30 573 Migratiebeleid

19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 185 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2021

In februari informeerde ik uw Kamer over twee aspecten van de eenduidige informatievoorziening die op regelmatige basis aan uw Kamer toegaat1, namelijk de Staat van Migratie en het incidentenoverzicht. Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Buitenlandse Zaken, de Staat van Migratie 2021 aan2. Bovendien bied ik u tegelijkertijd het incidentenoverzicht 2020 aan3.

Deze eerste editie van de Staat van Migratie, een coproductie van de Ministeries van Justitie en Veiligheid, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Buitenlandse Zaken, bestaat voor een deel uit informatie die uw Kamer voorheen ontving in de Rapportage Vreemdelingenketen (RVK) en de Integrale Migratieagenda (IMA). De informatie in deze rapportages maakt voortaan deel uit van de Staat van Migratie.

De keuze voor de onderwerpen in deze Staat van Migratie, de selectie van gebruikte bronnen en de duiding ervan, vond plaats met als uitgangspunt om een feitelijk, integraal en beleidsarm overzicht te bieden. Dat neemt niet weg dat het kabinet zich realiseert dat elke selectie altijd voor interpretatie vatbaar is. Deze eerste Staat van Migratie 2021 vormt een basis voor een jaarlijkse rapportage waarin steeds stappen zullen worden gezet richting betere aansluiting bij de informatiebehoefte en vergelijkbaarheid om een zo inzichtelijk mogelijk beeld te geven van alle aspecten van migratie en het migratiebeleid. Daarnaast biedt het een zo compleet mogelijk beeld van het werk dat iedere dag wordt verricht door een groot aantal professionals dat zich inzet om migratiebeleid vorm te geven en uit te voeren.

Met de Staat van Migratie wordt gelijktijdig het incidentenoverzicht verstuurd, omdat de integrale en eenduidige informatievoorziening en het voeren van het debat op basis van cijfers, feiten en relevante context bevordert.

In de Staat van Migratie zijn bijvoorbeeld de cijfers opgenomen over immigratie naar en emigratie uit Nederland in de afgelopen decennia. Dit ook in het licht van de bevolkingsprognoses van het CBS, waaruit eveneens blijkt dat migratie een bepalende factor is voor de ontwikkeling van de bevolkingsomvang. Hiermee kom ik tegemoet aan het verzoek van het Kamerlid Markuszower in het ordedebat van 8 juni jl. om een brief in reactie op het bericht «Nederland vooral door migratie naar ruim 20 miljoen inwoners in 2070».

Het incidentenoverzicht werd in voorgaande jaren als onderdeel van de RVK opgenomen en in 2020 separaat aan uw Kamer aangeboden. Zoals ik met uw Kamer heb gewisseld, vind ik het van belang om uw Kamer over het aantal geregistreerde incidenten op COA-locaties en misdrijven waarvan vreemdelingen worden verdacht, te blijven informeren met als doel een inzicht te geven in de overlast en criminaliteit onder vreemdelingen op landelijk niveau. De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het tegengaan van overlastgevende en criminele vreemdelingen. Grensoverschrijdend gedrag is onaanvaardbaar en moet altijd worden gesanctioneerd. De aanpak van overlastgevende en criminele asielzoekers houdt daarom de hoogste prioriteit.

Het incidentenoverzicht over het rapportagejaar 2020 is – als overdrachtsjaar – een coproductie geweest tussen het ministerie en het WODC. Met deze samenwerking is een soepele overdracht geborgd naar het incidentenoverzicht 2021 dat vanaf volgend jaar door en onder verantwoordelijkheid van het WODC wordt opgesteld. Het WODC heeft ten behoeve van deze overdracht vanuit haar expertise geadviseerd over de totstandkoming van het incidentenoverzicht 2020, maar draagt geen (eind)verantwoordelijkheid over deze totstandkoming en de inhoud ervan.

Overigens ben ik het WODC erkentelijk voor de suggesties ter verbetering van de opzet van het toekomstige incidentenoverzicht. Daar waar mogelijk en gewenst, ook gelet op de informatiebehoefte van uw Kamer en de samenleving, zal het incidentenoverzicht ook de komende jaren door het WODC verder worden ontwikkeld. De bevindingen van het WODC in het kader van de review worden daarbij betrokken.

Bij het lezen van zowel de Staat van Migratie 2021 als het incidentenoverzicht 2020 is het van belang rekening te houden met de uitzonderlijke situatie als gevolg van de coronapandemie. De cijfers zijn daardoor niet goed vergelijkbaar met de voorgaande jaren. Verder wil ik (blijven) benadrukken dat bij het incidentenoverzicht rekening moet worden gehouden met de beperkingen in de cijfers. Voor alle cijfers die in het overzicht zijn opgenomen, geldt dat deze worden gegenereerd ten behoeve van de operationele werkprocessen van de ketenpartners in de strafrecht- en migratieketen en niet (primair) voor rapportagedoeleinden.

Inhoudelijke bevindingen

Staat van Migratie

De Staat van Migratie maakt onderscheid tussen de verschillende migratiestromen naar en vanuit Nederland: regulier van buiten de Europese Unie, vanuit de Europese Unie, asiel en vertrek. Het bevat de cijfers over 2020, steeds in vergelijking met 2019. De verschillen tussen 2020 en 2019 zijn groter dan in voorgaande jaren vanwege de impact van de grens- en reisbeperkingen als gevolg van de coronapandemie. Er wordt in de Staat van Migratie niet alleen gekeken naar migratiestromen richting Nederland, maar ook naar de omvang binnen de EU en wereldwijd. Op deze manier wordt migratie naar Nederland in een breder perspectief geplaatst.

De instroom van migranten die naar Nederland komen om zich hier (tijdelijk) te vestigen, bestaat voor meer dan de helft uit migranten van andere lidstaten van de Europese Unie, voor een derde uit reguliere4 migranten uit landen van buiten de Europese Unie en voor ongeveer 10% uit asielmigranten.

Zowel het aantal reguliere migranten van buiten de Europese Unie als het aantal migranten vanuit de Europese Unie dat naar Nederland kwam, is in 10 jaar tijd gegroeid. Wat betreft asielmigratie is sprake van een piek in 2015 door de stijging in aankomst van relatief veel Syrische asielzoekers en daaropvolgend hun nareizende gezinsleden. Deze stijging is vervolgens weer afgenomen.

Vertrek bestaat voor het grootste deel uit migranten die naar Nederland zijn gekomen voor werk, gezin of studie en die, voordat hun vergunning verloopt, weer vertrekken. Van de migranten van buiten de Europese Unie vertrekt 5 op de 10 binnen 10 jaar, en bij migranten vanuit de Europese Unie is dit 7 op de 10. Daarnaast bestaat vertrek uit aantoonbaar en niet-aantoonbaar vertrek van vreemdelingen die geen rechtmatig verblijf in Nederland hebben. In de laatste 10 jaar is de verhouding tussen aantoonbaar en niet-aantoonbaar vertrek ongeveer 40% en 60%.

Voor een volledig beeld van alle aspecten van het migratiebeleid wordt ook gekeken naar migranten die langduriger in Nederland verblijven. Hierbij is aandacht voor huisvesting, naturalisatie en inburgering. In 10 jaar tijd zijn jaarlijks gemiddeld 19.000 vergunninghouders gehuisvest. Een groeiend deel van de migranten die langduriger verblijven, slaagt voor het inburgeringsexamen en/of vraagt het Nederlanderschap aan. Gemiddeld worden 20.000 personen jaarlijks genaturaliseerd maar in 2020 was dit ruim 50.000 vanwege de genoemde piek van voornamelijk Syrische asielzoekers en hun nareizende gezinsleden.

Incidentenoverzicht

Uit het incidentenoverzicht blijkt dat het aantal geregistreerde incidenten op COA-locaties in 2020 met 7% is gedaald ten opzichte van 2019 naar in totaal 16.262. Deze daling geldt echter niet voor de categorie incidenten «agressie en geweld tegen personen», het aantal fysieke incidenten is in 2020 toegenomen naar 1.923 ten opzichte van 1.823 in 2019. Eveneens is het aantal gevallen van suïcides gestegen van 2 gevallen in 2019 naar 7 in 2020. De eerder benoemde daling van het aantal incidenten deed zich het sterkst voor in absolute aantallen bij het overtreden van de COA-huisregels. Hier was in 2020 sprake van een daling van 757 incidenten naar 9.609. Relatief was de daling met 35% het grootst voor de categorie verbale suïcidedreiging in 2020 naar 783 incidenten. In 2020 werd door het COA 7.237 keer een maatregel opgelegd, ten opzichte van 6.880 in 2019. Dit is een stijging van 357 opgelegde maatregelen, ofwel 5%.

Op basis van de cijfers van de politie komt naar voren dat in 2020 12% minder misdrijven zijn geregistreerd dan in 2019. Het gaat hierbij om 4.420 registraties in 2020 ten opzichte van 4.996 misdrijven in 2019 waarbij een vreemdeling die op enig moment in het rapportagejaar op een COA-locatie verbleef als verdachte voorkwam. Deze daling geldt echter niet voor de zwaarste misdrijven, moord en doodslag en zware mishandeling. Er is een stijging van registraties van pogingen in de categorie moord en doodslag van 32, ten opzichte van 30 in 2019. Evenals in 2019, waren er 2 registraties van voltooide misdrijven in de categorie moord en doodslag. Het aantal registraties van zware mishandeling is gestegen in 2020 naar 94, ten opzichte van 56 in 2019, is dit een stijging van 38 registraties.

De eerder benoemde daling van het aantal geregistreerde misdrijven waarbij een vreemdeling als verdachte voorkwam, deed zich het sterkst voor bij de categorie diefstallen, welke met 17% is gedaald. Het aantal registraties van zakkenrollerij is in 2020 gedaald met 57%, van 319 naar 137. Het aantal registraties van winkeldiefstal is met 10% gedaald van 2.094 naar 1.887. Verder valt in de cijfers van de politie op dat 59% van de groep unieke vreemdelingen die door de politie van een misdrijf werden verdacht afkomstig is uit een veilig land van herkomst. Dit komt overeen met het beeld voor 2019, waarvoor dit percentage eveneens 59% bedraagt.

Voor een overzicht van de maatregelen die ik samen met onder meer het COA, de IND, de DT&V, de politie, het OM en het lokaal bestuur inzet om overlast veroorzaakt door asielzoekers aan te pakken, verwijs ik u graag naar de zogenoemde toolbox met maatregelen die ik op 10 november met uw Kamer heb gedeeld.5 Daarnaast verwijs ik u graag naar mijn brief van 15 juni jl. waarin ik uw Kamer mijn reactie heb aangeboden op het rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid over de aanpak van overlastgevende asielzoekers.6

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Kamerstukken 19 637 en 30 573, nr. 2700

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Als een vreemdeling van buiten de EU naar Nederland komt om te werken, bij zijn familie te verblijven, te studeren, verblijf krijgt op humanitaire gronden of voor culturele uitwisseling, dan noemen we dat regulier verblijf.

X Noot
5

Bijlage bij Kamerstuk 19 637, nr. 2671

X Noot
6

Kamerstuk 19 637, nr. 2744

Naar boven