29 628 Politie

Nr. 1032 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juli 2021

Op 7 juli is een motoragent van de eenheid Rotterdam tijdens zijn dienst overleden door toedoen van een aanrijding met een vrachtwagen. Met ontsteltenis heb ik kennisgenomen van deze gebeurtenis, die in de eerste plaats een enorme impact heeft op de nabestaanden en directe collega’s in Rotterdam. Samen met de korpschef heb ik deze week met het team van de motoragent gesproken. Tijdens dit gesprek was er vooral verdriet om het verlies van een dierbare, toegewijde collega. Ook was er aandacht voor de risico’s die horen bij het politiewerk. De politie doet immers een stap naar voren in situaties die daarom vragen, zodat anderen een stap terug kunnen doen. Dat geldt ook voor motoragenten, gelet op de risico’s in het verkeer.

Het onderzoek naar de toedracht van het overlijden is momenteel gaande. Gezien het lopende onderzoek kan ik hier op dit moment geen nadere mededelingen over doen. Het Openbaar Ministerie heeft naar buiten gebracht dat de man die is aangehouden wordt verdacht van doodslag en het verlaten van de plaats van het ongeval.1 Het beeld dat uit de naar buiten gebrachte informatie ontstaat heeft binnen het team in Rotterdam en breder binnen de politieorganisatie begrijpelijkerwijs een enorme impact. De collega’s van de motoragent krijgen de zorg en ondersteuning die zij nodig hebben. Indien nodig wordt hen professionele hulp aangeboden.

Deze aanrijding betreft een excessief geval. Helaas is het tegelijkertijd geen zaak die op zichzelf staat. Bedreiging, agressie en geweld tegen politiemedewerkers, ook in het verkeer, maken het werk in vaak moeilijke omstandigheden nog complexer. De korpschef en ik nemen dat zeer serieus en zetten ons in voor een veilig werkklimaat. In maart 2021 heb ik de Taskforce Onze Hulpverleners Veilig opgericht. Ook in het laatste arbeidsvoorwaardenakkoord politie is er terecht veel aandacht voor de moeilijke omstandigheden waaronder politiemedewerkers hun werk moeten doen.

De korpschef en ik hebben met de collega’s van het team in Rotterdam uitvoerig gesproken over de risico’s van hun werk en de agressie die zij daar soms bij tegenkomen. Dat punt trekken de korpsleiding en ik ons zeer aan en staat hoog op de agenda in onze gezamenlijke gesprekken. De zorgen die leven over de positie van de verkeerspolitie en de gevaren waar deze agenten op de weg aan bloot gesteld worden zullen we hierbij ook nadrukkelijk betrekken.

Ik wens de familie, vrienden en collega’s veel sterkte met het verwerken van dit verlies. Namens het kabinet heb ik de uitvaart bijgewoond.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven