29 628 Politie

Nr. 911 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2019

In vervolg op mijn brief van 9 oktober jl. (Kamerstuk 29 628, nr. 909) waarin ik heb aangegeven uw Kamer zo spoedig mogelijk te informeren over de uitkomsten van het onderzoek door Bureau Veiligheid Integriteit en Klachten (VIK), de teamanalyse door een extern bureau en de eventueel te nemen extra maatregelen binnen de eenheid Den Haag, informeer ik u als volgt.

De korpschef heeft mij medegedeeld dat hij geconstateerd heeft dat er onvoldoende basis is voor de verdere samenwerking met de teamchef van het team Leiden in de eenheid Den Haag.

Ik hecht er samen met de korpschef aan nogmaals te benadrukken dat de situatie in het team in Leiden en het opgezegde vertrouwen in de teamchef door haar directe collega’s, losstaat van de Hoefkade en losstaat van haar inhoudelijke kritiek op de misstanden. Evenmin is het beeld juist dat zij vanwege die kritiek weg zou moeten. Zoals hierboven aangegeven wordt nu naar een oplossing gezocht. Hierbij zal de korpschef een onafhankelijke externe verkenner inzetten om te komen tot een duurzame oplossing.

De korpschef zal mij nader informeren over de uitkomsten van het onderzoek door VIK en de analyse door het extern bureau. Daar kom ik zo spoedig mogelijk bij uw Kamer op terug.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven