieel oogpunt echter geen inzage geven in de bedragen die hiermee gemoeid zijn.

4.

Wordt publiek-private samenwerking meegenomen als mogelijke sourcingsvorm in de herijking van de IV-ICT sourcing? Zo nee, waarom niet?

In de oorspronkelijke IT-sourcingstrategie is nadrukkelijk een keuze gemaakt voor uitbesteding en niet voor publiek-private samenwerking (PPS) middels bijvoorbeeld een joint venture. In de herijking wordt op voorhand geen vorm van sourcing uitgesloten.

5.

In hoeverre zijn marktpartijen betrokken bij de herijking van de IV/ICT sourcing? Wordt er geleerd van en gesproken met partijen in de markt en vergelijkbare organisaties over IV/ICT sourcingstrajecten? Hoe vindt dit plaats en met welke partijen wordt er gesproken?

9.

Heeft u in de tweede helft van 2014 gesproken met organisaties en bedrijven die hun IV/ICT hebben uitbesteed? Welke partijen waren dat en hoe neemt u dit mee in de herijking van de IV/ICT strategie? Wat zijn de conclusies van deze gesprekken? Kunt u deze conclusie aan de Kamer doen toekomen?

Er is gesproken met andere partijen binnen én buiten de overheid. Als voorbereiding op de besluitvorming zal Defensie de herijking toetsen bij de markt, onder meer via de brancheverenigingen (NIDV en Nederland ICT). De resultaten worden verwerkt in de herijking, die aan de Kamer zal worden aangeboden.

6.

Kunt u uitgebreid toelichten aan welke criteria de herijking van de IV/ICT sourcing wordt getoetst?

8.

Welke criteria hanteert u voor het herijken van de sourcingsstrategie voor IV/ICT? Welke organisatorische doelstelling stelt u ten aanzien van de voorgenomen uitbestedingen, in termen van besparing, kwaliteitsverbetering dan wel nieuwe functionaliteit?

Bij de herijking van de IT-sourcingstrategie worden naast de beleidsmatige uitgangspunten (zie Kamerstuk 31 125, nr. 10 van 27 april 2012) de volgende aspecten in beschouwing genomen:

  • 1) De reikwijdte van de aanbesteding: welke objecten en activiteiten vallen binnen de aanbesteding.

  • 2) De meest logische en marktconforme indeling en/of clustering van activiteiten.

  • 3) De beveiligingseisen die Defensie stelt.

  • 4) De te volgen aanbestedingsprocedure, zoals openbare aanbesteding, niet openbare aanbesteding en aanbesteding op basis van de uitzonderingsbepaling Defensie van de aanbestedingswet als gevolg van beveiligingseisen.

  • 5) De invloed die de vernieuwing van de huidige IT heeft op de sourcingstrategie.

  • 6) De fasering.

  • 7) De gevolgen voor de dienstverlening die Defensie op dit moment levert aan partners binnen de overheid.

De organisatorische doelstellingen zijn onderdeel van de sourcingstrategie en daarmee van de herijking, daarop kan ik nu nog niet vooruitlopen.

7.

Kunt u concreet ingaan op de conclusies van de commissie Elias, waarin wordt gesteld dat de overheid vaak de deskundigheid van ICT leveranciers negeert, waarschuwingen negeert, cruciale informatie de politieke top niet bereikt en de ICT-kennis van de overheid bij lange na niet op het niveau ligt van de leveranciers? Welke gevolgen hebben deze conclusies voor het voornemen om de IV/ICT van Defensie in eigen beheer te laten of uit te besteden? Hoe wordt dit verwerkt in het herijking van de sourcing? U wordt verzocht om een uitgebreide reactie op deze vragen.

Het kabinet komt met een reactie op het rapport van de tijdelijke commissie ICT. Tijdens het algemeen overleg over informatievoorziening en ICT op 5 november 2014 heb ik u verteld daar niet op vooruit te willen lopen (Kamerstuk 31 125, nr. 51). Tevens heb ik u toen toegezegd uw Kamer nader te informeren over de specifieke gevolgen voor Defensie, indien de kabinetsreactie daartoe aanleiding geeft.

10.

Heeft u een vergelijking gemaakt van de aanpak van uitbesteding van de ICT van Defensie in Groot-Brittannië en Duitsland? Zo ja, wat waren de resultaten van deze vergelijking? Welke conclusies komen daaruit voort? Zo nee, waarom is deze vergelijking (nog) niet gemaakt? Bent u bereid deze vergelijking te maken en aan de Kamer toe te zenden?

Er is een vergelijking gemaakt met de aanpak in zowel Groot-Brittannië als Duitsland en van de daar geleerde lessen wordt gebruik gemaakt. De situatie in beide landen verschilt wezenlijk van de Nederlandse situatie. Er zijn op dit moment in beide landen interessante ontwikkelingen op het gebied van IT-uitbesteding. De Bundeswehr overweegt de IT-dienstverlening weer zelf te gaan doen. Het Britse Ministerie van Defensie overweegt een strategie waarin meerdere kavels onder eigen regie aan diverse leveranciers worden uitbesteed. Defensie is voornemens in het eerste kwartaal van 2015 een bezoek te brengen aan beide landen. De informatie die beide bezoeken opleveren, zal worden gebruikt in de verdere analyse.

11.

Welke werkelijke kosten zijn er tot aan december 2014 gemaakt voor het IV/ICT Sourcing project en welke meerkosten voorziet u op dit project?

Tot op heden is ca. € 5,3 miljoen van het budget gebruikt (€ 4,8 miljoen tot en met juli 2014, vanaf augustus tot heden naar schatting ongeveer € 0,5 miljoen). Eventuele meerkosten worden pas duidelijk na de besluitvorming over de herijking van de sourcingstrategie.

12.

Zijn de kosten voor het IV/ICT Sourcing project nog in lijn met de eerdere rapportage over sourcing?

Op dit moment wordt nog gewerkt volgens het oorspronkelijke plan en budget. Die zijn dus in lijn met eerdere rapportages. Pas als besluitvorming over de herijking een feit is, ontstaat er mogelijk een nieuwe situatie met een nieuw plan en bijbehorend budget.

13.

Wat veroorzaakt de toename van de kosten aan externe inhuur bij het Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem?

De toename in kosten is het gevolg van de opgelopen vertraging, waardoor de externe inhuur langer moet ondersteunen. Bij het project wordt externe inhuur gebruikt om het tekort aan interne capaciteit te compenseren.

14.

Wat is de stand van zaken in het project Uitbesteding Cateringdiensten Defensie (UCD) inzake het overleg met de bonden?

Momenteel wordt met de centrales van overheidspersoneel gesproken over een maatwerkafspraken op grond van het eerder overeengekomen Sociaal Statuut. Het streven is om dit overleg op korte termijn te voltooien.

15.

Waaruit bestaan de interne kosten die samenhangen met het project UCD?

De interne kosten bestaan uit de personeelskosten van het defensiepersoneel dat werkzaam is voor het project UCD.

16.

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het sociaal statuut en welke rol speelt het Sociaal Beleidskader bij het project UCD?

Het Sociaal Statuut, eventueel aangevuld met maatwerkafspraken, is bepalend voor het personeel dat overgaat naar de marktpartij. Het SBK is alleen van toepassing op het personeel dat niet overgedragen kan worden.

17.

Wat is de oorzaak van de afname van de personele omvang van het project UCD?

Er is geen sprake van afname van de personele omvang van het project UCD. In eerdere rapportages werd de personele omvang van het project UCD gemeld in een ordegrootte van 500 tot 1.000 vte’n. In de technische briefing van 29 mei 2013 bent u geïnformeerd over de exacte personele omvang van het project.

18.

Hoeveel bedragen de kosten van vertraging in de uitbesteding van cateringdiensten?

De vertraging van het project UCD betekent dat de cateringdienstverlening van Defensie eventueel pas later kan worden overgedragen aan de markt. De financiële gevolgen daarvan zijn nu nog niet vast te stellen.

19.

Wat zijn de mogelijke gevolgen indien een positieve businesscase achterwege blijft en de sourcingsmogelijkheden beperkt blijken in het project Samenwerking Personeel en Organisatie Domein?

De businesscase omvat zowel de financiële als de niet-financiële overwegingen. Bij een negatieve businesscase blijft de huidige uitvoeringsvariant gehandhaafd en zullen de beoogde besparingen bij het CDC op een andere wijze moeten worden gevonden.

Naar boven