Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 29628 nr. 402 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 29628 nr. 402 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2013
Verbetering van het presterend vermogen van de politie en vermindering van de administratieve lasten bij de politie zijn belangrijke prioriteiten in mijn werkprogramma. Gefaseerde invoering van mobiel werken bij de politie zal aan deze ambities een belangrijke bijdrage leveren, als ook aan mijn inspanningen voor de verbetering van de prestaties in de strafrechtketen. Nog vóór het zomerreces zal ik u informeren over mijn ambities om de prestaties van de strafrechtketen te versterken en hoe mobiel werken hier een bijdrage aan zal leveren. In mijn voortgangsrapportage «Minder regels, meer op straat» van 8 mei jl. heb ik u bericht over de bijdrage van mobiel werken aan minder administratieve belasting in het dagelijkse politiewerk.
Hieronder informeer ik u over de resultaten van de leertuinen met mobiel werken in een viertal voormalige politieregio’s en de daaropvolgende landelijke implementatie van mobiel werken door de Nationale Politie. Ik geef daarmee tevens invulling aan eerdere toezeggingen op dat punt (Kamerstuk 29 628, nr. 395 en Kamerstuk 33 240 VII, nr. 5).
Tijdens mijn werkbezoek aan de Eenheid Den Haag op 12 juni jl heb ik mij laten informeren over de resultaten van de leertuinen en de toekomst van mobiel werken bij de politie. Dat heeft mij te meer bevestigd in de opvatting dat mobiel werken een welkome ondersteuning vormt voor het werk van de politieman op straat en onverkort moet worden doorgevoerd.
Achtergrond van de leertuinen
Concrete aanleiding voor de proeftuinen met mobiel werken was de inwerkingtreding van de Wet Identiteitsvaststelling Verdachten, Veroordeelden en Getuigen (WIVVG) per 1 oktober 2010. Bij de voorbereiding van dit wetsvoorstel werd zichtbaar dat het aanzienlijke uitvoeringskosten voor de politie met zich zou brengen. In het programma Progis van mijn ministerie zijn daarop de mogelijkheden onderzocht hoe deze effecten van het wetsvoorstel voor de politie te ondervangen.
Het Progis-rapport «Innovatie bij Identificatie» (september 2010) vermeldde als belangrijkste conclusie dat mobiele identificatie van staande gehouden verdachten sterk bijdraagt aan vermindering van de uitvoeringskosten. Vervolgens is in het programma Progis besloten tot de realisatie van een mobiel platform en het in leertuinen opdoen van ervaring met de mobiele toepassingen voor identiteitsvaststelling (MobID), integrale bevraging (BVI-IB) en het uitschrijven van een digitale bon (Digibon).
Resultaten van de leertuinen
De leertuinen zijn in de periode oktober 2011 tot juli 2012 uitgevoerd in een viertal voormalige politieregio’s. In een aparte leertuin is de effectiviteit van mobiel werken voor het vreemdelingentoezicht door de vreemdelingenpolitie en de basispolitiezorg beproefd.
Het ging er in alle leertuinen om bestaande processen op een andere wijze uit te voeren, volgens het ontwikkelde procesmodel Mobiel Werken. Dit model begint met de identiteitsvaststelling («wie houdt de agent staande», MobID) en loopt via identiteitsonderzoek met behulp van integrale bevraging («wat weet de agent van de betrokkene», BVI-IB) naar een beslissing over het vervolg, zoals een aanhouding, of het overnemen van personalia en andere gegevens bij het schrijven van een digitale bon (Digibon).
De bevindingen uit de leertuinen zijn:
• Agenten ervaren eenvoudige invoer en éénduidig (her)gebruik van geverifieerde informatie met gebruikmaking van mobiele applicaties als essentieel. Daarmee wordt de basis gevormd voor kwaliteitsverbetering en vermindering van administratieve lasten in de keten.
• Mobiel werken leidt tot een betere informatie-positie van de agent of marechaussee op straat. De afhankelijkheid van de agent van de informatie van de BackOffice op het bureau, waaronder de meldkamer is minder groot. Daardoor verandert de rol van de BackOffice: voor eenvoudige zaken wordt minder beroep gedaan op de BackOffice
• Vooral het geautomatiseerd lezen van identiteitsdocumenten (het startpunt van veel processen en kern van de MobID-functionaliteit), levert een hoge effectiviteitwinst op. De apparatuur verifieert tegelijk het document en de administratieve gegevens van de aanbieder, biedt additionele informatie voor de agent, voorkomt moeizaam overschrijven van gegevens en geeft daardoor minder kans op fouten.
• Integrale bevraging gekoppeld aan de identiteitsvaststelling draagt bij aan een efficiëntere werkwijze en versterking van de opsporing. De (verdere) ontsluiting van landelijke registers (als Opsporingssyssteem (OPS), Parket politiesysteem (PAPOS) en te zijner tijd de Centrale Verwerkingseenheid (CVE) bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) en de Basisvoorziening Vreemdelingen (BVV)) zal deze effecten verder verhogen.
