Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 29521 nr. 346 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 29521 nr. 346 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 mei 2017
Met deze brief informeert het kabinet u over ontwikkelingen met betrekking tot de United Nations Multidimensional Integrated Stabilisation Mission in Mali (MINUSMA) en de Nederlandse bijdrage daaraan in de periode van oktober 2016 tot april 2017. Hiermee wordt voldaan aan het verzoek van de vaste commissie voor Defensie (van 6 februari 2014) om uw Kamer halfjaarlijks te informeren over de voortgang van de missie. In het algemeen overleg MINUSMA op 22 december 2016 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken toegezegd om in de volgende voortgangsrapportage op coherente wijze de Nederlandse inzet op het gebied van het tegengaan van irreguliere migratie in Mali uiteen te zetten, inclusief de Nederlandse bilaterale inspanningen bij het tegengaan van documentfraude. Tevens heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toegezegd om in de volgende voortgangsrapportage de Nederlandse OS-inspanningen op het gebied van klimaatadaptatie nader toe te lichten en een voorbeeld te geven van een ontwikkelingssamenwerkingsproject gericht op het tegengaan van irreguliere migratie. In deze brief worden deze toezeggingen gestand gedaan.
Essentie
MINUSMA heeft de afgelopen maanden een belangrijke rol gespeeld bij de installatie van de interim-besturen en de start van de gemengde patrouilles in Gao. MINUSMA blijft echter kampen met een tekort aan capaciteit om haar mandaat goed uit te kunnen voeren, ook omdat veel van de beschikbare middelen nodig zijn voor logistiek en beveiliging. De VN-Veiligheidsraad blijft landen dan ook oproepen om capaciteiten ter beschikking te stellen aan MINUSMA. Tevens onderzoekt de Veiligheidsraad de mogelijkheden van het instellen van sancties tegen de zogenaamde «spoilers» van het vredesakkoord. Omdat in juni a.s. de interim-periode afloopt, twee jaar na de ondertekening van het akkoord, is het belangrijker dan ooit dat voortgang wordt geboekt met de uitvoering van het akkoord. In de rapportageperiode deden zich een aantal forse tegenslagen voor. Zo schortte in december 2016 een van de gewapende groepen, de Coordination des Mouvements de l’Azawad (CMA), haar deelname aan het vredesproces op. Op 18 januari jl. is een terroristische aanslag gepleegd op een militair kamp in Gao, waar honderden militairen en voormalige strijders bijeen waren om de gemengde patrouilles voor te bereiden. Bij deze aanslag vielen 54 doden en vele gewonden. Het kabinet heeft condoleances overgebracht aan de Malinese regering. Gevreesd werd voor een terugslag in het vredesakkoord, maar na de aanslag bevestigden alle bij het vredesakkoord betrokken groeperingen hun steun voor het akkoord en de uitvoering daarvan. Na een ministeriële bijeenkomst op 10 februari jl. over het vredesproces, is op een aantal cruciale thema’s een doorbraak bereikt, ondanks de terroristische aanslag zijn de gemengde patrouilles in Gao op 23 februari jl. van start gegaan, zijn de interim-besturen in de vijf noordelijke regio’s Gao, Kidal, Menaka, Timboektoe en Taoudeni geïnstalleerd en is de Nationale Verzoeningsconferentie gehouden. Nu het einde van de interim-periode nadert, is het zaak dat de positieve stappen van de afgelopen weken, ook de komende maanden worden voortgezet.
Mali vormt samen met Niger een van de belangrijkste transitlanden voor irreguliere migranten uit Afrika naar Europa. In 2016 waagden 181.000 migranten grotendeels uit Afrika, via Libië, de oversteek naar Europa. De stabiliserende rol die MINUSMA speelt in Mali blijft daarom ook in dit kader van belang. Stabiliteit is nodig zodat de circa 141.000 vluchtelingen, die momenteel in de buurlanden van Mali verblijven, kunnen terugkeren in plaats van verder door te reizen naar Europa. Stabiliteit is tevens noodzakelijk om te voorkomen dat de groeiende groep jongeren vanwege een gebrek aan toekomstperspectief kiest voor een vertrek naar Europa. Daarnaast is stabiliteit een voorwaarde voor het herstel van het staatsgezag in het noorden van het land en de opbouw van de Malinese veiligheidssector waardoor Mali op termijn in staat is om zelf irreguliere migratie aan te pakken. Ook bij deze capaciteitsopbouw speelt MINUSMA een belangrijke rol. MINUSMA ondersteunt het demobilisatie en re-integratie proces van voormalige strijders in het leger, de training van de Malinese politie door de United Nations Police (UNPOL) en ondersteunt de Malinese autoriteiten bij het opstellen van een nieuw nationaal grensbeleid. MINUSMA werkt hierbij nauw samen met regionale en internationale actoren zoals de G5 (samenwerkingsverband tussen Mali, Niger, Tsjaad, Burkina Faso en Mauritanië) en de EU, waarbij wordt gestreefd naar zoveel mogelijk complementariteit van de initiatieven. Zoals gemeld in de brief van 27 februari jl. met de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1723) heeft het kabinet ook besloten om de bijdrage aan EUCAP Sahel Mali te verlengen tot januari 2019 en in dezelfde periode een bijdrage te leveren aan EUCAP Sahel Niger.
Ook de afgelopen maanden heeft Nederland een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de effectiviteit van de missie. De overdracht van taken van de Special Operations Land Task Group (SOLTG) aan de eenheid voor langeafstandverkenning, is succesvol verlopen. De eenheid voert patrouilles uit en verzamelt inlichtingen voor het hoofdkwartier van MINUSMA. De eenheid is, naast inzet in Gao en Kidal, recent ook in Timboektoe ingezet als show of force en voor het verzamelen van inlichtingen over de bewegingen van de verschillende groeperingen ter plekke. Zoals gemeld in de Kamerbrief van 15 december 2016 (Kamerstuk 29 521, nr. 336) en in de Kamerbrief van 14 februari 2017 (Kamerstuk 29 521, nr. 340), heeft de afgelopen maanden de overdracht van helikoptercapaciteit aan Duitsland plaatsgevonden. De Apache- en Chinook helikopters zijn inmiddels teruggekeerd naar Nederland. De overdracht is conform planning verlopen en de Duitse NH-90 transporthelikopters zijn sinds 1 maart jl. inzetbaar. De Duitse Tigre gevechtshelikopters zijn aangekomen in Mali en zijn sinds 1 mei jl. inzetbaar.
In deze voortgangsrapportage wordt ingegaan op de politieke ontwikkelingen in Mali, migratie, de humanitaire situatie, ontwikkelingen in MINUSMA en de Nederlandse inzet in MINUSMA.
Het Malinese vredesproces kenmerkte zich de afgelopen maanden door een snelle opeenvolging van impasses, onderhandelingen en nieuwe afspraken tussen de betrokken Malinese partijen. Op 20 november 2016 vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. In 90% van de gemeenten werden nieuwe lokale besturen en burgemeesters verkozen, waaronder relatief veel vrouwen. Zo zijn in Gao 98 van de 325 leden vrouw. In het noorden, met name in de regio Kidal, vonden vanwege veiligheidsrisico’s en weerstand van de gewapende groepen geen lokale verkiezingen plaats. Het is de bedoeling dat de verkiezingen, evenals de districtsverkiezingen en de regionale verkiezingen in 2017 worden gehouden, tegelijkertijd met een referendum over de grondwetswijzigingen die voortvloeien uit het vredesakkoord.
De Vehicle Born Improvised Explosive Device (VBIED)-aanslag op het militaire kamp in Gao op 18 januari jl., waar strijders van gewapende groepen zich verzamelden en voorbereidden op gemengde patrouilles met het Malinese leger, was de grootste terroristische aanslag in Mali tot nu toe. Al-Qa’ida in de Islamitische Maghreb (AQIM) heeft de aanslag opgeëist. Ondanks de aanslag, zijn de gemengde patrouilles in Gao inmiddels van start gegaan. Het instellen van de gemengde patrouilles is een belangrijk onderdeel van het vredesakkoord en een belangrijke stap op weg naar de ontwapening van de gewapende groepen en hun uiteindelijke integratie in een hervormd Malinees leger.
Mede omdat de CMA in december haar deelname aan het vredesproces opschortte, is op 10 februari jl. in Bamako een bemiddelingsbijeenkomst bijeengeroepen. Alle Malinese partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van het akkoord namen deel. Naast Algerije, als voorzitter van de internationale mediatie, waren ook Niger, Mauritanië, Frankrijk, de Afrikaanse Unie en MINUSMA aanwezig. De bijeenkomst leidde tot een nieuwe impuls voor het vredesakkoord. Zo zijn hernieuwde afspraken over een aantal cruciale onderdelen in het vredesakkoord gemaakt, inclusief het tijdpad. Het betreft afspraken over de installatie van de interim-besturen in vijf noordelijke regio’s, die inmiddels in alle vijf de regio’s zijn geinstalleerd en de start van de gemengde patrouilles in Gao op 23 februari jl. Ook werden afspraken gemaakt over budget voor opbouw van de noordelijke regio’s. MINUSMA speelde een belangrijke rol bij de uitvoering van de gemaakte afspraken, onder andere door druk te houden op de betrokken partijen. Eind maart heeft de in het vredesakkoord afgesproken Conference d’Entente Nationale plaatsgevonden, een meerdaagse nationale verzoeningsconferentie waar de grondoorzaken van de crisis in Mali door regering, oppositie, gewapende groepen en maatschappelijk middenveld werden besproken. De aanbevelingen die zijn voortgekomen uit de conferentie moeten uiteindelijk leiden tot een nationaal Handvest. Wel duurt de onenigheid over de deelname van splintergroeperingen aan het vredesakkoord voort. Met het einde van de interim-periode in zicht, vragen de komende maanden de maximale inzet van de Malinese partijen om de afspraken uit het vredesakkoord uit te voeren.
Veiligheidssituatie
De installatie van de interim-besturen leidde tot spanningen tussen verschillende groepen in Timboektoe en Taoudeni. Er was sprake van intimidatie, onder andere door de bezetting van checkpoints en oprukkende bewegingen van diverse groeperingen. De lokale machtsstrijden tussen verschillende groeperingen duurt voort. Het gaat hierbij vaak om het veiligstellen van handelsroutes (ten behoeve van smokkel) en posities op invloedrijke posten op het Malinese politieke toneel. De veiligheidssituatie in het centrale deel van Mali is de afgelopen maanden verder verslechterd. Geschillen tussen landbouwers en nomadische veehouders, die vaak gaan over toegang tot land en water, leiden met regelmaat tot gewelddadige, voornamelijk etnische, incidenten waarbij geweld wordt gebruikt. Door de toename van geweld zijn zelfverdedigingsmilities ontstaan. Ook is dit geweld een voedingsbodem gebleken voor radicalisering en banditisme. De grootste dreiging gaat nog altijd uit van de jihadistische groeperingen die aanwezig zijn in Mali: AQIM, Ansar al-Din, al-Muribatun en Katibat Macina. Deze groepen zijn onlangs gefuseerd en gaan verder onder de naam Jama’at Nusrat al-Islam al-Muslimin (JNIM).
Humanitaire situatie
De humanitaire situatie, met name in het noorden van Mali, blijft zorgelijk. Onregelmatige regenval heeft negatieve gevolgen voor de landbouw. Mislukte oogsten, stijgende voedselprijzen en gebrekkige basisvoorzieningen hebben er voor gezorgd dat ruim 3,7 miljoen Malinezen hulp nodig hebben. 19% van de bevolking leeft in voedselonzekerheid en het aantal kinderen dat in 2017 voedselhulp nodig heeft wordt geschat op 622.400. Het aantal Internally Displaced Persons (IDP’s) is sinds december gestegen van 35.000 naar 45.000. Het aantal Malinese vluchtelingen in naburige landen Burkina Faso, Mauritanië en Niger is gestegen naar 141.000. Uit het Central Emergency Response Fund (CERF) zijn additionele middelen voor Mali beschikbaar gesteld. Nederland draagt in 2017 ongeoormerkt 55 miljoen euro bij aan het CERF.
Zoals uiteengezet in de artikel-100 brief «Nederlandse bijdrage aan MINUSMA» van 7 oktober 2016 (Kamerstuk 29 521, nr. 327), streeft Nederland naar een geïntegreerde inzet in Mali, gericht op zowel het tegengaan van acute veiligheidsdreigingen als het wegnemen van de grondoorzaken van conflict. De Nederlandse bijdrage bestaat uit een combinatie van multilaterale en bilaterale bijdragen op het gebied van veiligheid, stabiliteit en ontwikkeling. Nederland levert militairen, politie en civiele experts aan MINUSMA en EU-missies in de regio. Tevens draagt Nederland financieel bij aan andere veiligheidsinitiatieven zoals het UN Office on Drugs and Crime (UNODC) en grensbeheerprojecten. Deze inzet is complementair aan het bilaterale OS-programma van 43 miljoen euro met als speerpunten: Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten, Water, Voedselzekerheid en Veiligheid en Rechtsorde. Over de resultaten van het bilaterale en decentrale OS-programma in 2016 wordt uw Kamer later dit jaar per brief geïnformeerd (Resultatenrapportage, september 2017).
Bilaterale ontwikkelingssamenwerking
Een concreet voorbeeld van de wisselwerking tussen de Nederlandse inzet op het gebied van veiligheid en ontwikkeling is de koppeling van het Veiligheid en Rechtsorde programma van Nederland aan het MINUSMA Trustfund. De missie zet dit fonds in voor relatief kleinschalige projecten met directe impact op het gebied van basisdiensten, veiligheid, bemiddeling en justitie. Met de terugkeer van de overheid vergroot de missie het vertrouwen van de bevolking in de noordelijke regio’s in het vredesakkoord. Met de Nederlandse bijdrage van twee miljoen euro zijn ook de afgelopen maanden diverse projecten uitgevoerd in de justitiele sector, zoals verbeteringen aan de rechtbank, effectief transport van gedetineerden in Gao en training van justitiepersoneel. Dankzij het Veiligheid en Rechtsorde programma is de samenwerking binnen de strafrechtketen verbeterd waardoor in Gao geen achterstand meer is in de behandeling van rechtszaken. Dit heeft ertoe geleid dat het aantal gedetineerden in Gao met de helft is afgenomen en de onrust in de gevangenis is gedaald. In het kader van het Addressing Root Causes fonds is de afgelopen maanden een vierjarig programma van start gegaan dat de veiligheid in centraal- en noord-Mali op lokaal niveau bevordert. Het programma beoogt het lokaal bestuur beter te laten aansluiten bij de behoeften van de bevolking. Door te investeren in sociale cohesie kunnen lokale conflicten beter worden opgelost of zelfs voorkomen. Belangrijke elementen in het programma zijn verhoogde betrokkenheid van vrouwen en jeugd bij lokaal bestuur en versterking van het maatschappelijk middenveld. Nederland is in samenwerking met Tunesië een project gestart op het gebied van reproductieve gezondheid en vrouwenrechten in Mali. Met dit innovatieve partnerschap wordt moedersterfte tegengegaan en keuzevrijheid op het gebied van gezinsplanning bevorderd.
Toezegging Nederlandse inspanningen op het gebied van klimaatadaptatie
In het noorden van Mali zijn er door het gecombineerde effect van klimaatsverandering en demografische groei slechts zeer beperkte mogelijkheden voor de bevolking om op basis van veehouderij op duurzame wijze in levensonderhoud te voorzien. Investeren in klimaatadaptatie biedt in deze regio voor de veehouderij daarom weinig perspectieven. Nederland is wel actief op het gebied van water en voedselzekerheid in het noorden van Mali. Zo hebben veehouders in de regio Ménaka via de telefoon toegang tot informatie over de locatie van natuurlijke hulpbronnen. In centraal Mali is klimaatadaptatie wel een belangrijk onderdeel van alle Nederlandse projecten op het gebied van water en voedselzekerheid. Veehouders zoeken in zuidelijke richting een uitweg naar deze centrale vruchtbare landbouwregio’s, waardoor de druk op het ecosysteem in centraal Mali nog meer zal toenemen en daarmee de onderlinge spanningen tussen gemeenschappen. Om de klimatologische omstandigheden in Mali het hoofd te bieden en bij te dragen aan conflictpreventie zet Nederland in op efficiënter waterbeheer met als doel de productiviteit van landbouw- en veeteelt te vergroten. Nederlandse steun heeft het bijvoorbeeld mogelijk gemaakt dat boeren, vissers en veehouders via radio en internet toegang hebben tot informatie over overstromingen van de Niger. Ook is 8.000 hectare riviervlakte geschikt gemaakt voor geïrrigeerde landbouw. Dankzij deze inzet is de rijstopbrengst in deze regio’s vervijfvoudigd.
Diplomatieke inspanningen
Als voorzitter van de groep landen en internationale organisaties die actief zijn in de justitiele sector zet Nederland zich actief in voor duurzame hervorming van de Malinese rechtsstaat en uitvoering van de justitieonderdelen van het vredesakkoord. Als voorzitter is Nederland in Bamako verantwoordelijk voor coördinatie van justitie projecten en eerste aanspreekpunt voor de Malinese Minister van Justitie en zijn departement. Tevens heeft Nederland in de afgelopen maanden bij meerdere internationale partners het belang van voortgang in het vredesproces en het belang van voldoende capaciteiten voor MINUSMA benadrukt. Zo ontving de Minister van Buitenlandse Zaken in december de Algerijnse ambassadeur en voormalig onderhandelaar van het vredesakkoord om met hem te spreken over de benodigde impuls in het vredesproces. Tijdens het bezoek van de Malinese Minister van Buitenlandse Zaken Diop aan Den Haag op 24 oktober 2016 spraken de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met hun Malinese collega over het Malinese vredesproces, de veiligheidssituatie in de Sahel, de migratieproblematiek in Noordelijk Afrika en de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA. In december 2016 bracht de Minister van Buitenlandse Zaken een bezoek aan Mali om de gesprekken voort te zetten, samenwerking te concretiseren en druk te houden op het Malinese vredesproces. Namens de EU voerde de Minister van Buitenlandse Zaken gesprekken over migratiesamenwerking.
Regionale aanpak
Uitdagingen als irreguliere migratie, terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit beperken zich niet tot landsgrenzen en vragen om een regionale aanpak. De G5 Sahel heeft sinds zijn oprichting in 2015 een belangrijke rol verworven bij het faciliteren van politieke dialoog en samenwerking op het gebied van veiligheid. Zoals ook gemeld in de artikel-100 brief van 7 oktober 2016 (Kamerstuk 29 521, nr. 327) ondersteunt Nederland de G5 Sahel middels een financiële bijdrage van 300.000 euro ten behoeve van capaciteitsopbouw van het voorzitterschap. Mali nam in februari 2017 het voorzitterschap over van Tsjaad, en vervult dit tot eind 2018. De G5 Sahel heeft een initiatief gelanceerd voor de oprichting van een regionale force, gericht op het tegengaan van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. De betrokken landen zouden hierbij als eerste stap van start gaan met grenspatrouilles in de grensregio van Niger, Burkina Faso en Mali.
