30 175 Luchtkwaliteit

Nr. 268 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2017

Hierbij bied ik u de achtste rapportage aan over de voortgang van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De monitoring van het NSL vindt jaarlijks plaats door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en geeft inzicht in de ontwikkeling van de luchtkwaliteit in Nederland. De monitoringsrapportage NSL 2017 vindt u in bijlage 1 bij deze brief1. Hieronder volgt een korte toelichting op de bevindingen in de monitorrapportage NSL 2017. Zoals aangekondigd in de brief van 22 september jl.2 ga ik tevens in op het aanvullend luchtkwaliteitsplan waarmee ik uitvoering geef aan de oplossing van de resterende luchtkwaliteitsknelpunten.

Monitoringsrapportage NSL 2017

Het NSL is het programma waarin de rijksoverheid met decentrale overheden samenwerkt om overschrijdingen van de wettelijk vastgelegde Europese normen op te lossen. De doelstellingen van het NSL zijn:

  • a) voldoen aan de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit, met het oog op het terugdringen van gezondheidsrisico’s;

  • b) het bieden van ruimte voor en bijdragen aan de onderbouwing van ruimtelijke projecten.

Om zicht te houden op het halen van de doelen van het NSL is het belangrijk om de voortgang te monitoren. Dit gebeurt door middel van het jaarlijkse monitoringsprogramma. De monitoringsrapportage NSL 2017 gaat over het jaar 2016 en de prognose voor 2020.

Beperkt aantal overschrijdingen Europese normen

Uit de monitoringsrapportage NSL 2017 blijkt dat in het grootste deel van Nederland de berekende concentraties stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) in 2016 onder de Europese normen liggen. De norm voor NO2 wordt hoofdzakelijk nog overschreden langs een aantal drukke straten in binnensteden. De norm voor PM10wordt lokaal nog overschreden in gebieden met intensieve veehouderij en industrie. Voor NO2 geldt dat in 2009 langs bijna 1.100 kilometer weg sprake was van een NO2-concentratie boven de grenswaarde. Uit de monitoringsrapportage NSL 2017 blijkt dat dit in 2016 verminderd is tot 7,2 kilometer.

Voor PM10 gelden twee normen: een jaarnorm en een etmaalnorm. Voor PM10 geldt dat in de monitoringsronde 2017 bij veehouderijen voor het eerst geen overschrijdingen van de PM10-jaargemiddelde norm zijn geconstateerd. Voor de PM10-etmaalnorm geldt dat deze in het rekenjaar 2016 op 35 toetspunten is overschreden. Deze overschrijdingen werden veroorzaakt door 29 veehouderijen. In 2013 was nog sprake van 111 overschrijdingen veroorzaakt door 63 veehouderijen. De berekeningen laten zien dat de gemiddelde PM10-concentratie waar de bevolking aan wordt blootgesteld tussen 2010 en 2016 met ruim 7 μg/m3 (ongeveer 25 procent) is gedaald. Voor PM2.5worden in 2020, net als voor 2016, geen overschrijdingen van de norm verwacht.

Trend naar de toekomst

Voor de komende jaren, tot 2020, wordt een verdere daling van de concentraties NO2 verwacht. Voor NO2 is sprake van een dalende trend die naar verwachting doorzet als gevolg van de afname van emissies binnen diverse sectoren door lokaal, nationaal en internationaal vaststaand en voorgenomen (bron)beleid. Voor PM10 is de dalende trend richting 2020 minder zeker dan voor NO2.

Oplossen van de resterende luchtkwaliteitsknelpunten

Bij brief van 22 september jl.1 en tijdens het dertigledendebat over luchtkwaliteit op 4 oktober jl.3 is bericht dat het kort gedingvonnis van de rechtbank Den Haag van 7 september 2017, in de zaak die Milieudefensie tegen de Staat heeft aangespannen wegens het overschrijden van de luchtkwaliteitsnormen voor NO2 en PM10 (het vonnis), uitgevoerd wordt en dat de Kamers geïnformeerd worden over het aanvullend luchtkwaliteitsplan.

Met het vonnis heeft de rechtbank een luchtkwaliteitsplan gevorderd dat voldoet aan de wettelijke vereisten van de Wet milieubeheer en de Richtlijn luchtkwaliteit. Om te komen tot zo’n plan ben ik voornemens het NSL te wijzigen door aanvulling met een analyse van de resterende luchtkwaliteitsknelpunten NO2 en PM10 en een aanvullend maatregelpakket. De procedure voor het wijzigen van het NSL is vastgelegd in de Wet milieubeheer, waarbij zowel de Eerste als Tweede Kamer worden gehoord. Ik vind het van belang om het plan samen met andere overheden op te stellen en het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties in de gelegenheid te stellen inbreng te geven op het voorstel voor het gewijzigde NSL. Hiertoe zal, naast de gesprekken die ik voer met de betrokken overheden, het plan ook ter consultatie aan het publiek worden aangeboden. Ik volg hierbij de procedure zoals die bij de verlenging van het NSL is aangehouden. Mijn streven is het plan in het voorjaar van 2018 ter consultatie aan te bieden zodat na de zomer van 2018 een gewijzigd NSL in werking kan treden. Bovenstaande betekent zeker niet dat er in de tussentijd niets concreets gebeurt. In de afgelopen periode zijn er gesprekken gevoerd met de gemeenten waar de grenswaarden voor NO2 volgens de monitoringsrapportage NSL 2017 nog worden overschreden. Het RIVM verwacht op basis van prognoses dat de knelpunten in de binnensteden uiterlijk in 2020 zijn opgelost. Dit neemt niet weg dat er voor het uitvoeren van het vonnis samen met de gemeenten is en wordt gezocht naar maatregelen die de resterende knelpunten in binnensteden versneld kunnen oplossen. Ik vind het belangrijk om gemeenten hierbij te ondersteunen. Zo worden decentrale overheden vanuit het landelijke programma Slimme en Gezonde Stad ondersteund met de ontwikkeling van de «urban strategy tool» die gemeenten in staat stelt om onderbouwd keuzes te maken voor een gezond ruimtelijk beleid. Ook is in opdracht van het ministerie in het voorjaar door TNO met succes een studie afgerond naar de effecten van het verleggen van verkeersstromen in de binnenstad om de luchtkwaliteit te verbeteren. Omdat de problematiek per gemeente verschilt, is maatwerk per stad noodzakelijk. Daarom ben ik voornemens om TNO op korte termijn te vragen om voor iedere gemeente die dat wil en waar nog knelpunten zijn vergelijkbaar onderzoek uit te voeren. Tevens wordt naar maatregelen gekeken voor de veehouderijgerelateerde knelpunten. Voor een gedetailleerd overzicht van de aanpak van de specifieke binnenstedelijke en veehouderijgerelateerde knelpunten verwijs ik u naar bijlage 24.

Naast bovengenoemde wijziging van het NSL werk ik aan een nationaal actieprogramma luchtkwaliteit waarmee wordt ingezet op een verdere verbetering van de luchtkwaliteit. Tevens is in het Regeerakkoord opgenomen dat het NSL met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal eindigen en zal worden vervangen door een plan dat zich richt op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit.

De Gezondheidsraad is gevraagd om te adviseren over hoe gezondheid meer centraal kan worden gesteld in het luchtkwaliteitsbeleid. De verwachting is dat de Gezondheidsraad begin 2018 adviseert op welke stoffen en op welke sectoren het luchtkwaliteitsbeleid zich zou moeten richten voor het realiseren van gezondheidswinst. Dit advies kan als basis dienen voor het nationaal actieprogramma luchtkwaliteit, waarbij gezondheid centraal staat en waarin wordt toegewerkt naar de streefwaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Dit nationaal actieprogramma luchtkwaliteit zal eind 2018 aan uw Kamer worden gezonden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 30 175, nr. 256

X Noot
3

Handelingen II 2017/18, nr. 8, item 4

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven