31 066 Belastingdienst

31 934 Douane

Nr. 922 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2021

Bij deze stuur ik u het concept voor de ministeriële regeling waarin de bevoegdheden en de werkwijze van de inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD) worden vastgelegd1. Ik leg deze interne regeling van het Ministerie van Financiën graag aan uw Kamer voor, gelet op de betrokkenheid van uw Kamer bij het besluit tot oprichting van de IBTD. Conform de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties ben ik primair verantwoordelijk voor de inspectie. Ik streef ernaar de regeling per 1 januari 2022 in werking te laten treden en verzoek uw Kamer daarom haar spoedig te behandelen.

De ministeriële regeling is opgesteld in nauw overleg met de kwartiermaker voor de IBTD. Bij het opstellen van de regeling is veel aandacht besteed aan de borging van de onafhankelijkheid van de IBTD, de contacten met de Staten-Generaal en de informatievoorziening aan de IBTD. Hieronder geef ik een nadere toelichting op die onderwerpen.

Onafhankelijkheid IBTD

Ik hecht zeer aan de onafhankelijkheid van de IBTD. Bij de vormgeving van de IBTD staat het borgen van het onafhankelijk functioneren van de IBTD steeds voorop. Zo is allereerst besloten om de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties te volgen, die diverse waarborgen bevatten voor de onafhankelijkheid van rijksinspecties. Ook krijgt de inspecteur-generaal (IG) bij de oprichting van de IBTD de bevoegdheid zijn organisatie zelf nader in te richten. In de Kamerbrief bij de opdrachtomschrijving voor de kwartiermaker voor de IBTD2 is al aangegeven dat de IG geen deel uit zal maken van de Bestuursraad van het Ministerie van Financiën en niet zal worden gehuisvest in een gebouw van het Ministerie van Financiën.

In aanvulling hierop hebben de Staatssecretarissen van Financiën de kwartiermaker voor de IBTD gevraagd om de borging van de onafhankelijke positionering en het onafhankelijk functioneren van de IBTD nader uit te werken. De voorstellen die de kwartiermaker hierop heeft gedaan3 en het schriftelijk overleg met uw Kamer over de IBTD4 hebben geleid tot enkele extra waarborgen voor de onafhankelijkheid van de IBTD in deze ministeriële regeling.

Ik benadruk daarbij dat het er uiteindelijk om gaat hoe alle betrokkenen binnen en buiten de IBTD zich in de praktijk tegenover elkaar gedragen. Begrip en respect voor de rol van de IBTD en een standvastige opstelling bij de IBTD zelf zijn de belangrijkste waarborgen voor een onafhankelijk en effectief opererende inspectie.

Relatie IBTD met Staten-Generaal

Uw Kamer heeft aangegeven behoefte te hebben aan direct contact met de IG. De Staatssecretarissen van Financiën hebben de kwartiermaker voor de IBTD gevraagd te onderzoeken hoe de vormgeving van de contacten tussen de IBTD en de Kamer vastgelegd kunnen worden. De voorstellen die de kwartiermaker hiervoor heeft gedaan5, zijn overgenomen in deze ministeriële regeling.

Informatievoorziening aan IBTD

Een goede informatievoorziening aan de IBTD is essentieel voor het functioneren van de inspectie. Uw Kamer heeft het belang hiervan onderstreept in de motie van het lid Leijten6. We hebben de kwartiermaker conform de motie gevraagd hier bij het uitwerken van de inrichting van de IBTD aandacht aan te besteden.

In de ministeriële regeling wordt de plicht geregeld voor alle medewerkers van het Ministerie van Financiën, inclusief de uitvoeringsdiensten, om medewerking te verlenen aan de IBTD en haar alle informatie te verstrekken die ze nodig acht om haar taken uit te kunnen oefenen.

De kwartiermaker verwacht dat de IBTD geen of slechts in incidentele gevallen informatie nodig zal hebben die valt onder de geldende geheimhoudingsplichten. De IBTD richt zich immers niet op individuele casussen. Op dit moment wordt nog uitgezocht wat geregeld zou moeten worden voor de gevallen dat de IBTD dergelijke informatie wel nodig blijkt te hebben. De regeling in de huidige vorm biedt de IBTD voldoende basis om van start te kunnen gaan in 2022.

Tot slot

Ik vertrouw erop met deze ministeriële regeling een basis te leggen voor een onafhankelijk opererende inspectie die een bijdrage zal leveren aan een fatsoenlijke behandeling van burger en bedrijf door de Belastingdienst, Belastingdienst/Toeslagen en de Douane.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstukken 31 066 en 31 934, nr. 787.

X Noot
3

Kamerstukken 31 066 en 31 934, nr. 883.

X Noot
4

Kamerstuk 31 066, nr. 908.

X Noot
5

Kamerstukken 31 066 en 31 934, nr. 883.

X Noot
6

Kamerstuk 31 934, nr. 42.

Naar boven