EUCAP Sahel Mali en EUTM Mali
Nederland levert een bijdrage van maximaal acht functionarissen aan EUCAP Sahel Mali. De afgelopen periode heeft de missie, naast de basistrainingen, ook advies en training gegeven om contra-terrorisme, grensbeheer om irreguliere migratie en georganiseerde criminaliteit tegen te gaan. Zowel EUCAP Sahel Mali als EUTM Mali breidden het aantal trainingslocaties uit, verspreid over het land. EUTM heeft recent ook een eerste training gegeven in Gao. EUTM Mali en EUCAP Sahel Mali hebben in samenwerking met de Malinese autoriteiten en MINUSMA twee pilot-trainingen georganiseerd voor liaison-officers van de G5 landen. De trainingen richtten zich onder andere op grensbeheer. Nederland levert een onderofficier aan EUTM Mali.
EUCAP Sahel Niger
Binnen het mandaat van acht functionarissen voor EUCAP Sahel Mali, levert Nederland een bijdrage van maximaal twee functionarissen aan EUCAP Sahel Niger. De missie traint en adviseert de Nigerese veiligheidssector bij het tegengaan van irreguliere migratie, terrorisme en georganiseerde criminaliteit. De missie heeft haar werkterrein recent uitgebreid vanuit Niamey en heeft een field office geopend in Agadez om ook daar de Nigerese autoriteiten van advies en trainingen te voorzien en ook daar de Nigerese autoriteiten te ondersteunen bij het tegengaan van irreguliere migratie.
Nederlandse inspanningen om documentfraude tegen te gaan
Zoals gemeld in de artikel-100 brief over de Nederlandse deelname aan MINUSMA van 7 oktober 2016 (Kamerstuk 29 521, nr. 327) en zoals toegezegd tijdens het AO MINUSMA van 22 december, heeft Nederland de afgelopen maanden de mogelijkheid onderzocht om Mali te ondersteunen in het tegengaan van identiteits- en documentfraude door inzet van het Expertisecentrum Identiteits- en Documentfraude (ECID) van de Koninklijke Marechaussee. De Malinese autoriteiten hebben te kennen gegeven deze Nederlandse ondersteuning te verwelkomen. Er vindt overleg met MINUSMA,EUCAP Sahel Mali en Frankrijk plaats om zeker te stellen dat de Nederlandse expertise optimaal kan worden ingezet in Mali. Begin mei a.s. wordt op Nederlands initiatief een coördinatie- bijeenkomst met bovengenoemde spelers georganiseerd. Een Nederlandse expert op gebied van documentfraude, die momenteel werkzaam is bij UNPOL in MINUSMA, is hier nauw bij betrokken en zal advies geven op gebied van tegengaan documentfraude bij trainingen van EUCAP Sahel Mali. Ook zal deze expert zelf trainingen gaan geven aan de Malinese politie via MINUSMA. De technische details hiervan worden momenteel nader uitgewerkt. Nederland streeft er naar de trainingen voor de zomer te starten.
Brede Nederlandse inzet in Mali om irreguliere migratie tegen te gaan
De migratieproblematiek in Mali vergt een brede, geïntegreerde aanpak. De Nederlandse inzet gericht op stabiliteit, capaciteitsopbouw en de aanpak van grondoorzaken, is noodzakelijk om ook de gevolgen van structurele problemen zoals de explosieve bevolkingsgroei en klimaatverandering in de Sahel aan te pakken. De Nederlandse aanpak van irreguliere migratie in Mali is tevens gebaseerd op de afspraken die in 2015 in Valletta door Afrikaanse en Europese landen zijn gemaakt. Deze afspraken hebben betrekking op het verbeteren van grensbeheer en bestrijden van mensensmokkel, de aanpak van grondoorzaken, legale migratie, opvang en bescherming alsmede het bevorderen van terugkeer. Een effectieve aanpak van irreguliere migratie vergt een sterk en gezamenlijk EU optreden, waaraan de Nederlandse inzet complementair en ondersteunend is. Namens de Hoge Vertegenwoordiger van de EU maakte de Minister van Buitenlandse Zaken concrete afspraken met de Malinese autoriteiten over nauwe samenwerking op het gebied van migratie, met de aanpak van criminele smokkelnetwerken als belangrijk aandachtspunt. Nederland heeft 15 miljoen euro bijgedragen aan het EU Noodfonds voor Afrika (EUTF).
Aanpak grensbeheer en mensensmokkel
Zoals ook gemeld op 14 december 2016 in de beantwoording van de Kamervragen MINUSMA (Kamerstuk 29 521, nr. 337), worden vanuit het EUTF projecten gefinancierd die onder andere de Malinese autoriteiten ondersteunen bij het bevorderen van grensbeheer en het versterken van de onderlinge samenwerking op dit terrein. Met deze projecten wordt steun verleend aan regionale opleidingscentra op het gebied van veiligheid, wordt een gezamenlijk informatiesysteem voor de politie in West-Afrika opgezet en versterkt, en worden flexibele interventieteams, verantwoordelijk voor surveillance in de Sahel, ondersteund. Om grensoverschrijdende smokkelnetwerken aan te pakken heeft Nederland tevens een financiële bijdrage van 3 miljoen euro geleverd aan regionale Sahel programma’s van het United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC). De regionale programma’s zijn gericht op het tegengaan van (mensen)smokkel en het beschermen van de mensenrechten van migranten. Het UNODC doet dit door onder andere het verbeteren van wetgeving en het versterken van de capaciteiten om mensensmokkel aan te pakken, bijvoorbeeld via training van douanebeambten en openbare aanklagers op het gebied van opsporing en uitwisseling van informatie over verdachten.
Aanpak grondoorzaken
Nederland investeert via diverse kanalen in de aanpak van grondoorzaken van migratie. Zoals bekend is gebrek aan economisch perspectief één van de belangrijkste grondoorzaken. De ambassade ondersteunt daarom verschillende initiatieven die de productiviteit in de landbouw, tuinbouw, veeteelt en visserijsector verhogen en het economisch perspectief van de lokale bevolking verbeteren.
Een voorbeeld hiervan is een programma van SNV, ICCO en WASTE gericht op economische groei en jeugdwerkgelegenheid in de belangrijkste herkomstregio’s van migranten, onder andere de regio Kayes. Het programma bestaat uit twee componenten, te weten bevordering van ondernemerschap, bedrijvigheid en werkgelegenheid in regio’s van vertrek en ondersteuning van de economische re-integratie van terugkerende migranten. Dit onderdeel beoogt 10.000 duurzame banen op te leveren in de tuinbouw en agrofoodketens, onder andere door steun aan 2150 startups. Van deze plekken is 15% gereserveerd voor terugkerende migranten uit Libië en Europa. Door de versterking van deze economische sectoren profiteren nog eens indirect 65.000 mensen en boort Mali belangrijk exportpotentieel aan. Daarnaast wordt ingezet op structurele hervormingen van het Malinese arbeidsmarktbeleid en het ondernemingsklimaat om meer Malinese jongeren structureel aan werk te helpen, in samenwerking met de Malinese overheid (in dit geval «Agence Pour la Promotion de l’Emploi de Jeunes»). Het gaat dan onder andere om steun aan rurale opleidingscentra en coaching in hubs voor 15.000 jonge ondernemers, betere wet- en regelgeving waardoor de bureaucratie afneemt en het makkelijker wordt om een bedrijf te starten als overdracht van technologische kennis. Naar verwachting zal dit programma officieel geopend worden door EU Hoge Vertegenwoordiger Mogherini tijdens haar bezoek aan Mali in juni 2017.
Terugkeer
Ten aanzien van het bevorderen van de terugkeer van irreguliere migranten naar hun land van herkomst heeft het EUTF 15 miljoen euro ter beschikking gesteld om de capaciteit van de Malinese overheid voor de opvang van terugkeerders te vergroten en hun terugkeer en re-integratie in de gemeenschap te realiseren. In het kader van het bevorderen van terugkeer ondersteunt Nederland het International Organisation for Migration (IOM) om regionale terugkeer van gestrande migranten vanuit landen als Libië terug naar Mali te faciliteren.
Algemene ontwikkelingen
De VN Veiligheidsraad heeft op 29 juni 2016 het mandaat van MINUSMA verlengd tot 30 juni 2017. De Kamer is hierover geïnformeerd met de artikel-100 brief van 7 oktober 2016 (Kamerstuk 29 521, nr. 327). MINUSMA kampt nog steeds met een tekort aan cruciale capaciteiten om het mandaat effectief uit te kunnen voeren. Daarnaast moet een groot deel van de beschikbare troepen worden ingezet voor logistiek en bescherming van MINUSMA zelf. Nederland ondersteunt de VN dan ook in de oproep aan landen om capaciteiten beschikbaar te stellen voor MINUSMA. Vanwege de verslechterde veiligheidssituatie in centraal Mali treft MINUSMA voorbereidingen om haar presentie in die regio uit te breiden. Op 2 maart jl. is de Belgische generaal Jean-Paul Deconinck door de Secretaris Generaal van de Verenigde Naties, Antonio Guterres, benoemd tot Force Commander van MINUSMA. Hij is de opvolger van de Deense Generaal-Majoor Michael Lollesgaard.
Rol MINUSMA bij ondersteuning vredesproces
Als lid van de internationale mediatie, speelt MINUSMA een belangrijke rol bij het uitoefenen van druk op de uitvoering van het vredesakkoord. Om de voortgang hiervan te meten, heeft MINUSMA in nauw overleg met de Malinese autoriteiten een benchmarking tabel uitgewerkt. Deze laat zien welke concrete stappen in het vredesproces zijn genomen en welke obstakels er zijn. Naast het uitoefenen van politieke druk, speelt MINUSMA tevens een belangrijke rol bij de operationele voorbereidingen voor de uitvoering van afspraken bij het vredesakkoord. MINUSMA is, in samenwerking met andere VN-organisaties en een aantal NGO’s, meerdere projecten gestart die zich richten op het verbeteren van de participatie van vrouwen en jongeren in het vredesproces. Nederland steunt de bemiddelende rol van MINUSMA in het vredesproces met een financiële bijdrage van 650.000 euro.
Stabiliteit
MINUSMA zet zich door middel van zogenaamde quick impact projects in om de stabiliteit in Mali te versterken. MINUSMA heeft 150 van deze projecten uitgevoerd en momenteel worden 70 nieuwe projecten uitgerold in noord- en centraal Mali.
Zo heeft de missie de afgelopen maanden bijgedragen aan het herstel van scholen in Douentza voor 300 leerlingen, waarvan 100 meisjes, en heeft MINUSMA de drinkwatervoorziening voor 4.000 burgers in Kidal hersteld.
Bescherming van burgers
MINUSMA heeft de afgelopen maanden samen met de Malinese politie 845 patrouilles uitgevoerd en bewaakt checkpoints om verplaatsingen van gewapende groepen te monitoren. De missie heeft haar Protection of Civilians Strategy uitgebreid met meer aandacht voor centraal Mali. Ook heeft MINUSMA de patrouilles in de Mopti-regio en in het grensgebied met Burkina Faso geïntensiveerd. De United Nations Mine Action Service (UNMAS) informeert de Malinese burgers over het gevaar van explosieven. Daarnaast traint MINUSMA samen met UNMAS Malinees veiligheidspersoneel in het ontmantelen en verwijderen van explosieven en mijnen. In samenwerking met UNMAS heeft MINUSMA inmiddels 1.638 explosieven, 101.002 kleine wapens en 490 ton ammunitie in beslag genomen en vernietigd.
Mensenrechten
De Commission on Truth, Justice and Reconciliation is begin dit jaar begonnen met het verzamelen van getuigenverklaringen van mensenrechtenschendingen. MINUSMA ondersteunt deze commissie met onder andere technisch advies. De afgelopen maanden heeft de missie samen met het Ministerie van Justitie en Mensenrechten de stand van zaken rondom 97 eerder gerapporteerde mensenrechtenschendingen onderzocht. Aan 21 van deze zaken is door de Malinese autoriteiten inmiddels juridische opvolging gegeven.
Gender
MINUSMA heeft in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen aangedrongen op inclusiviteit, waaronder het belang van vrouwelijke kandidaten. Dit heeft er mede toe geleid dat er 9 september jl. een nieuwe verkiezingswet is aangenomen die voorschrijft dat de kandidatenlijsten voor 30 procent uit vrouwen moeten bestaan. Mede hierdoor zijn relatief veel vrouwen verkozen in de lokale verkiezingen van 20 november 2016. Voor de aanstaande regionale verkiezingen heeft MINUSMA een aantal workshops georganiseerd voor 400 vrouwelijke kandidaten uit verschillende regio’s van Mali.
Overdracht helikopters
Zoals gemeld in de Kamerbrief van 14 februari (Kamerstuk 29 521, nr. 340) verloopt de overdracht van helikoptercapaciteit volgens planning. Op 1 maart jl. heeft Duitsland met de NH-90»s de medevactaak van de Nederlandse Chinooks overgenomen. De redeployment van de Chinooks en het bijbehorende materieel is medio april voltooid. Door herstelwerkzaamheden aan de landingsbaan van het vliegveld in Gao is enige vertraging opgelopen in het terugbrengen van de toestellen. Twee toestellen zijn dan ook niet, zoals eerder gepland, direct vanuit Gao naar Nederland teruggevlogen, maar zelfstandig naar Bamako gevlogen om aldaar gedemonteerd te worden voor de terugvlucht per transportvliegtuig. Dit heeft geen negatieve effecten gehad op de aankomst en inzet van de Duitse helikopters.
Het Duitse helikopter-detachement beschikt over andere types helikopters en capaciteiten. De Duitse NH-90 wordt ingezet voor medevac- en transporttaken. De medevaccapaciteit is sinds 1 maart inzetbaar en vanaf 1 april op volledige sterkte. De transportcapaciteit van de NH-90 is minder groots dan die van de Nederlandse Chinook-helikopter. Dit was voorzien in de planning van de overdracht en vraagt enige flexibiliteit in de uitvoering van taken die om transportcapaciteit vragen. Hierbij wordt geen afbreuk gedaan aan de veiligheid van personeel. De uitrusting van de eenheid voor langeafstandsverkenning was vooraf al ingesteld om met de wisseling in helikoptertype om te gaan, en waar nodig heeft de eenheid zijn optreden aangepast. De samenwerking tussen de eenheid voor langeafstandverkenning en het Duitse helikopterdetachement verloopt goed. De Duitse Tigre gevechtshelikopter is vanaf 1 mei jl. inzetbaar. Nadat ook deze helikopters volledig operationeel zijn, wordt onderzocht of een deel van de extra toegevoegde eigen middelen, zowel personeel als materieel, aan de eenheid voor langeafstandverkenning kan worden teruggetrokken.
Eenheid voor langeafstandsverkenning
De eenheid voor langeafstandsverkenning, die in december 2016 de taken van de Special Operations Land Task Group (SOLTG) heeft overgenomen, voert patrouilles uit en verzamelt inlichtingen voor het hoofdkwartier van MINUSMA. De eenheid voor langeafstandsverkenning is in staat gebleken om een breed scala aan operaties uit te voeren. De eenheid opereert vanuit Gao en voert ook operaties uit in Kidal. Daarnaast is de eenheid in maart jl. ingezet om Zweedse MINUSMA eenheden in Timboektoe te versterken (show of force) en informatie te verzamelen over onder meer posities, sterkte, middelen en doelen van gewapende groepen in die regio. Daarbij heeft de eenheid voor langeafstandverkenning een Tactical Air Landing operatie uitgevoerd en binnen 48 uur bijna 100 militairen en veertien voertuigen naar Timboektoe gebracht. Deze operatie is uitgevoerd met CH-130 vliegtuigen van de VN.
Kamp Castor
Op het Nederlandse kamp Castor in Gao zijn naast de Nederlandse inmiddels ook een groot aantal Duitse militairen gestationeerd. Het kamp is daarmee meer dan gevuld. Met Duitse middelen wordt de capaciteit van het kamp vergroot om beter aan de groeiende vraag te kunnen voldoen. Het kamp wordt door Nederland beheerd, maar zal in de loop van 2017 overgaan in Duitse handen.
ASIFU
Zoals gemeld in de artikel-100 brief over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA d.d. 7 oktober 2016 (Kamerstuk 29 521, nr. 327), heeft de VN besloten de All Source Information Fusion Unit (ASIFU) verder te integreren in de inlichtingenstructuur van MINUSMA. Daartoe zijn begin dit jaar concrete stappen gezet. Een deel van het ASIFU-personeel werkt nu op dezelfde locatie als de inlichtingeneenheid binnen de staf van de Force Commander. De aanpassing zal medio 2017 worden geëvalueerd. Volgens de planning van de VN zal ASIFU formeel op 1 januari 2018 volledig samengaan met de inlichtingeneenheid in de staf. Nederland steunt deze aanpassing in de inlichtingenstructuur van de missie, die vooral is ingegeven door de dringende behoefte aan actuele, tactische inlichtingen bij de militaire staf. Deze behoefte wordt gedreven door de veiligheidssituatie en het hoge aantal slachtoffers waar de missie mee is geconfronteerd. Zoals gemeld in de artikel-100 brief van 7 oktober 2016 (Kamerstuk 29 521, nr. 327), heeft Nederland de VN ondersteund bij het verbeteren van het gebruik van inlichtingen en integratie van ASIFU in de missie, onder andere door de medefinanciering van een beveiligd VN-netwerk. Dit VN-netwerk is begin 2017 in gebruik genomen. Nederland blijft ervoor pleiten dat de sterke punten van ASIFU ook in de nieuwe opzet worden behouden. Het gaat hierbij om de samenwerking met de civiele delen van de missie en het produceren van operationele inlichtingen.
Dreiging inzetgebied Nederlandse militairen
Er zijn geen specifieke meldingen geweest waarbij expliciet Nederlandse militairen werden genoemd als potentieel doelwit. Wel heeft de Islamic State West Africa Province, in januari een video online gezet waarbij de locatie van het VN-kamp in Gao, waaronder de locatie van het Nederlandse kamp, te zien is. Dit is echter niet de enige locatie die in de video voorkomt. Het dreigingsniveau jegens Nederlandse militairen is niet anders dan de dreigingsniveaus die gelden voor de verschillende regio’s waarin MINUSMA, Barkhane, de Malinese strijdkrachten en de gendarmerie opereren.
UNPOL
Momenteel zijn zestien Nederlandse International Police Officers (IPO’s) werkzaam bij UNPOL in MINUSMA, waarvan acht functionarissen van de Koninklijke Marechaussee en acht functionarissen van de Nationale Politie. In Bamako bekleden de IPO’s een aantal staf- en liaisonposities op het gebied van juridisch advies, strategische planning en interne onderzoeken. Ook zijn zij betrokken bij het oprichten van een reddingsbrigade. De IPO’s in Gao worden ingezet op het gebied van mentoring en patrolling en ondersteuning op het gebied van Security Sector Reform (SSR). In het kader van Security Sector Reform proces heeft UNPOL de Malinese politie en veiligheidssector getraind op het gebied van georganiseerde misdaad en terrorisme.
Financiën
De additionele uitgaven voor de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA in 2017 zijn geraamd op 78 miljoen euro en worden gefinancierd vanuit het BIV. In het tweede kwartaal van 2017 ontstaat meer inzicht in de daadwerkelijke transportuitgaven die het gevolg zijn van de redeployment van de helikopterdetachementen, alsmede door de overdracht van het beheer van Kamp Castor aan Duitsland in de loop van 2017. In een volgende voortgangsrapportage zult u over de financiële gevolgen hiervan worden geïnformeerd.
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen
De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29521-346.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.