nr. 30
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2006
Bij dezen zend ik op uw verzoek de stand van zaken van de Bestuursovereenkomsten
ILG welke het Rijk met de provincies voornemens is af te sluiten. Met de ondertekening
van de overeenkomsten wordt een groot decentralisatieproces afgesloten onder
het motto «decentraal wat kan, centraal wat moet». Het Rijk heeft
hiervoor haar budgetten voor het landelijk gebied gebundeld en geeft de regie
voor de uitvoering aan de provincies. De provincies hebben de verzekering
gekregen én gegeven dat ze binnen zeven jaren de taakstellingen behorend
bij de Rijksdoelstellingen (Rijksmeerjarenprogramma II) kunnen uitvoeren.
De ondertekening van de bestuursakkoorden zal op 18 december a.s.
plaatsvinden. Tevens zal op deze dag een afronding plaatsvinden van enkele
trajecten die voor decentralisatieproces nodig zijn:
– Aansturingsprotocol Dienst Landelijk Gebied (DLG)
– Aansturingsprotocol Dienst Regelingen (DR)
– Prestatieovereenkomsten tussen de Provincies en de DLG
– Prestatieovereenkomsten tussen de Provincies en DR
– Overeenkomsten tussen de provincies en het Groenfonds.
Inzake de modelbestuursovereenkomst heb ik op 28 november met het
IPO overeenstemming bereikt. Ten aanzien van de 12 afzonderlijke bestuursovereenkomsten
kan ik u melden dat de eerste week van december overeenstemming is bereikt
tussen het Rijk en de 12 provincies (zie bijlage 2)1.
In de meeste provincies heeft inmiddels een behandeling in de Provinciale
Staten plaatsgevonden.
In de overeenkomsten zijn middelen en prestaties afgesproken naar aanleiding
van het door u goedgekeurde Rijksmeerjarenprogramma II (MJP2) en de daarop
gebaseerde Rijksbegroting. Dit betreft de thema’s Natuur, Landbouw,
Recreatie, Landschap, Bodem, Water en Reconstructie Zandgebieden. Het gaat
hierbij vanuit het Rijk om totaal bijna 3,7 miljard Euro, waarvan 3,2 miljard
via de Rijksbegroting (zie bijlage 1).
De gemaakte afspraken met de provincies blijven binnen de met u afgesproken
uitgangspunten van het MJP2. Tevens zijn in de overeenkomsten procesafspraken
gemaakt om elkaar de komende jaren nader te ontmoeten over bijvoorbeeld de
problematiek van de normkosten en de lopende verplichtingen. Over dit laatste
is door het Rijk en provincies samen aan Price Waterhouse Coopers de opdracht
verstrekt om deze verplichtingen vast te stellen.
Voor bijna alle doelstellingen worden in de bestuursovereenkomsten afrekenbare
prestatieafspraken als een resultaatsverplichting vastgelegd. Slechts in een
enkel geval is, met name voor de Nationale Landschappen, sprake van nadere
procesafspraken, die op een later moment worden omgezet in afrekenbare prestaties.
Het níet behalen van deze prestaties kan ingevolge de net in de Eerste
Kamer aangenomen Wet Inrichting Landelijk Gebied gevolgen hebben voor het
ILG-budget.
Ik herhaal dat de overeenkomsten tussen Rijk en provincies zijn gebaseerd
op het in uw Kamer behandelde Rijksmeerjarenprogramma II (het uitvoeringskader
onder de Agenda Vitaal Platteland (Tweede Kamer 2003–2004, 29 576,
nr. 1). Hierin zijn de landelijke uitgangspunten uitgewerkt op provincieniveau.
In de afzonderlijke overeenkomsten per provincie worden daarom geen afspraken
gemaakt die niet reeds bij uw Kamer bekend zijn. De overeenkomsten worden
ondertekend op 18 december.
Ik ga ervan uit dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd en dat
met de ondertekening een snelle en efficiënte uitvoering op gang komt.
Uiteraard zal ik u jaarlijks op de hoogte stellen van de vorderingen en halverwege
de zevenjarige contracten, tijdens de Midterm Review, zullen we een volledig
beeld hebben of we met deze ingeslagen weg op de juiste koers zitten. Een
koers welke ik met het volste vertrouwen inga.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C. P. Veerman
Rijksinzet per provincie bestuursovereenkomsten ILG 6
dec 2006
Bestuursovereenkomsten provincie | Rijksinzet Euro * mln |
---|
Gron | 171,4 |
Fr | 298,2 |
Dr | 227,5 |
Ov | 358,4 |
Gld | 431,1 |
Utr | 264,1 |
Li | 302,3 |
NBr | 439,2 |
ZHd | 531,8 |
NHd | 358,7 |
Zld | 238,7 |
Flev | 65,5 |
Totaal Rijksinzet | 3 687,0 |
Waarvan via
– Rijksbegroting | 3 230,0 |
– PNB-lening | 303,1 |
– POP/EU progr beheer | 105,0 |
– BBL (exploitatie & bodemsan) | 24,6 |
– Compensatiefonds (PASO) | 24,3 |