Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 augustus 2014
Hierbij ontvangt u de vierde jaarlijkse rapportage over Nederlandse gedetineerden
in het buitenland, conform de motie Pechtold Kamerstuk 32 500 V, nr. 137.
De peildatum voor deze rapportage is vastgesteld op 1 april 2014. De vorige rapportage
ging u toe op 4 juni 2013, Kamerstuk 30 010, nr. 19.
U treft tevens twee bijlagen aan. In bijlage 1 is een vergelijkend overzicht opgenomen
van de aantallen gedetineerden (man, vrouw, dubbele nationaliteit, in Europa, voorarrest,
etc) op 1 april 2011, 1 april 2012, 1 april 2013 en 1 april 20141. In bijlage 2 wordt per land een overzicht van het aantal gedetineerden gegeven,
opgesplitst naar man, vrouw, drugsdelict en dubbele nationaliteit2.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft geen volledig beeld van alle Nederlanders
in buitenlandse detentie. In de overzichten zijn alleen de gedetineerden opgenomen
die, conform artikel 36 van het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen,
bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken hebben aangegeven consulaire bijstand te
wensen.
Voor alle aantallen geldt dat er geen significante verschillen of verschuivingen zijn
geconstateerd in vergelijking met de getallen van de afgelopen jaren.
Aantallen gedetineerden
Op de peildatum van 1 april 2014 verbleven 2.242 Nederlanders en niet-Nederlanders
die in aanmerking komen voor consulaire bijstand (personen met een vreemdelingenstatus
of verblijfsvergunning voor Nederland) in detentie in het buitenland. De opbouw van
dit aantal is als volgt: vrouwen: 267, mannen: 1.962 en (nog) onbekend: 13. Van deze
2.242 gedetineerden hadden er 597 naast de Nederlandse nationaliteit nog een andere
nationaliteit.
Net als voorgaande jaren bevindt het merendeel van de Nederlandse gedetineerden zich
in Europa. Het gaat om een totaal van 1.400 gedetineerden van wie het merendeel in
Duitsland (487), Spanje (238), Frankrijk (169) en het Verenigd Koninkrijk (131). Daarnaast
bevond zich een groot aantal Nederlandse gedetineerden in Latijns-Amerikaanse landen
en de Verenigde Staten. Zo zitten in Peru 76 Nederlanders in detentie en in de Dominicaanse
Republiek 99. In de VS verblijven 87 Nederlanders in detentie.
Van de 2.242 Nederlandse gedetineerden bevonden er zich op de peildatum 325 in voorarrest,
42 personen waren op borgtocht vrij, 15 hadden huisarrest en 73 waren voorwaardelijk
in vrijheid gesteld. Hieronder vallen ook de Nederlandse gedetineerden in Latijns-Amerika
die de zogenaamde semi-libertad hebben gekregen; zij mogen hun straf buiten de gevangenismuren
uitzitten, maar worden nog wel als gedetineerde beschouwd en krijgen consulaire bijstand.
Redenen van detentie
Op 1 april 2014 zaten 1.351 gedetineerden vast in verband met een drugsdelict. Dit
is 60% van het totaal aantal Nederlandse gedetineerden in het buitenland. De overige
40% is gearresteerd om verschillende redenen, waaronder diefstal, moord, geweldpleging,
mensenhandel, zedendelicten en oplichting.
WOTS/WETS
Nederland is partij bij het «Verdrag betreffende de overbrenging van gevonniste personen».
De Nederlandse wet waarin de procedures rond de overbrenging naar Nederland geregeld
worden heet de WOTS (Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen). Om voor overbrenging
naar Nederland in aanmerking te komen moet men aan enkele voorwaarden voldoen. Het Ministerie van Justitie in het land van veroordeling en het Ministerie
van Veiligheid en Justitie in Nederland moeten met de overbrenging instemmen. Jaarlijks
worden er circa 250 personen in het kader van de WOTS naar Nederland overgebracht.
Sinds 1 november 2012 geldt de WETS in Nederland. Deze wet is opgesteld omdat binnen
de EU de regels voor strafoverdracht zijn veranderd en Nederland deze Europese regels
heeft omgezet in nationale wetgeving. In die EU-landen die de Europese regels ook
hebben ingevoerd in hun nationale wetgeving geldt de WETS.
De volgende (vierde) rapportage over Nederlandse gedetineerden in het buitenland ontvangt
u medio 2015.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
F.C.G.M. Timmermans