De voordracht voor de vast te stellen
algemene maatregel van bestuur kan
niet eerder worden gedaan dan op
6 februari 2013.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 januari 2013
Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Schattingsbesluit
arbeidsongeschiktheidswetten1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.
Deze voorlegging geschiedt ter uitvoering van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(op grond van artikel 6, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen,
artikel 18, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel
2, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) en biedt
uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan
de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal
worden vastgesteld.
Gelijktijdig met de voorhang bij uw Kamer wordt het ontwerpbesluit ingevolge de aangehaalde
artikelen in de Staatscourant bekend gemaakt om eenieder de gelegenheid te geven om
wensen en bedenkingen kenbaar te maken binnen vier weken na de dag waarop bekendmaking
is geschied.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koningin, ter
verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het
ontwerpbesluit, niet eerder dan vier weken (rekening houdend met het Kerstreces betekent
dit niet eerder dan 1 februari 2013) nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der
Staten-Generaal is voorgelegd.
Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher