30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 155 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2011

Hierbij stuur ik u mijn antwoorden op vragen van het lid Ouwehand, gesteld tijdens het AO Duurzaam Inkopen en Palmolie van 1 december jl.

1. Wat is de directe financiële steun van de Nederlandse overheid aan de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) en via het palmolie programma van het Initiatief Duurzame Handel (IDH)

In de periode vanaf de oprichting van de RSPO (2003) tot heden zijn in het kader van het WSSD-partnership (World Summit on Sustainable Development) en de trilateral Indonesië–Maleisië–Nederland (onderdeel markttoegang, looptijd 2005–2008) de volgende financiële bijdragen geleverd vanuit de Nederlandse overheid aan de RSPO: In 2006 is aan het RSPO Satellite Office in Jakarta € 45 000 beschikbaar gesteld. Vervolgens is in 2007 voor twee projecten, respectievelijk «RSPO Task Force on Smallholders» en «Free, Prior and Informed Consent, a series of Workshops» gezamenlijk € 251 260,– uitgegeven.

Wat betreft steun aan de RSPO via het palmolie programma van de IDH zijn er tot heden geen middelen aan de RSPO besteed. De planvorming voor het palmolie programma wordt naar verwachting begin 2012 afgerond. Er zal daarbij, volgens IDH, geen geld direct ter ondersteuning van de RSPO worden gebruikt, maar de maatstaf voor duurzame palmolie zal wel de RSPO-standaard zijn. Raming van het benodigde budget voor het totale palmolie programma over de geplande periode van 2012–2014 is € 4–6 miljoen.

2. Onderscheidende etikettering van producten met plantaardige oliën

In de nieuwe Europese verordening Voedselinformatie aan consumenten (EU reg.nr. 1169/2011), die 21 november jl. door de EU is gepubliceerd, is aangegeven hoe de ingrediëntendeclaratie van levensmiddelen opgesteld moet worden (artikel 18).

Daarvoor is in een bijlage (Annex VII) een bepaling opgenomen over het gebruik van de categorienamen oliën en vetten van plantaardige oorsprong in de ingrediëntenlijst. Bij punt 8 van Annex VII staat dat plantaardige oliën en vetten volgens de nieuwe wetgeving moeten worden uitgesplitst naar de specifieke plantaardige oorsprong. Dit betekent dat de specifieke soort(en) (palmolie, zonnebloemolie, kokosolie, etc) moet(en) worden vermeld en dat de categorienaam («plantaardige olie») vrijwillig blijft.

Nederland heeft in de Europese Raad (oktober 2011) ingestemd met deze nieuwe verordening en daarmee ook met de bepalingen inzake de ingrediëntendeclaratie.

In aanvulling kan tevens gemeld worden dat de RSPO een eigen logo en trademark heeft met regels, die aangeven hoe aangesloten bedrijven mogen communiceren over claims, die aangegeven of – en hoe – er RSPO gecertificeerde palmolie in producten is verwerkt.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven