Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 30825 nr. 144 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 30825 nr. 144 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2011
Hierbij reageer ik op diverse toezeggingen aan en vragen van uw Kamer op het beleidsterrein natuur, n.a.v. het Algemeen Overleg decentralisatie natuurbeleid op 1 december jl. Achtereenvolgens ga ik in op de volgende onderwerpen:
1. Kosten beheer
2. Opbouw grondvoorraad BBL
3. Compensatie RodS rondom Schiphol
4. Motie Lodders/Koopmans (herijkte EHS vastleggen en schaduwwerking op te heffen)
5. Reactie op de motie Koopmans c.s. (functiewijziging buiten herijkte EHS toestaan)
6. Accountantsverklaringen provinciale ILG-rapportages 2010
In het Algemeen Overleg decentralisatie natuurbeleid met uw Kamer op 1 december jl. heb ik aangegeven hoe de huidige beheerkosten zijn opgebouwd. Ook heb ik aangegeven wat met de enige creativiteit te bedenken valt aan nieuwe wensen rond beheer. Op verzoek van onder andere de fractie van de SGP treft u hiervan de weergave in onderstaande tabel.
Opbouw beheerkosten 2011 |
bedrag x € mln |
---|---|
Natuurbeheer |
92 |
Agrarisch Natuurbeheer binnen EHS |
29 |
Faunafonds |
19 |
Subtotaal |
140 |
Inventarisatie van aanvullende wensen beheer |
bedrag x € mln |
---|---|
Natuurherstel (met name PAS-maatregelen) |
30 |
Areaalgroei en beheer binnen de EHS (gereed in 2021) |
20 |
Agrarisch natuurbeheer buiten EHS |
50 |
Functiewijziging |
19 |
Inflatiecorrectie |
20 |
Potentieel subsidiabel bestaande natuur |
17 |
Een reële inschatting van de te financieren beheerkosten vanaf 2014 gaat mijns inziens uit van een bedrag van ca. € 170 mln per jaar. Dit bedrag is opgebouwd uit de bestaande beheerkosten, aangevuld met enkele toekomstige kostenposten voor areaalgroei (de hoeveelheid ingerichte en te beheren EHS neemt toe) en natuurherstel (effectgerichte PAS-maatregelen). De overige geïnventariseerde mogelijke kostenposten zijn niet persé noodzakelijk of financiering daarvan kan op alternatieve wijze plaats vinden. Zo is in het onderhandelingsakkoord afgesproken om het agrarisch natuurbeheer buiten de EHS vanaf 2014 te koppelen aan het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Functiewijziging betreft uitfinanciering. Inflatiecorrectie gaat – indien van toepassing – via de systematiek van het provinciefonds. Potentieel subsidiabele natuur betreft natuur waarvoor de beheerder geen subsidie aanvraagt. Conform onderhandelingsakkoord leggen provincies de prioritering bij de internationale verplichtingen en hebben zij vrijheid van handelen om versoberingsmaatregelen door te voeren. Hiermee zou een bedrag van € 20 mln kunnen worden inverdiend en komt het totaal te financieren bedrag op ca € 170 mln. Zoals verwoord in de verduidelijking die gisteren met provincies is overeengekomen en aan uw Kamer is verzonden, verplichten zij zich tot een eigen bijdrage in het beheer, zoals opgenomen in bijlage 1 van de memorie van toelichting van het Interprovinciaal Overleg. Daarmee voldoen de provincies aan het uitgangspunt van adequaat beheer en zijn zij gevrijwaard van Europese verplichtingen.
In het Algemeen Overleg op zowel 24 november als 1 december zijn vragen gesteld over de grondvoorraad BBL. Onderstaand overzicht geeft weer hoe deze grondvoorraad is opgebouwd.
Totaal BBL-bezit |
38 000 ha |
Trekkingsrecht |
Inzet |
---|---|---|---|
onderdeel van ILG |
10 900 |
van provincies |
dekking «grond voor grond» afspraak |
14 000 |
van het Rijk |
ruilgrond «grond voor grond» afspraak |
|
Overige grond |
6 000 |
van het Rijk |
Verkooptaakstelling, landmeterhectares, Westerschelde |
Derden |
7 000 |
van andere departementen en overheden |
Projecten van derden (o.a. Rijkswaterstaat); niet te beïnvloeden door EL&I |
De verplichtingen van het Convenant Mainport en Groen (PASO en bufferzone Haarlemmermeer) maken qua rijksbudget en prestaties onderdeel uit van het ILG.
De PASO-middelen zijn reeds bevoorschot aan de provincie Noord-Holland; het realiseren van de prestatie (500 ha RodS) was en blijft de verantwoordelijkheid van deze provincie. Ook voor wat betreft de bufferzone Haarlemmermeer zijn het rijksbudget en de prestatie onderdeel van het ILG. Aangegane verplichtingen tot en met 20 oktober 2010 worden gefinancierd uit het restant ILG-budget. Het is verder aan de provincie Noord-Holland of en op welke wijze de bufferzone wordt afgerond.
De heer Koopmans verzoekt het kabinet:
– aan te geven hoe het omgaat met de aangenomen motie Lodders/Koopmans (32 500 XIII, nr. 17, ingediend 08 november 2010);
– dat ook te laten weten aan Provinciale Staten van Flevoland.
In de motie Lodders/Koopmans wordt de regering verzocht om bij de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vast te leggen, dat de planologische bescherming en schaduwwerking komen te vervallen voor gebieden die na de herijking buiten de (gerealiseerde en nog te realiseren) EHS komen te liggen. Tevens wordt de regering verzocht alle regelgeving op dit vlak, zowel op het niveau van het Rijk, als van provincies en gemeenten, voor 1 januari 2012 hierop aan te passen.
Ik zie de motie als ondersteuning van mijn beleid, maar heb twijfels bij het realiteitsgehalte van de uiterste datum van 1 januari 2012 voor het doorvoeren van aanpassingen van de relevante regelgeving (zie ook Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 66).
In de ontwerp aanvulling op het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Kamerstuk 31 500, nr. 26) zijn regels met deze strekking opgenomen: de provincies leggen in een provinciale ruimtelijke verordening de begrenzing van de EHS vast en stellen regels voor de bescherming van de EHS met een «nee, tenzij» regime, geldend binnen die begrenzing. Op dat punt is het rijksbeleid dus al in lijn met de motie.
De verdere invulling van de motie Lodders/Koopmans heeft haar beslag gekregen in het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur. Daarin heb ik met de provincies afgesproken dat ze uiterlijk in 2012 de begrenzing van de herijkte EHS in een provinciale verordening vastleggen, teneinde planologische schaduwwerking zo snel mogelijk te beëindigen. De begrenzing zal ik uw Kamer doen toekomen.
Een afschrift van deze brief verstuur ik naar Provinciale Staten van Flevoland.
De motie Koopmans c.s. (Kamerstuk 32 563, nr. 22, ingediend 17 februari 2011) verzoekt de regering te bewerkstelligen dat de gronden die eerder tot de EHS behoorden, maar die bij de herijking buiten de EHS komen te liggen, van een agrarische bestemming worden voorzien en de bescherming daarop aan te passen. De motie verzoekt tevens dit bij voorrang te bewerkstellingen voor de ondernemers in het Oostvaarderswold.
Het is primair een verantwoordelijkheid van gemeenten om gronden een bestemming te geven die past bij hun functie. Het is daarom aan provincies en gemeenten om, met hun specifieke gebiedkennis, te kiezen voor de meest gewenste of perspectiefvolle ruimtelijke ontwikkeling van een gebied en de bijbehorende bestemmingen.
Voor wat betreft het aanpassen van de bescherming van de gebieden die buiten de herijkte EHS komen te liggen verwijs ik naar bovenstaande reactie op de motie Lodders/Koopmans.
Bij deze brief zijn de 12 provinciale accountantsverklaringen bij de ILG voortgangsrapportage 2010 bijgevoegd.1
In mijn reactie op uw vragen over de vierde voortgangsrapportage groot project Ecologische Hoofdstructuur en de voortgangsrapportage Investeringsbudget Landelijk Gebied had ik u dit toegezegd (Kamerstuk 30 825, nr. 117).
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30825-144.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.