29 653 Het Nederlands buitenlands beleid ten aanzien van Latijns-Amerika en de Cariben

Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2017

Deze brief gaat in op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 7 juli jl., waarin werd verzocht om ter voorbereiding op het Algemeen Overleg over Venezuela een Kamerbrief te ontvangen over de actuele situatie en een reactie op de brief van derde die op 28 juni jl. is verzonden aan Lid Pechtold.

Daarnaast zal deze brief, zoals aanvullend werd verzocht op 21 augustus jl., ingaan op de Kamervragen van Lid Sjoerdsma (dd. 3 augustus jl.) (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 17) en de uitvoering van de motie Knops/ten Broeke (Kamerstuk 29 653, nr. 22).

Actuele situatie

Op 5 juli jl. is uw Kamer schriftelijk geïnformeerd over de verdere verslechtering op politiek, humanitair en mensenrechtengebied in Venezuela. In deze zeer sombere en zorgelijke situatie is de afgelopen twee maanden geen verbetering opgetreden. De politieke spanningen en polarisatie zijn juist toegenomen door de verkiezing van de grondwetgevende vergadering.

Grondwetgevende vergadering

Op 30 juli jl. vonden verkiezingen plaats voor de grondwetgevende vergadering. In aanloop naar de verkiezing werd de voorgeschreven procedure van een raadgevend referendum niet gevolgd. Het beginsel van one man, one vote werd losgelaten en vervangen door een systeem dat de zittende regeringspartij disproportioneel bevoordeelde waardoor winst voor de oppositie, ondanks een grote voorsprong in opiniepeilingen, buiten bereik was. Hierdoor zag de oppositie zich genoodzaakt de verkiezingen te boycotten. Over een eerlijk verloop van de verkiezingen bestaan grote twijfels. Het bedrijf verantwoordelijk voor de stemmachines heeft grootschalige fraude gemeld. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat druk is uitgeoefend om te gaan stemmen. Volgens de regering hebben meer dan 8 miljoen mensen gestemd. Onafhankelijke schattingen gaan echter uit van hooguit de helft (bron: Torino Capital).

De verkiezing en installatie van de grondwetgevende vergadering zijn een verdere ondergraving van de democratie in het land. Venezuela glijdt af naar een autocratisch regime met niet meer dan een democratische façade. Nederland heeft daarom, net als vele andere EU-lidstaten, bij de Hoge Vertegenwoordiger van de EU Mogherini aangedrongen op een heldere EU-reactie waarin de grondwetgevende vergadering niet wordt erkend. Deze verklaring is kracht bijgezet in een nationale persverklaring waarin het kabinet de in de EU-verklaring geschetste zorgen onderschrijft en de grondwetgevende vergadering niet wordt erkend.

Recent heeft de grondwetgevende vergadering een aantal besluiten genomen die een verdere klap betekenen voor de democratie en scheiding der machten in het land. Zo heeft de grondwetgevende vergadering het parlement verder buiten spel gezet door zich zijn wetgevende bevoegdheden toe te eigenen. Het parlement was overigens al in het voorjaar van 2017 geneutraliseerd door het Hooggerechtshof (ref. Kamerbrief dd. 12 mei 2017, Kamerstuk 29 653, nr. 31). Het Koninkrijk der Nederlanden erkent alleen het democratisch gekozen parlement als legitieme wetgevende macht. Tal van diplomatieke vertegenwoordigingen uit de EU, waaronder de Nederlandse, en de regio, hebben daarom direct na het besluit aan het parlement een bezoek gebracht.

Een ander zwaar omstreden besluit van de grondwetgevende vergadering betrof het ontslag van procureur-generaal Luisa Ortega Diaz. Ortega ontwikkelde zich de afgelopen maanden tot de meest uitgesproken criticus van de Venezolaanse regering. Zij is door de grondwetgevende vergadering vervangen door de regeringsgezinde ombudsman Tarek William Saab. Ortega zag zich uit vrees voor vervolging genoodzaakt het land te ontvluchten.

De grondwetgevende vergadering heeft verder een waarheidscommissie in het leven geroepen die elk van de kandidaten voor de vervroegde regionale verkiezingen gaat beoordelen op goed gedrag. Hierdoor lopen oppositieleden die steun hebben gegeven aan demonstraties het serieuze risico uitgesloten te worden van deelname aan deze verkiezingen. Een tiental burgemeesters is al tot gevangenisstraf veroordeeld of in afwachting van een proces, vooral omdat zij demonstraties niet hebben tegengehouden. Het kabinet is ten diepste bezorgd over de verdere politisering van de regionale verkiezingen door de grondwetgevende vergadering.

Regionale druk

De crisis in Venezuela houdt de regio zeer bezig. Belangrijke landen in de regio veroordelen in sterke mate het optreden van de Venezolaanse regering. Voor de regio is er een leidende rol voor het vinden van een vreedzame oplossing. Het afgelopen jaar zijn er vanuit de regio verschillende pogingen gedaan om de oppositie en Venezolaanse regering te bewegen tot een onderhandelde oplossing. Tot dusver heeft de Venezolaanse regering echter geen stap willen zetten op belangrijke punten als de erkenning van het gekozen parlement, de vrijlating van politieke gevangenen en de toelating humanitaire hulp. Ook is het nog niet gelukt een Group of Friends te formeren. Dat werkt immers alleen als deze door alle partijen wordt geaccepteerd. De druk op Venezuela groeit en raakt in toenemende mate geïsoleerd. Het land is na de installatie van de grondwetgevende vergadering definitief geschorst door de regionale organisatie Mercosur. In de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) staat Venezuela bovenaan de agenda. Op 18 augustus hebben 12 Latijns-Amerikaanse Ministers in Lima een verklaring ondertekend waarin de situatie in Venezuela in scherpe bewoordingen is veroordeeld. In gesprekken met buurlanden en regionale organisaties vraagt het Koninkrijk aandacht voor de situatie in Venezuela. Dit gebeurde onder meer tijdens de Algemene Vergadering van de OAS op 19–21 juni jl. en tijdens het Staatsbezoek aan de Heilige Stoel in Vaticaanstad op 22 juli jl.

De Europese Unie en het Koninkrijk der Nederlanden

Nederland heeft zich, zoals hierboven aangegeven, na de verkiezing van de grondwetgevende vergadering ingezet voor een scherpe verklaring van Hoge Vertegenwoordiger Mogherini namens alle 28 EU-lidstaten. In deze verklaring wordt de grondwetgevende vergadering niet erkend. President Maduro wordt opgeroepen de grondwetgevende vergadering niet te installeren en instituties zoals voorzien onder de Grondwet expliciet te erkennen en respecteren. Ook is in de verklaring aandacht voor arbitraire detentie, waaronder de situatie van Leopoldo López en Antonio Ledezma. Steun wordt uitgesproken voor initiatieven uit de regio. De regering moet eerder gemaakte afspraken met het Vaticaan nakomen, te weten 1) respecteren van de electorale agenda, 2) toelaten van humanitaire hulp, 3) vrijlaten van politieke gevangenen en 4) het respecteren van het Nationale parlement. Tot slot worden partijen, in het bijzonder burgermilities, opgeroepen geen geweld te gebruiken.

De VS hebben de afgelopen maanden de druk opgevoerd middels sancties. In totaal zijn 38 hooggeplaatste Venezolaanse individuen op een sanctielijst geplaatst. Daarmee zijn reisrestricties opgelegd en (persoonlijke) tegoeden bevroren. Op 24 augustus heeft president Trump de Executive Order «Imposing Additional Sanctions with Respect to the Situation in Venezuela» uitgevaardigd. De nieuwe sancties verbieden Amerikanen zaken te doen met de regering van president Maduro. Zo is het kopen en handelen in schuldpapieren en obligaties van de regering en het staatsoliebedrijf PdVSA verboden. Uitzonderingen gelden onder meer op humanitaire gronden. Ook heeft president Trump uitlatingen gedaan over militair ingrijpen in Venezuela. Dit heeft averechts gewerkt. De uitspraken van president Trump waren olie op het vuur van president Maduro die de VS al langer beschuldigde van buitenlandse inmenging. Landen in de regio hebben zich direct kritisch uitgelaten over de uitspraken.

Ook het kabinet constateert dat diplomatieke druk niet voldoende is gebleken om een onderhandelde uitweg uit de crisis te bewerkstelligen. Nederland sluit daarbij verdergaande maatregelen, inclusief persoonsgerichte sancties zeker niet uit, onder voorwaarde dat verwacht kan worden dat ze effectief zijn, de bevolking niet benadelen en in EU verband worden afgekondigd. Nederland stemt daarbij uiteraard nauw af met Aruba, Curacao en Sint Maarten om de belangen van het hele Koninkrijk mee te nemen. Sancties kunnen immers gevolgen hebben voor de Benedenwindse eilanden mede gelet op de economische banden die er bestaan met Venezuela.

Veiligheid en mensenrechten

Tot aan de verkiezing van de grondwetgevende vergadering werd het straatbeeld gekenmerkt door aanhoudende protesten en zware repressie. Na de verkiezing van de grondwetgevende vergadering zijn de protesten afgenomen. Het kabinet deelt de zorgen over het geweld zoals geschetst in de brief van derde aan Lid Pechtold (ref. convocatie dd. 7 juli 2017). Er is dagelijks contact tussen diverse overheidsdiensten in Nederland en de ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Caracas over de veiligheidssituatie. Hoewel veruit de grootste verantwoordelijkheid voor het gebruikte geweld aan overheidszijde ligt, is ook geweld aan de kant van demonstranten geconstateerd. Het kabinet betreurt de vele slachtoffers die zijn veroorzaakt door het aanhoudende geweld en veroordeelt het gebruik van geweld. Volgens een onderzoek van de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (dd. 8 augustus 2017) zijn veiligheidstroepen en aan de regering gelieerde paramilitairen verantwoordelijk voor de dood van minstens 73 demonstranten. Eerder heeft Nederland, bij monde van de EU, zich zeer kritisch uitgelaten in de VN Mensenrechtenraad over de mensenrechtensituatie in Venezuela. In de verklaring is het geweld ten sterkste veroordeeld en zijn de Venezolaanse autoriteiten opgeroepen om het recht tot demonstratie te respecteren. Ook tijdens de aankomende 36e sessie van de Mensenrechtenraad zal het Koninkrijk der Nederlanden inzetten op heldere taal hierover. Ook tijdens de informele bijeenkomst van Ministers van Buitenlandse Zaken («Gymnich») van 7–8 september zal Nederland opnieuw aandacht vragen voor de mensenrechtensituatie in Venezuela.

Economische situatie

Uit verschillende bronnen, waaronder de niet-gouvernementele organisatie Caritas, blijkt dat de humanitaire situatie de afgelopen maanden verder achteruit is gegaan. De armoede neemt toe, evenals de tekorten aan voedsel en medicijnen. Bijna de helft van de gezinnen leeft van minder dan drie maaltijden per dag. Met name onder kinderen is sprake van een alarmerende mate van ondervoeding en gebrek aan een gevarieerd dieet. De Venezolaanse autoriteiten ontkennen nog altijd dat er sprake is van een humanitaire crisis en geven geen toestemming aan de noodhulporganisatie van de Europese Unie ECHO voor het uitvoeren van een needs-assessment om de noden in kaart te brengen. Zolang de Venezolaanse autoriteiten de humanitaire crisis blijven ontkennen kan er geen grootschalige steun worden gegeven.

De verslechterde sociale en humanitaire situatie in Venezuela is ook van invloed op de naar schatting 1500 Nederlanders die in het land verblijven. Een deel van deze Nederlandse paspoorthouders heeft zijn wortels in het Caribische deel van het Koninkrijk. De cijfers blijven een schatting. Ondanks actieve benadering van de ambassade om zich te registreren in de consulaire «24/7 informatieservice» van het Ministerie van Buitenlandse Zaken hebben slechts 132 Nederlanders (45 gezinnen) hiervan gebruik gemaakt.

In december 2016 is het evacuatieplan van de ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Caracas uitvoerig doorgelicht en waar nodig bijgewerkt. Er is op dit moment geen aanleiding om Nederlanders uit Venezuela te evacueren, maar de betrokken overheidsdiensten in Nederland bereiden zich vanzelfsprekend wel voor op een mogelijke evacuatie. Dit gebeurt ook door het aanpassen van het reisadvies en door de geregistreerde Nederlanders op te roepen de noodzaak van hun verblijf te heroverwegen. Dit laatste is op 8 augustus jl. nog gebeurd.

Gevolgen Caribische Koninkrijks(ei)landen

In de Kamerbrief van 7 juli 2016 (Kamerstuk 29 653, nr. 28) is de Kamer reeds geïnformeerd over de uitvoering van de motie Knops/ten Broeke. In het licht van de verslechterde situatie in Venezuela wordt voortdurend in de gaten gehouden of aanvullende maatregelen ten behoeve van de territoriale integriteit en stabiliteit van de Benedenwindse eilanden nodig zijn. Er is nog altijd geen aanleiding om aan te nemen dat de territoriale integriteit van het Koninkrijk in het geding is. Wel heeft de Kustwacht in het Caribisch gebied, zoals eerder gemeld, haar patrouilles geïntensiveerd. Het kabinet ziet er hierbij ook op toe dat de Kustwacht beschikt over de middelen die nodig zijn voor een dergelijke adequate taakuitvoering. In de afgelopen jaren heeft het kabinet geïnvesteerd in de bilaterale relatie met Venezuela en het openhouden van diplomatieke kanalen. Onder de huidige omstandigheden moeten we echter vaststellen dat het onderhouden van een goede bilaterale samenwerking, mede door de binnenlandse ontwikkelingen in Venezuela, moeilijker is geworden. Tegelijkertijd blijven het Koninkrijk en Venezuela buurlanden. Het kabinet zet zich in voor een combinatie van druk en dialoog.

Dat geldt onder meer op het gebied van veiligheid. Waar mogelijk en noodzakelijk zal de samenwerking tussen Venezuela en het Koninkrijk worden voortgezet. Door deze samenwerking in stand te houden kan beter worden opgetreden tegen grensoverschrijdende criminaliteit en drugssmokkel. Informatie- en kennisuitwisseling draagt bij aan opsporing. Recentelijk bevestigde Venezuela te willen deelnemen aan de «search and rescue» oefening Open Eyes. Op dit moment wordt bezien wanneer een eerste planningsbijeenkomst kan plaatshebben. Naast deze samenwerking vindt er ook op operationeel niveau politiële samenwerking plaats.

In de Kamerbrieven van 12 mei 2017 (Kamerstuk 29 653, nr. 31) en 5 juli 2017 (Kamerstuk 29 653, nr. 33) is reeds diverse malen stilgestaan bij de gevolgen van de zorgwekkende situatie in Venezuela voor het Caribisch deel van ons Koninkrijk. Het kabinet houdt deze ontwikkelingen vanzelfsprekend nauwlettend in de gaten. In diverse mediaberichten wordt al geruime tijd stilgestaan bij onderscheppingen van illegalen door de Kustwacht. Er zijn echter nog steeds geen aanwijzingen die duiden op een (aanstaande) grote vluchtelingenstroom richting de (ei)landen. De verwachting is bovendien onverminderd dat migrantenstromen hoofdzakelijk over land richting de buurlanden van Venezuela zullen lopen. Dat neemt niet weg dat reeds sprake is van een toename van het aantal door de Kustwacht aangehouden illegalen ten opzichte van voorgaande jaren. De laatste cijfers van de Kustwacht over het jaar 2017 laten zien dat zij tot op heden 245 illegalen, hoofdzakelijk Venezolanen, staande heeft gehouden. Daarvan zijn 220 personen staande gehouden bij Curaçao, 22 personen bij Aruba en drie personen bij Sint Maarten.

Het gros van de illegale Venezolaanse migranten komt uit economische overwegingen naar de Landen. Een deel betreft daarbij de illegale overstay, waarbij men legaal binnenkomt via de luchthavens en daarna in de illegaliteit verdwijnt na de maximaal toegestane verblijfsperiode. Het vreemdelingen- en toelatingsbeleid is een verantwoordelijkheid van de autonome landen binnen het Koninkrijk. De autoriteiten van Aruba en Curaçao proberen de komst van dergelijke illegale migranten te ontmoedigen, door onder andere een inzet op opsporing, handhaving en uitzetting. Het kabinet steunt – met inachtneming van de beperkte absorptiecapaciteit van de (ei)landen en met inachtneming van geldende internationale verdragen – het restrictief vreemdelingenbeleid dat in het Caribisch deel van het Koninkrijk wordt gevoerd.

Voor personen die een asielaanvraag wensen te doen, bestaan op Aruba, Curaçao en Bonaire asielprocedures (al dan niet in samenwerking met organisaties als UNHCR). In de eerder genoemde Kamerbrief van 5 juli 2017 zijn de geldende asielprocedures op de respectievelijke eilanden uiteengezet. Curaçao heeft sindsdien een wijziging doorgevoerd in de asielprocedure. De Toelatingsorganisatie van Curaçao is vanaf heden verantwoordelijk voor de registratie en doorgeleiding van asielaanvragen richting de UNHCR, een taak die voorheen belegd was bij het Rode Kruis. De asielprocedure zelf, inclusief de beschreven rol van UNHCR, is verder ongewijzigd. De procedures op Aruba en Bonaire zijn ongewijzigd.

De Nederlandse betrokken diensten, alsmede de autoriteiten van Aruba, Curaçao en Bonaire hebben al geruime tijd nauw contact, mocht het, tegen de indicaties in, toch tot een forse toename in migratie komen. Zoals benoemd in het antwoord op de Kamervragen van het lid Sjoerdsma (D66) d.d. 4 april 2017 (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1565), alsmede in de brief van 12 mei 2017 en de brief van 5 juli 2017, worden derhalve door de Caribische delen van het Koninkrijk en Nederland uiteraard al de nodige voorbereidingen en preventieve maatregelen genomen, waaronder het opstellen van de operationele crisisplannen. Daarbij vindt niet alleen uitwisseling en ondersteuning plaats door Nederlandse diensten, maar ook door internationale organisaties als het Rode Kruis, UNHCR en IOM.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven