31 066 Belastingdienst

Nr. 1029 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2022

Bijgaand bij deze brief bied ik uw Kamer de beantwoording aan van feitelijke vragen van de vaste commissie Financiën en een gedeeltelijke beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Koekoek (Volt), Sylvana Simons (BIJ1) en Arib (PvdA)1, het lid Azarkan (DENK)2, en de leden Koekoek, Van der Lee (GroenLinks) en Arib3 naar aanleiding van de rapporten4 van PwC over de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) en het proces «analyse aan de Poort». Daarnaast ga ik in op het verzoek van de vaste commissie voor Financiën van 22 april jongstleden om een reactie op het artikel in Trouw van 12 april jl.5 Zoals toegezegd op 14 april jl.6 stuur ik uw Kamer bijgaand de handleidingen van het proces «analyse aan de Poort». In de openbare versies is toezicht- en privacygevoelige informatie onzichtbaar gemaakt. Ik verstrek uw Kamer vertrouwelijk versies waarin alleen namen van personen zijn geanonimiseerd7. Zoals toegezegd op 7 december 20218 kom ik ook terug op de vraag van het lid Omtzigt naar signalen van de toenmalige Functionaris voor Gegevensbescherming (FG) van het Ministerie van Financiën over FSV.

In schriftelijke vragen worden door de leden van uw Kamer belangrijke vragen aan de orde gesteld, die ook terugkomen in het maatschappelijke debat; namelijk of een aantal van de bevindingen en voorbeelden van PwC duidt op discriminatie, racisme of institutioneel racisme. Ik begrijp deze vraag volkomen. Discriminatie en racisme zijn onacceptabel. Over meerdere bevindingen in de rapporten van PwC maak ik mij ernstige zorgen. Zoals eerder gezegd9 vind ik verschillende passages in de «handleiding voor analisten aan de Poort» moreel verwerpelijk en discriminatoir.

Tegelijkertijd is het thema van discriminatie en racisme voor iedereen een lastig en beladen onderwerp. Een goed gebruik van begrippen als institutioneel racisme, naast discriminatie en racisme, is niet voor alle mensen gemeengoed. Om iedereen recht te doen en een goed begin van de noodzakelijke dialoog over dit thema te maken, heb ik iets meer tijd nodig. Sommige van de zeer begrijpelijke vragen van uw Kamer kan ik daarom op dit moment nog niet beantwoorden. Ik kom hierop zo spoedig mogelijk terug.

Reactie op artikel Trouw over handleiding voor analisten aan de Poort

De commissie voor Financiën heeft op 22 april jl. gevraagd om een reactie op een artikel in Trouw waarin wordt gesteld dat het Ministerie van Financiën al meer dan een jaar op de hoogte was van de vermeldingen van nationaliteit en andere kenmerken in de handleiding voor analisten aan de Poort. Hiervoor verwijst Trouw naar een Wob-besluit van januari 202110. De handleiding voor analisten aan de poort van het jaar 2020 maakte onderdeel uit van dit verzoek, net als een gespreksverslag uit juli 2020 waarin de handleiding genoemd wordt.

Het is hier van belang om op te merken dat er sinds 2014 elk jaar door de analisten aan de Poort een nieuwe handleiding werd gemaakt, en dat deze handleidingen nooit formeel zijn vastgesteld (d.w.z.: voorgelegd aan en goedgekeurd door het management). Het klopt dat de handleiding 2020 in juli 2020 naar boven is gekomen en daarop is besproken tussen drie directies van de Belastingdienst. De door PwC genoemde verwijzingen naar nationaliteit of het woord «allochtoon» staan, in tegenstelling tot eerdere jaren, niet in de handleiding van 2020. De overleggen hebben ertoe geleid dat de handleiding per direct ongeldig is verklaard door de Belastingdienst. Dit voornamelijk wegens onprofessioneel taalgebruik in de handleiding en de onduidelijkheid ten aanzien van het verwerken van gegevens in relatie tot de doelbinding.

Het proces analyse aan de Poort is in oktober 2020 stilgelegd11. In januari 2021 is de handleiding 2020 als één van vele honderden documenten gepubliceerd in een Wob-besluit. Eind eerste kwartaal 202112 is het onderzoek van PwC naar de effecten van FSV begonnen. Zoals op 25 november 202113 beschreven, is PwC vervolgens gevraagd ook onderzoek te doen naar de gehanteerde «query’s aan de Poort» van 2014–2019 (dezelfde onderzoeksperiode als voor de FSV-onderzoeken). Tijdens zijn onderzoeken heeft PwC beschikking gekregen over de eerdere jaargangen van de handleiding voor analisten aan de Poort. In die jaargangen stonden de voorbeelden van verwijzingen naar nationaliteit en andere kenmerken. Hoewel ik het over het algemeen een goed uitgangspunt vind om bevindingen uit een onderzoek pas te publiceren wanneer het hele onderzoek voltooid is, zijn de door PwC aangetroffen passages nog voor de publicatie van het eindrapport openbaar gemaakt14. Zoals toegezegd op 14 april jl.15 ontvangt uw Kamer vertrouwelijk de handleidingen 2014–2020 waarin de namen van ambtenaren zijn verwijderd. In de openbare versies van de handleidingen zijn toezichtgevoelige informatie en informatie vallend onder de fiscale geheimhoudingsplicht verwijderd. Zoals mijn ambtsvoorganger op 31 maart 202116 schreef, zijn in 2021 nieuwe handleidingen opgesteld. Deze zijn afgestemd in de vaktechnische lijn en officieel vastgesteld. De Auditdienst Rijk (ADR) heeft over deze en andere waarborgen een rapport opgesteld dat eveneens op 31 maart 2021 met uw Kamer is gedeeld.

Commentaar voorgaande FG Financiën over FSV

In de beantwoording feitelijke vragen over het rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over FSV van 3 december 202117 is toegezegd om nader te onderzoeken of er eerder interne signalen zijn geweest over het gebruik van FSV. Hierbij is een document gevonden met datum 15 december 2017 en met de naam Facultatieve PIA (Privacy Impact Assessment) EOS (externe overheidssamenwerking) informatieloketten v1.0. In deze PIA wordt ook FSV genoemd als één van de applicaties die door medewerkers van de informatieloketten werden gebruikt. Op dit document heeft de toenmalige FG van het Ministerie van Financiën een reactie gegeven; uw Kamer treft het stuk inclusief opmerkingen in de bijlage. Naar aanleiding van deze PIA is op 17 april 2018 een memo opgesteld met maatregelen. Ook dit memo treft uw Kamer in de bijlage. Daarna is een quickscan (toets) gedaan specifiek op de applicatie FSV.

Eén van de zorgen die de toenmalige FG noemde in reactie op de PIA EOS informatieloketten is het aantal autorisaties om FSV te raadplegen. Er is, voor zover kan worden nagegaan, geen contact opgenomen met de Melddesk Datalekken om dit vraagstuk te bespreken. Wel is het aantal autorisaties in mei 2019 van ruim 5.000 naar 1.229 van de meer dan 25.000 medewerkers teruggebracht, waarvan een deel een beperkte autorisatie had. De quickscan gaf bovendien aanleiding tot het uitvoeren van de gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB) FSV waarvan het (concept)rapport op 2 maart 202018 met uw Kamer is gedeeld. Vanwege het belang van het verwerken van signalen voor het toezicht is FSV tijdens het opstellen van de GEB niet buiten gebruik gesteld. Achteraf bezien is dit een onjuiste beslissing geweest. De privacy-officer en de FG hebben uiteindelijk op 20 februari 2020 kennisgenomen van deze concept-GEB. Zoals de Autoriteit Persoonsgegevens in haar rapport van 29 oktober 202119 stelde, had de FG eerder moeten worden betrokken.

Informeren over FSV-registratie en reden van registratie

Met de motie van het lid Marijnissen20 van 29 april 2021 heeft uw Kamer de regering verzocht om de mensen die in FSV stonden te laten weten wat de reden van hun registratie was. Tot en met de eerste week van mei zijn ca. 225.000 brieven verstuurd aan mensen die in FSV stonden met daarin de reden van registratie. Zoals op 25 november 202121 is uitgelegd, is een significant deel (ca. 100.000) van de registraties afkomstig uit de voorloper van FSV: het Dagboek PIT (persoonsgericht intensief toezicht). Bij het overzetten van deze registraties naar FSV is de oorsprong niet herleidbaar vastgelegd. Recentelijk zijn na een verdere zoekactie echter bestanden met registraties uit dagboek PIT gevonden. Momenteel wordt onderzocht of de gevonden bestanden meer informatie bevatten over de reden van registratie voor mensen die op deze manier in FSV zijn opgenomen. Is dat het geval, dan wordt die informatie waar mogelijk met hen gedeeld.

Tot slot

Op 17 mei krijgt uw Kamer een technische briefing over FSV en de opties voor een tegemoetkomingsregeling voor onterechte gevolgen. Zo spoedig mogelijk stuur ik uw Kamer de voortgangsrapportage Herstellen, Verbeteren, Borgen (HVB), waarbij ik ook nader inga op de vraag of in de bevindingen van PwC sprake is van (institutioneel) racisme. Zoals ik aangaf op 14 april jl.22 wil ik uw Kamer in juni verder informeren over de tegemoetkomingsregeling. Dan ontvangt uw Kamer tevens de adviezen van de Landsadvocaat over de mogelijke juridische implicaties van de PwC-rapporten. In juni hoop ik vervolgens de tegemoetkomingsregeling met uw Kamer te bespreken.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2759

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2765

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2760

X Noot
4

Kamerstuk 31 066, nrs. 957 en 992

X Noot
5

«Fiscus wist van discriminerende criteria, maar zweeg», Trouw, 12 april 2022

X Noot
6

Kamerstuk 31 066, nr. 1004

X Noot
7

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
8

Kamerstuk 31 066, nr. 930

X Noot
9

Kamerstuk 31 066, nr. 992, Nieuwsuur, 29 maart 2022

X Noot
10

Besluit Wob-verzoek FSV/zwarte lijsten (Financiën), 27 januari 2021

X Noot
11

Kamerstuk 31 066, nr. 711

X Noot
12

Kamerstuk 31 066, nr. 804

X Noot
13

Kamerstuk 31 066, nr. 920

X Noot
14

Kamerstuk 31 066, nr. 977

X Noot
15

Kamerstuk 31 066, nr. 1004

X Noot
16

Kamerstuk 31 066, nr. 803

X Noot
17

Kamerstuk 31 066, nr. 930

X Noot
18

Kamerstuk 31 066, nr. 604

X Noot
19

Kamerstuk 31 066, nr. 911

X Noot
20

Kamerstuk 28 362, nr. 41

X Noot
21

Kamerstuk 31 066, nr. 920

X Noot
22

Kamerstuk 31 066, nr. 1006

Naar boven