• De effectiviteit en efficiëntie van het vreemdelingentoezicht neemt toe. Ook hier verbetert de informatiepositie van de agent op straat waardoor deze beter en sneller kan beslissen en minder vreemdelingen naar het bureau voor nader onderzoek dienen te worden overgebracht. Hierdoor kan de agent zijn tijd op straat effectiever besteden en is het toezicht ook voor de vreemdeling zelf minder belastend.
• De apparatuur leent zich tevens uitstekend voor gezamenlijke operationele acties in het vreemdelingendomein met ketenpartners zoals controles met de Koninklijke Marechaussee en controles in het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen met Sociale Zaken. Gebruik van de apparatuur heeft minder impact op de gecontroleerde en werkt daarom de-escalerend. Toepassing van de biometrische applicatie van de mobiele apparatuur in het asielproces leidt ertoe dat bij een herhaalde asielaanvraag de vreemdeling, ook indien deze persoon gebruik maakt van andere personalia dan bij een eerdere aanvraag, snel wordt herkend als herhaalde aanvrager door verificatie van de vingerafdrukken in het biometrieregister van de Basis Voorziening Vreemdelingen. Dus in het identiteitsonderzoek wordt tijd en geld bespaard. Het gebruik van de apparatuur leidt tot een verhoogde professionaliteit richting burger en een gevoel van veiligheid (bijvoorbeeld snel signaal op apparatuur bij het bekend staan als vuurwapengevaarlijke persoon) bij de agent zelf.
• Het hergebruik van de gegevens tussen afzonderlijke processtappen levert opnieuw tijdwinst op. Dat is zeker van toepassing op het schrijven van de digitale bon. De doelstelling bij het schrijven van een digitale bon was om de kwaliteit van de feitgecodeerde bon op straat te verbeteren zodat deze zonder extra kwaliteitsslagen rechtstreeks doorgestuurd kan worden naar het CJIB, De ervaring uit de leertuin leert dat deze doelstelling eenvoudig is te realiseren. Digitale bonnen zijn kwalitatief aanzienlijk beter en leveren voor de CVE/politie een reductie van de werkzaamheden op. Naast het feit dat de doorlooptijd wordt verkort wordt daarmee ook eventuele uitval in het proces sterk gereduceerd.
Naarmate de benodigde voorzieningen sneller en meer betrouwbaar werken, zal de efficiëncy verder worden vergroot. Sturing op de opleidingen van de gebruikers, (her-) inrichting van het werkproces en verdere begeleiding van gebruikers in het gebruik van het middel is essentieel om de efficiencywinst verder te verhogen. Deze komt tot uiting in minder uitval van bonnen, minder vervoerbewegingen en een aanzienlijke reductie van de administratieve lasten.
Landelijke implementatie door de Nationale Politie
Ik vind mobiel werken een belangwekkende ontwikkeling voor de verdere professionalisering van de politie en de vermindering van de administratieve lasten in het dagelijkse politiewerk. Daarom heb ik begin dit jaar de korpschef Nationale Politie opdracht gegeven tot de landelijke uitrol van mobiel werken via het programma Mobiel effectiever op Straat (MEOS Fase II).
In de komende periode wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de architectuur en infrastructuur voor een brede toepassing van mobiel werken bij de politie. Vanaf de eerste helft 2014 start de invoering van mobiel werken op de Blackberry smartphones van 25.000 agenten in de basis politiezorg en deze wordt in 2015 afgerond. Agenten kunnen dan op straat de identiteit vaststellen, integraal bevragen en zo nodig digitaal een bon uitschrijven.
Op dit moment is integrale bevraging al mogelijk op de Blackberry smartphones. Vorig jaar is een vernieuwde applicatie voor het integraal bevragen (BVI-IB) beschikbaar gekomen. Hiermee worden automatisch 16 registers gescand waar de politie vaak op controleert. Voorheen moesten agenten al deze registers apart bevragen. In het programma MEOS Fase II wordt het mogelijk gemaakt om de door MobID uitgelezen persoons- en documentgegevens uit Identiteits- en vreemdelingendocumenten geautomatiseerd «her te gebruiken» voor een integrale bevraging in BVI-IB en voor Digibon. Deze gegevens hoeven dan niet meer handmatig te worden ingevoerd.
Vooruitlopend op de landelijke uitrol beschikken 150 medewerkers van de Vreemdelingenpolitie sinds begin juni over een mobiele werkplek, in de vorm van een tijdelijke voorziening. Daarvoor is gekozen om op korte termijn al een verbetering en intensivering van de handhaving van de Vreemdelingenwetgeving mogelijk te maken.
Over de voortgang van het programma MEOS Fase II project informeer ik u via de voortgangsrapportages van het Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie.
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29628-402.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.