Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 februari 2017
Op 14 december 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) Defensie aansprakelijk
gehouden voor de schade van een militair die uitgezonden is geweest naar Libanon.
In maart 2013 deed de CRvB al een vergelijkbare uitspraak ten aanzien van een Dutchbat
III-veteraan. Over de gevolgen van deze rechterlijke uitspraken heb ik u geïnformeerd
in mijn brieven van 16 december jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 156), 4 maart jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 157), 1 april jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 158), 3 juni jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 159), 20 juni jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 163) en 23 augustus jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 165).
In vergelijkbare zaken waarin Defensie niet meer kan aantonen aan de zorgplicht te
hebben voldaan, zal zij op basis van aansprakelijkheid de (rest)schade van de betrokken
veteraan vergoeden. De hiermee gemoeide totale kosten zijn niet bekend, aangezien
de uitkomsten van de afwikkeling in de individuele dossiers van elkaar kunnen verschillen.
Wel merk ik hierbij op dat Defensie als uitvoeringsdepartement nagenoeg geen budgetflexibiliteit
heeft, zoals ik ook heb gemeld in mijn brief van 14 februari jl. (Kamerstuk 33 763, nr. 126). De gevolgen hiervan verdienen dan ook onverkort de aandacht.
Op 28 juni jl. is de motie-Eijsink/Teeven aangenomen (Handelingen II 2015/16, nr.
101, item 19), waarin de regering wordt verzocht te onderzoeken hoe de nog te verwachten aanvullende
schadeclaims van veteranen anders dan uit de defensiebegroting kunnen worden bekostigd
(Kamerstuk 30 139, nr. 162). In mijn brief van 23 augustus jl. heb ik gemeld dat het kabinet dit onderzoekt
(Kamerstuk 30 139, nr. 165). Uitgangspunt voor dit kabinet is dat problematiek op een beleidsterrein wordt gedekt
op de begroting van het desbetreffende departement. Dat geldt ook in het geval van
de schadeclaims van veteranen. Het budgetrecht van de Kamer biedt uiteraard de mogelijkheid
om dekking buiten de defensiebegroting te organiseren. Deze zal dan ten koste gaan
van een andere begroting. Het is uiteindelijk aan de Kamer om deze afweging te maken.
Bij alle opties om tot bekostiging van claims te komen, is het van belang dat het
budget beschikbaar is op het moment dat de schadeclaims binnenkomen. Klachten gerelateerd
aan een uitzending kunnen zich immers jaren later manifesteren.
De prioriteit van het kabinet ligt nu vanzelfsprekend bij de afwikkeling van de huidige
individuele schadeclaims. De claims hebben niettemin de aandacht van het kabinet.
Ik houd uw Kamer vanzelfsprekend op de hoogte van de afwikkeling van de claims en
van andere relevante ontwikkelingen.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert