29 689 Herziening Zorgstelsel

25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 728 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2016

In mijn brief van 9 juni 2016 (Kamerstukken 29 689 en 25 424, nr. 722) heb ik toegezegd u een terugkoppeling te sturen van het gesprek dat ik van plan was te gaan voeren met betrokken partijen over casemanagement bij dementie. Deze bijeenkomst heeft inmiddels plaatsgevonden. Met deze brief voldoe ik aan de toezegging.

Zoals ik in mijn brief van 9 juni heb aangegeven baren de uitkomsten van het onderzoek van Hhm naar casemanagement bij dementie mij zorgen. Het rapport schetst een beeld van een veelheid aan partijen die ondanks hun betrokkenheid met het onderwerp niet tot de samenwerking komen die nodig is om bestaande knelpunten op te lossen. Dit terwijl casemanagement een belangrijk onderdeel is van dementiezorg. Naar aanleiding hiervan heb ik een groot aantal partijen die betrokken zijn bij dementiezorg, uitgenodigd om de uitkomsten van het rapport te bespreken. Dit overleg heeft 15 juni plaatsgevonden.

Alle partijen die aanwezig waren bij het overleg (Alzheimer Nederland, NPCF, Zorgverzekeraars Nederland, zorgverzekeraars CZ, Menzis en VGZ, Actiz, BTN, V&VN, het Deltaplan Dementie, de Nederlandse Zorgautoriteit en Zorginstituut Nederland,) onderschrijven de grote meerwaarde van casemanagement bij dementie voor patiënten en hun omgeving. In de zorgstandaard dementie is vastgelegd hoe goed casemanagement eruit moet zien. Elke patiënt heeft hier, zodra de diagnose is gesteld, recht op. Tegelijk herkennen partijen de negatieve signalen en het beeld uit de rapportage van Hhm dat ondanks goede bedoelingen van alle betrokken partijen de opbouw van dementieketens en casemanagement stokt en dat bestaande ketens (dreigen) uiteen te vallen. Gezamenlijk is vastgesteld dat de doelstelling is om dit proces binnen de kortst mogelijke tijd om te keren en naar een situatie toe te werken waarin iedereen die daarop is aangewezen, zorg ontvangt volgens de zorgstandaard.

Tijdens het overleg is op basis van deze uitgangspunten die door alle partijen worden gedeeld, de afspraak gemaakt om te komen tot een gezamenlijk actieplan om achteruitgang van casemanagement en (mogelijk daardoor) het uiteenvallen van dementieketens tegen te gaan. Een belangrijke stap daarin is dat er de komende tijd geen eenzijdige, ingrijpende veranderingen ten aanzien van casemanagement bij dementie zullen plaatsvinden. Hierdoor creëren partijen met elkaar de ruimte en tijd om aan structurele en gezamenlijke oplossingen te werken. Partijen hebben aangegeven per direct te zullen behouden wat er is en op zeer korte termijn stappen te zullen zetten om te garanderen dat iedereen de zorg – zoals die is vastgelegd in de zorgstandaard dementie – krijgt.

Namens alle betrokken partijen neemt het Deltaplan Dementie nu het voortouw om nog deze maand een actieplan op te stellen. Dit doet het Deltaplan namens alle partijen en met alle partijen. De bedoeling van het actieplan is om aan te geven welke doelen wij willen bereiken en welke acties we op korte, middellange- en lange termijn gaan nemen om die doelen te bereiken. Zoals gezegd, het allerbelangrijkste is dat mensen die conform de zorgstandaard casemanagement nodig hebben deze ook krijgen. Dat zal dus een wezenlijk onderdeel moeten zijn van het actieplan. Om dat te bereiken is echter ook nodig dat er een goed inzicht bestaat van de omvang van de patiëntengroep en de kring van zorgverleners die dit kan uitvoeren. Ook dat zal een plek moeten krijgen in het actieplan.

De praktijk laat zien dat er verschillende manieren zijn waarop een regio casemanagement kan vormgeven die allemaal tot goede zorg conform de zorgstandaard kan leiden. Het is dus niet de bedoeling dat er één blauwdruk komt voor wie de zorg uitvoert, maar wel een duidelijke basis welke deskundigheid nodig is waar elke patiënt die aangewezen is op casemangement op kan rekenen.

Zodra ik heb actieplan heb ontvangen, stuur ik het u toe.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven