29 576
Agenda Vitaal Platteland

nr. 30
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2006

Bij dezen zend ik op uw verzoek de stand van zaken van de Bestuursovereenkomsten ILG welke het Rijk met de provincies voornemens is af te sluiten. Met de ondertekening van de overeenkomsten wordt een groot decentralisatieproces afgesloten onder het motto «decentraal wat kan, centraal wat moet». Het Rijk heeft hiervoor haar budgetten voor het landelijk gebied gebundeld en geeft de regie voor de uitvoering aan de provincies. De provincies hebben de verzekering gekregen én gegeven dat ze binnen zeven jaren de taakstellingen behorend bij de Rijksdoelstellingen (Rijksmeerjarenprogramma II) kunnen uitvoeren.

De ondertekening van de bestuursakkoorden zal op 18 december a.s. plaatsvinden. Tevens zal op deze dag een afronding plaatsvinden van enkele trajecten die voor decentralisatieproces nodig zijn:

– Aansturingsprotocol Dienst Landelijk Gebied (DLG)

– Aansturingsprotocol Dienst Regelingen (DR)

– Prestatieovereenkomsten tussen de Provincies en de DLG

– Prestatieovereenkomsten tussen de Provincies en DR

– Overeenkomsten tussen de provincies en het Groenfonds.

Inzake de modelbestuursovereenkomst heb ik op 28 november met het IPO overeenstemming bereikt. Ten aanzien van de 12 afzonderlijke bestuursovereenkomsten kan ik u melden dat de eerste week van december overeenstemming is bereikt tussen het Rijk en de 12 provincies (zie bijlage 2)1. In de meeste provincies heeft inmiddels een behandeling in de Provinciale Staten plaatsgevonden.

In de overeenkomsten zijn middelen en prestaties afgesproken naar aanleiding van het door u goedgekeurde Rijksmeerjarenprogramma II (MJP2) en de daarop gebaseerde Rijksbegroting. Dit betreft de thema’s Natuur, Landbouw, Recreatie, Landschap, Bodem, Water en Reconstructie Zandgebieden. Het gaat hierbij vanuit het Rijk om totaal bijna 3,7 miljard Euro, waarvan 3,2 miljard via de Rijksbegroting (zie bijlage 1).

De gemaakte afspraken met de provincies blijven binnen de met u afgesproken uitgangspunten van het MJP2. Tevens zijn in de overeenkomsten procesafspraken gemaakt om elkaar de komende jaren nader te ontmoeten over bijvoorbeeld de problematiek van de normkosten en de lopende verplichtingen. Over dit laatste is door het Rijk en provincies samen aan Price Waterhouse Coopers de opdracht verstrekt om deze verplichtingen vast te stellen.

Voor bijna alle doelstellingen worden in de bestuursovereenkomsten afrekenbare prestatieafspraken als een resultaatsverplichting vastgelegd. Slechts in een enkel geval is, met name voor de Nationale Landschappen, sprake van nadere procesafspraken, die op een later moment worden omgezet in afrekenbare prestaties. Het níet behalen van deze prestaties kan ingevolge de net in de Eerste Kamer aangenomen Wet Inrichting Landelijk Gebied gevolgen hebben voor het ILG-budget.

Ik herhaal dat de overeenkomsten tussen Rijk en provincies zijn gebaseerd op het in uw Kamer behandelde Rijksmeerjarenprogramma II (het uitvoeringskader onder de Agenda Vitaal Platteland (Tweede Kamer 2003–2004, 29 576, nr. 1). Hierin zijn de landelijke uitgangspunten uitgewerkt op provincieniveau. In de afzonderlijke overeenkomsten per provincie worden daarom geen afspraken gemaakt die niet reeds bij uw Kamer bekend zijn. De overeenkomsten worden ondertekend op 18 december.

Ik ga ervan uit dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd en dat met de ondertekening een snelle en efficiënte uitvoering op gang komt. Uiteraard zal ik u jaarlijks op de hoogte stellen van de vorderingen en halverwege de zevenjarige contracten, tijdens de Midterm Review, zullen we een volledig beeld hebben of we met deze ingeslagen weg op de juiste koers zitten. Een koers welke ik met het volste vertrouwen inga.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Rijksinzet per provincie bestuursovereenkomsten ILG 6 dec 2006

Bestuursovereenkomsten provincie Rijksinzet Euro * mln
Gron  171,4
Fr  298,2
Dr  227,5
Ov  358,4
Gld  431,1
Utr  264,1
Li  302,3
NBr  439,2
ZHd  531,8
NHd  358,7
Zld  238,7
Flev   65,5
Totaal Rijksinzet3 687,0

Waarvan via

– Rijksbegroting3 230,0
– PNB-lening  303,1
– POP/EU progr beheer  105,0
– BBL (exploitatie & bodemsan)   24,6
– Compensatiefonds (PASO)   24,3

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven