Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2015
Hierbij ontvangt u de vijfde jaarlijkse rapportage over Nederlandse gedetineerden
in het buitenland, conform de motie Pechtold met Kamerstuk 32 500 V, nr. 137.
De peildatum voor deze rapportage is vastgesteld op 1 april 2015. De vorige rapportage
ging u toe op 4 augustus 2014, Kamerstuk 30 010, nr. 20.
In de bijlagen treft u een overzicht van het totaal aantal Nederlandse gedetineerden
in het buitenland met 1 april 2015 als peildatum van het desbetreffende jaar en een
overzicht van het totaal aantal Nederlandse gedetineerden per land op 1 april 20151.
Doelstellingen en nieuw gedetineerdenbeleid
Zoals ook in de vorige Kamerbrieven is gemeld, is het doel van gedetineerdenbegeleiding
het bijdragen aan het welzijn van Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen,
waaronder detentie onder menswaardige omstandigheden en het bevorderen van een adequate
rechtsgang.
Met ingang van 1 januari 2015 is een nieuw gedetineerdenbeleid in werking getreden.
In mijn brief van 10 oktober 2014 met Kamerstuk 30 010, nr. 21 heb ik u hierover geïnformeerd. Het nieuwe gedetineerdenbeleid beoogt de middelen
en instrumenten van Buitenlandse Zaken zo doelmatig mogelijk in te zetten. Het nieuwe
beleid voorziet in meer maatwerk, zodat de steun kan worden gericht op de gedetineerde
die hulp echt nodig heeft. Iedere Nederlandse gedetineerde in het buitenland die heeft
aangegeven consulaire bijstand te willen ontvangen, ontvangt een basispakket. Dit
basispakket bevat schriftelijke informatie over consulaire bijstand en over overige
instanties betrokken bij het Nederlandse gedetineerdenbeleid en een persoonlijk bezoek
van een ambassademedewerker. Waar relevant en mogelijk ontvangt de gedetineerde door
het Ministerie van Buitenlandse Zaken gesubsidieerd juridisch advies en begeleiding
bij resocialisatie in Nederland. In landen waar sprake is van een humaan gevangenisbeleid
en waar sprake is van behoorlijke detentie-omstandigheden beperkt de inzet van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken zich tot dit basispakket. Het ministerie maakt hierbij
gebruik van een lijst met landen die voldoen aan de minimumvoorwaarden die in het
licht van internationale verdragen en afspraken zijn gesteld aan behoorlijke detentie-omstandigheden.
Gedetineerden die een meer uitgebreide consulaire bijstand daadwerkelijk nodig hebben,
vooral in landen waar de detentie-omstandigheden te kort schieten, zullen deze bijstand
op maat gesneden naar de omstandigheden ontvangen. Hierbij valt te denken aan vervolgbezoeken
van een medewerker van Buitenlandse Zaken, extra zorg tijdens de detentie, een maandelijkse
gift (in geld of natura) en medicijnen.
Aantallen
Op de peildatum van 1 april 2015 verbleven 2266 Nederlanders en niet-Nederlanders
die in aanmerking komen voor consulaire bijstand (personen met een vreemdelingenstatus
of verblijfsvergunning voor Nederland) in detentie in het buitenland. De opbouw van
dit aantal is als volgt: vrouwen: 248, mannen: 2001 en (nog) onbekend: 17. Van deze
2266 gedetineerden hadden er 562 naast de Nederlandse nationaliteit nog een andere
nationaliteit.
Het merendeel van de gedetineerden (1482) verblijft in Europa, waarvan 499 in Duitsland,
161 in het Verenigd Koninkrijk, 229 in Spanje, 203 in Frankrijk en 121 in België.
Daarnaast verblijven relatief veel gedetineerden in Turkije (94), de Verenigde Staten
(76), Peru (71) en Marokko (50).
Van de 2266 Nederlandse gedetineerden bevonden er zich op de peildatum 317 in voorarrest,
41 waren op borgtocht vrij, 10 hadden huisarrest en 66 waren voorwaardelijk vrij.
Gronden van detentie
56% van de Nederlandse gedetineerden zaten vast vanwege een drugsdelict. De overige
44% is gearresteerd om verschillende redenen, waaronder diefstal, moord, geweldpleging,
mensenhandel, zedendelicten en oplichting.
De volgende (zesde rapportage) ontvangt u medio 2016.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders