nr. 192
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2010
In de procedurevergadering van 4 februari jl. van de Vaste Commissie
voor Binnenlandse Zaken is mij verzocht de Tweede Kamer op korte termijn te
informeren over een aantal zaken, waaronder de nadere invulling van de voorgenomen
bezuinigingen op de politie en de gevolgen voor het «blauw op straat»
en de operationele sterkte. Tevens is in de regeling van werkzaamheden van
9 februari jl. gevraagd om een spoeddebat naar aanleiding van de berichtgeving
rond de voorlopige sterktecijfers. Op donderdag 18 februari is dit spoeddebat
met uw Kamer.
In deze brief ga ik in op de nadere invulling van de bezuinigingen. Daarnaast
hecht ik er aan om u vooraf aan het spoeddebat nader te informeren over de
voorlopige sterktecijfers. Alhoewel ik niet genoeg kan benadrukken dat het
om voorlopige cijfers gaat, en zeker op korpsniveau door nadere validatie
veranderingen in de definitieve cijfers op kunnen treden, stuur ik u bijgevoegd
de regionale verdeling van de voorlopige sterktecijfers 2009.
Over uw verzoek om informatie over de stand van zaken over de nadere invulling
van de voorgenomen bezuinigingen op de politie bericht ik u het volgende.
Op 1 februari 2010 hebben alle korpsen hun definitieve begroting
ingediend bij mijn ministerie. Op dit moment wordt hard gewerkt om deze begrotingen
te beoordelen, waarbij de invulling van de door mij en de korpsbeheerders
afgesproken kostenbesparende maatregelen uiteraard mee genomen worden.
Tevens is in het, door de korpsbeheerders en mij, gesloten onderhandelingsakkoord
afgesproken om jaarlijks te bezien of het pakket aan afspraken en maatregelen
nog passend is of dat bijstelling nodig is. Ons eerste gesprek hierover zal
in maart plaatsvinden. Afronding van deze gesprekken zal met het oog op de
a.s. juni-circulaire (dit is de basis waarop de korpsen hun begrotingen over
2011 baseren) tijdig in de maanden daarna plaatsvinden. Recent is het rapport
over de herijking van de verdeling op grond van het budgetverdeelsysteem
afgerond. Ook dit rapport vormt onderwerp van overleg.
De gevraagde informatie is, op de door u aangegeven korte termijn, daarom
niet beschikbaar.
In de begrotingsbehandeling van het ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties op 24 en 26 november 2009 heb ik, met instemming
van de Tweede Kamer, toegezegd u halfjaarlijks te informeren over de sterkteontwikkeling.
Dit ook om te voorkomen dat de korpsen voortdurend worden bevraagd om extra
informatie te leveren. In juni 2010 zal ik u in mijn jaarlijkse sterktebrief
aan de Tweede Kamer informeren over mijn beleidsvisie hierop.
Wat betreft de voorlopige sterktecijfers het volgende.
Het voorlopige beeld van de cijfers op basis van de gegevens van de korpsen
laat zien dat het afgelopen jaar de politiesterkte is gegroeid met 1000 voltijdbanen.
Begin dit jaar waren er ongeveer 53 3221
politiemensen in heel Nederland werkzaam. Dit cijfer is exclusief de bijna
6200 leerling-politiemensen die op dit moment in opleiding zijn.
Het aantal van 53 322 is 1100 méér dan er aan het einde
van 2010 moeten zijn (52 200) volgens de met uw Kamer gemaakte afspraak.
Deze groei is er bijna geheel in «operationele sterkte», ook
wel «blauw op straat» en de recherche bijgekomen.
De korpsen sturen in 2010 naar verwachting ongeveer 1500 aspiranten naar
school. Dit heeft het Korpsbeheerdersberaad mij laten weten. Daarmee komen
de korpsen voor het eerste jaar de gemaakte afspraak na om drie jaar lang
gemiddeld 1600 aspiranten per jaar aan te nemen. Op die manier kunnen de met
uw Kamer gemaakte afspraken gehaald worden en blijft de politiesterkte op
peil.
De definitieve cijfers over de groei van de politiesterkte in 2009 komen
in het voorjaar in het jaarverslag Nederlandse Politie waarin tevens de kerngegevens,
waaronder de sterktecijfers, van de Nederlandse politie staan. Dit jaarverslag
wordt u ieder jaar in mei aangeboden.
Bezien naar onderscheid operationele sterkte, zie ook mijn brief van 24 november
2009 «Nadere indeling en aantallen operationele sterkte» (29 628,
nr. 164), zijn de voorlopige cijfers 2009 als volgt opgebouwd.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst