Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juli 2021
Op 7 juli is een motoragent van de eenheid Rotterdam tijdens zijn dienst overleden
door toedoen van een aanrijding met een vrachtwagen. Met ontsteltenis heb ik kennisgenomen
van deze gebeurtenis, die in de eerste plaats een enorme impact heeft op de nabestaanden
en directe collega’s in Rotterdam. Samen met de korpschef heb ik deze week met het
team van de motoragent gesproken. Tijdens dit gesprek was er vooral verdriet om het
verlies van een dierbare, toegewijde collega. Ook was er aandacht voor de risico’s
die horen bij het politiewerk. De politie doet immers een stap naar voren in situaties
die daarom vragen, zodat anderen een stap terug kunnen doen. Dat geldt ook voor motoragenten,
gelet op de risico’s in het verkeer.
Het onderzoek naar de toedracht van het overlijden is momenteel gaande. Gezien het
lopende onderzoek kan ik hier op dit moment geen nadere mededelingen over doen. Het
Openbaar Ministerie heeft naar buiten gebracht dat de man die is aangehouden wordt
verdacht van doodslag en het verlaten van de plaats van het ongeval.1 Het beeld dat uit de naar buiten gebrachte informatie ontstaat heeft binnen het team
in Rotterdam en breder binnen de politieorganisatie begrijpelijkerwijs een enorme
impact. De collega’s van de motoragent krijgen de zorg en ondersteuning die zij nodig
hebben. Indien nodig wordt hen professionele hulp aangeboden.
Deze aanrijding betreft een excessief geval. Helaas is het tegelijkertijd geen zaak
die op zichzelf staat. Bedreiging, agressie en geweld tegen politiemedewerkers, ook
in het verkeer, maken het werk in vaak moeilijke omstandigheden nog complexer. De
korpschef en ik nemen dat zeer serieus en zetten ons in voor een veilig werkklimaat.
In maart 2021 heb ik de Taskforce Onze Hulpverleners Veilig opgericht. Ook in het
laatste arbeidsvoorwaardenakkoord politie is er terecht veel aandacht voor de moeilijke
omstandigheden waaronder politiemedewerkers hun werk moeten doen.
De korpschef en ik hebben met de collega’s van het team in Rotterdam uitvoerig gesproken
over de risico’s van hun werk en de agressie die zij daar soms bij tegenkomen. Dat
punt trekken de korpsleiding en ik ons zeer aan en staat hoog op de agenda in onze
gezamenlijke gesprekken. De zorgen die leven over de positie van de verkeerspolitie
en de gevaren waar deze agenten op de weg aan bloot gesteld worden zullen we hierbij
ook nadrukkelijk betrekken.
Ik wens de familie, vrienden en collega’s veel sterkte met het verwerken van dit verlies.
Namens het kabinet heb ik de uitvaart bijgewoond.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus