Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2012
Hierbij wordt u aangeboden de derde Voortgangsrapportage van het Groot Project RRAAM
(Rijk-Regioprogramma Amsterdam – Almere – Markermeer)*. De Voortgangsrapportage wordt
u aangeboden mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
en bestrijkt de periode van 1 januari t/m 30 juni 2012.
Deze periode heeft vooral in het teken gestaan van de nadere uitwerking en beoordeling
van de kansrijke oplossingsrichtingen.
Tevens zend ik u hierbij als bijlagen bij de Voortgangsrapportage de resultaten van
de Marktuitvraag Ecologie, alsmede de Consultatienotitie die is opgesteld ten behoeve
van de consultatiefase die begin juli 2012 van start is gegaan.*
Marktuitvraag ecologie
Tijdens het AO RRAAM op 21 december jongstleden (Kamerstuk 31 089, nr. 91) heeft uw Kamer mij gevraagd om te kijken naar de mogelijkheden van een marktuitvraag
natuur. De marktuitvraag is in de eerste helft van 2012 in gang gezet. In de voortgangsrapportage
wordt het proces geschetst tot eind juni 2012. Inmiddels zijn de eindrapporten door
de drie consortia van marktpartijen opgeleverd.
De drie consortia die een uitwerking hebben opgeleverd zijn als volgt samengesteld:
-
– Witteveen+Bos,met onderzoekcentrum B-ware, Radboud Universiteit Nijmegen, Altenburg
& Wymenga, HOSPER en Boskalis;
-
– Consortium Grontmij en De Vries & van de Wiel;
-
– Consortium Kransmeer, bestaande uit Tauw, Posad, Robusta, Tebezo en LAgroup.
De consortia met hoofdinschrijvers Witteveen+Bos en Grontmij leggen de nadruk op de
aanleg van luwtezones aan de Noord-Hollandse Kust om daarmee het slibprobleem aan
te pakken. Deze maatregelen hebben het meeste effect op de Natura 2000 vogelsoorten
waarmee het nu minder goed gaat. Witteveen+Bos stelt daarnaast de creatie van een
«poldermoeras» voor door middel van veenvorming in plaats van een «kleimoeras». Grontmij
komt met alternatieve aanleg van zanddammen in plaats van de klassieke luwtedammen.
Het consortium Kransmeer (Tauw, Posad e.a.) kiest voor een innovatieve aanlegmethode
van het moeras. Door de plaatsing van kunstmatige waterplanten op de bodem en de creatie
van een moeras met behulp van veenmatten willen zij de natuurlijke processen op gang
brengen. Deze kunstmatige structuren functioneren als een katalysator en kunnen op
termijn verwijderd worden.
De voorstellen uit de markt worden gelegd naast de eerder gedane voorstellen van de
Werkmaatschappij Markermeer-IJmeer (WMIJ). De resultaten van de marktuitvraag zijn
onderdeel van de consultatie en worden meegenomen in de besluitvorming over RRAAM
eind dit jaar.
Consultatiefase
RRAAM volgt de Sneller&Beter systematiek volgens het gedachtegoed van de Commissie
Elverding. In dat licht heeft RRAAM een extra consultatiefase ingelast (bovenop de
formele inspraakprocedure die in 2013 volgt na het verschijnen van de concept Rijksstructuurvisie).
Het gaat in deze consultatiefase om de consultatie van overheden, maarschappelijke
organisaties, bewoners en andere belanghebbenden. In de bijgevoegde Consultatienotitie
wordt alle beschikbaar gekomen informatie zo overzichtelijk mogelijk gepresenteerd.
De consultatienotitie geeft op neutrale wijze samenvattende informatie over de ambitie,
het proces, de vraag naar woningen en de strategie van organische ontwikkeling en
een gefaseerde aanpak. Daarnaast beschrijft het de alternatieven voor de lange termijn
en de effecten op hoofdlijnen.
Alle onderliggende onderzoeken zijn terug te vinden op de site van RRAAM, www.rraam.nl.
Begin september verwacht ik nog een definitief advies van de Commissie MER op de planMER
en rond eind september de Second Opinion van de planbureaus op de MKBA. Deze adviezen
zullen worden betrokken bij de besluitvorming en kunnen van invloed zijn op de resultaten
van de onderzoeksrapporten. Na oplevering zullen beide adviezen eveneens op de site
van RRAAM worden geplaatst.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer