Ontvangen ter Griffie op 6 februari 2013.
De algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 6 maart 2013.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder
worden gedaan dan op 7 maart 2013.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2013
Met mijn brief van 7 januari 2013 (Kamerstuk 29 544, nr. 427) zond ik u een ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.
Abusievelijk is bij deze brief als bijlage meegestuurd het Ontwerp van een Besluit
tot wijziging van enige besluiten in verband met de Wet beperking ziekteverzuim en
arbeidsongeschiktheid vangnetters (Verzamelbesluit), in plaats van het Schattingsbesluit
arbeidsongeschiktheidswetten. Bijgaand doe ik u daarom alsnog toekomen het Schattingsbesluit
arbeidsongeschiktheidswetten. Voor de inhoud van dit ontwerpbesluit verwijs ik u naar
de ontwerpnota van toelichting1.
Deze voorlegging geschiedt ter uitvoering van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(op grond van artikel 19ab, vijfde lid van de Ziektewet, artikel 6, vijfde lid, van
de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, artikel 18, negende lid, van de Wet op
de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel 2, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit
voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd
en vervolgens zal worden vastgesteld.
Ingevolge de hiervoor aangehaalde artikelen is het ontwerpbesluit ook in de Staatscourant
bekend gemaakt om eenieder de gelegenheid te geven om wensen en bedenkingen kenbaar
te maken binnen vier weken na de dag waarop bekendmaking is geschied.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koningin, ter
verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het
ontwerpbesluit, niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers
der Staten-Generaal is voorgelegd. De correcte bijlage heb ik eveneens alsnog gezonden
aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Naar aanleiding van mijn brief van 7 januari 2013 heeft de vaste commissie voor Sociale
Zaken en Werkgelegenheid schriftelijk verslag uitgebracht. Inhoudelijk heeft dit verslag
betrekking op het Verzamelbesluit. Hierbij bied ik u mijn schriftelijke reactie aan
naar aanleiding van de vragen van de vaste commissie.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher