Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2010
Tijdens het mondelinge vragenuur van 14 september 2010 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2009–2010, nr. 99, blz. 8014–8016) naar aanleiding van het bericht aangaande bedreigingen richting gezinnen van politiemensen heeft de toenmalige
staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegezegd uw Kamer te informeren over:
1. Het aantal bedreigingen van (familieleden van) politiemensen en de aangiftecijfers voor deze bedreigingen;
2. De richtlijnen voor politiemensen die gebruik maken van sociale media als twitter, hyves en hierop hun privégegevens kenbaar
maken;
3. De mate waarin de aangifte door politiemensen van bedreiging volgens een uniforme aanpak geschiedt.
Hieronder treft u de gevraagde informatie aan.
1. Aantal bedreigingen en daadwerkelijke aangiften
Recente cijfers over het aantal bedreigingen van (familieleden van) politiemensen en de aangiftecijfers voor dezelfde bedreigingen
zijn op centraal niveau niet bekend.
Uit onderzoek van 2006 naar bedreigingen bij de politie1 blijkt dat 75 procent van de respondenten (5012 politiemensen) zich ooit in zijn of haar carrière bedreigd heeft gevoeld.
40 procent van de respondenten heeft zich in het jaar voorafgaand aan het onderzoek en 16 procent heeft zich in de vier weken
daarvoor wel eens bedreigd gevoeld.
Uit dit onderzoek blijkt tevens dat twee derde van de bedreigde respondenten de bedreiging heeft gemeld, voornamelijk bij
de direct leidinggevende of bij collega’s. Lang niet alle respondenten die een melding doen van bedreiging, doen ook aangifte
(een kwart). De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat de bedreiging niet ernstig genoeg is of dat opname in het proces-verbaal
volstaat.
2. De richtlijnen voor politiemensen die gebruik maken van sociale media
Specifieke richtlijnen voor politiemensen die gebruik maken van sociale media zijn er niet.
Als het gaat om het gebruik van sociale media zoals hyves en twitter zijn de zeven gezamenlijke waarden – zoals door de politie
vastgelegd in een beroepscode «Code Blauw» – richtinggevend voor het handelen van de politiemensen. De beroepscode is geen
opsomming van wat wel of niet mag, maar gaat uit van waarden die richtinggevend zijn voor het gedrag van de politiemedewerkers.
Het gaat om de waarden: Respect, transparantie, verantwoordelijkheid, betrokkenheid, betrouwbaarheid, rechtvaardigheid en
balans. In de korpsen zijn aan de hand van de zeven waarden diverse bewustwordingstrajecten gestart. Bovendien is er in de
opleiding van politiemensen aandacht voor.
3. Uniformiteit in aangifte door politiemensen
In februari 2010 is de landelijke uitvoeringsregeling «protocol Geweld Tegen Politieambtenaren» van kracht geworden. Doel
is dat alle politiekorpsen agressie en geweld tegen politiemensen op een eenduidige wijze – conform deze uitvoeringsregeling
– aanpakken. Alle politiekorpsen zijn de uitvoeringsregeling aan het implementeren. De regeling wordt onder de aandacht van
de politiemensen gebracht door onder meer:
• Bijeenkomsten voor leidinggevenden specifiek op dit onderwerp;
• Informeren via intranet van de korpsen;
• Informatie op PolitieKennisNet;
• Aandacht tijdens de Integrale Beroepsvaardigheid Trainingen;
• Instructiefilm die binnen de korpsen gebruikt wordt.
Verder zal op korte termijn een communicatiecampagne worden gestart om alle medewerkers bij de politie er op te wijzen dat
agressie en geweld onacceptabel is en dat zij conform de uitvoeringsregeling dienen te handelen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner