Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 29521 nr. 140 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 29521 nr. 140 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 april 2010
Hierbij informeren wij u over de militaire bijdrage die Nederland heeft aangeboden aan de snelle reactiemacht van de Navo (NATO Response Force, NRF) in 2011. Zoals gebruikelijk wordt de Kamer over de Nederlandse bijdragen aan de NRF geïnformeerd op het moment van toewijzing van de Nederlandse eenheden, waarbij voor zover mogelijk de aandachtspunten uit het Toetsingskader worden toegepast. In aanvulling hierop informeert de regering de Kamer hierbij over wijzigingen die zijn opgetreden in de eerdere gemelde Nederlandse bijdrage aan de NRF voor de tweede helft van 2010, waarover u op 27 januari 2009 met Kamerstuk 29 521 nr. 91 bent geïnformeerd.
Bij de vaststelling van de Nederlandse bijdrage en bij de herziening van de bijdrage voor de tweede helft van 2010 is rekening gehouden met de gewijzigde structuur van de NRF die met ingang van 1 juli 2010 zal bestaan uit drie delen, namelijk:
1. Een commandant met een (gedeeltelijk mobiel) hoofdkwartier;
2. Een Immediate Response Force (IRF) met tactisch commandovoeringelement en een selectie aan expeditionaire militaire eenheden;
3. Een Response Force Pool (RFP) van waaruit de IRF naar behoefte kan worden aangevuld.
Tevens is rekening gehouden met de toegezegde vrijwillige Nederlandse bijdrage aan de IRF bestaande uit een 6-jarig gemiddelde van ongeveer 650 militairen. Met Kamerstukken 28 676, nr. 85 van 2 juni 2009 en nr. 87 van 3 juli 2009 bent u over de gewijzigde opzet van de NRF en de vrijwillige Nederlandse bijdrage daaraan geïnformeerd. De procedure voor de nationale besluitvorming over een eventuele inzet van de NRF is niet gewijzigd.
Met hun goedkeuring van de herstructurering van de NRF tot een IRF en een RFP op 12 juni 2009 hebben de Navo ministers van Defensie hun besluit tot afslanking van de NRF van oktober 2007 in Noordwijk ingetrokken. Als gevolg van de herstructurering kent de NRF nu een jaarlijkse rotatiecyclus.
De Nederlandse bijdrage aan de IRF in de tweede helft van 2010 en in 2011 ligt iets onder het aangeboden zesjarige gemiddelde van 650 militairen. Dat zal in latere jaren worden gecompenseerd. De Nederlandse bijdragen aan de NRF in de tweede helft van 2010 en in 2011 zijn als volgt samengesteld:
Tweede helft 2010 (voorheen NRF-15)
IRF:
CZSK
– het commando over de Standing NATO Maritime Group-2 (SNMG-2)1
– een fregat ingebed in SNMG-2
– een boarding team
– een mijnenjager
– een Explosieven Opruimings en Detectie (EOD) team
CLSK
– negen F-16’s
Totaal IRF voor de tweede helft van 2010 ongeveer 510 militairen
RFP:
CLSK
– twee Patriot geleide wapen batterijen inclusief commando- en logistieke eenheid
Totaal RFP voor de tweede helft van 2010 ongeveer 500 militairen
De twee Patriot geleide wapen batterijen inclusief commando- en logistieke eenheid die al waren aangeboden voor NRF-15 maken deel uit van de RFP, omdat deze niet specifiek worden gevraagd voor de IRF.
Eerste helft 2011
IRF:
CZSK
– het commando over de Standing NATO Maritime Group-2 (SNMG-2)1
– een fregat ingebed in SNMG-2
– een boarding team
– een mijnenjager
– een Explosieven Opruimings en Detectie (EOD) team
CLSK
– negen F-16’s
Totaal IRF voor de eerste helft van 2011 ongeveer 510 militairen
RFP:
CZSK
– een onderzeeboot
Totaal RFP voor de eerste helft van 2011 ongeveer 55 militairen
Tweede helft 2011
IRF:
CZSK
– een mijnenjager
CLSK
– negen F-16’s
Totaal IRF voor de tweede helft van 2011 ongeveer 295 militairen
RFP:
Geen bijdrage voorzien.
Elementen van het Toetsingskader
Gronden voor deelneming
De NRF is opgericht door de Navo om in de initiële fase van een crisissituatie een toereikend antwoord te kunnen bieden. De NRF kan daarbij zowel worden ingezet voor de handhaving of de bevordering van de internationale rechtsorde als voor de verdediging van het bondgenootschappelijke grondgebied.
Meer specifiek kan de NRF worden ingezet voor onder andere non-combat evacuation operations (NEO), ondersteuning aan «consequence management» (zoals in het geval van humanitaire operaties of chemische, biologische, radiologische of nucleaire gevallen), crisisbeheersingsoperaties, ondersteuning aan anti-terrorisme operaties en als «initial entry» strijdmacht in een omgeving die kan variëren van welgezind tot vijandig. Door de NRF beschikt de Navo over uit tevoren beschikbaar gestelde en voor gezamenlijke inzet getrainde eenheden van lidstaten.
Politieke aspecten/mandaat
De Noord-Atlantische Raad (NAR) besluit met consensus over de inzet van de NRF. Hierdoor heeft Nederland invloed op het besluitvormingsproces en op de wijze van inzet. Als inzet van de NRF aan de orde is en Nederlandse eenheden daarbij betrokken kunnen worden of reeds betrokken zijn, zal de regering de Tweede Kamer voorafgaand aan de beslissende zitting van de NAR informeren met een artikel 100 brief, dus aan de hand van de aandachtspunten van het Toetsingskader.
Deelnemende landen
In het Toetsingskader is vastgelegd dat bij internationale samenwerking een evenwicht moet worden gevonden tussen militaire doeltreffendheid en de wenselijkheid zoveel mogelijk landen te betrekken bij de uitvoering van de operatie. De NRF is een goed voorbeeld van dit gewenste evenwicht. Hoewel aan elke NRF-rotatie veel landen deelnemen, is uit het oogpunt van operationele effectiviteit een koppeling gewenst tussen de nationaliteit(en) van het hoofdkwartier en de militaire eenheden. In dat kader heeft Nederland aangeboden het commando te voeren over de Standing Nato Maritime Group-2 (SNMG-2) in de tweede helft van 2010 en de eerste helft van 2011.
Invloed
Via de NAR heeft Nederland invloed op de besluitvorming over de inzet van de NRF.De NAR velt een politiek oordeel over een escalerende crisis en geeft, via het Militair Comité, SACEUR de opdracht tot het uitwerken van inzetopties. Op basis van een advies van het Militair Comité neemt de NAR vervolgens een besluit over de door SACEUR uitgewerkte opties. Vervolgens schrijft SACEUR een operatieplan, waarin de door de NAR gekozen optie verder wordt uitgewerkt. Na het advies van het Militair Comité keurt de NAR het operatieplan goed en geeft ze SACEUR opdracht om met de ontplooiing te beginnen.
Militaire aspecten
Bij de beoordeling van de militair-operationele haalbaarheid van de operatie vormt het mandaat, als grondslag van de operatie, het uitgangspunt. Aangezien nog geen uitspraken kunnen worden gedaan over het mandaat waarop een eventuele inzet berust, kan ook nog niet over alle militaire aspecten informatie worden geboden. Het is nog niet duidelijk in hoeverre en waar de NRF zal worden ingezet, welke taken in het inzetgebied moeten worden uitgevoerd en welke risico’s aan de operatie zijn verbonden.
Over de geschiktheid van de eenheden kan worden gesteld dat zij zich zowel in nationaal als in internationaal verband voorbereiden. De nationale voorbereiding start ongeveer een jaar voorafgaande aan de stand-by periode met de nationale gereedstelling en de training op eenheidsniveau. In de zes maanden voorafgaand aan de stand-by periode wordt de multinationale integratietraining gehouden, evenals de Navo-certificering van de NRF. Hierdoor wordt verzekerd dat alle bijdragen aan de NRF in beginsel geschikt zijn voor de missie. Ook de beschikbaarheid van de eenheden is gegarandeerd, omdat de vulling en samenstelling van een bepaalde NRF-rotatie reeds voorafgaand aan de stand-by periode wordt geregeld.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
Met Kamerstuk 28 676, nr. 87 is de Kamer geïnformeerd dat de Navo de Standing NATO Maritime Groups zal inzetten voor piraterijbestrijding. De betrokken schepen zullen voor dat doel tijdelijk worden onttrokken aan de NRF. Op de daadwerkelijke inzet van de Nederlandse capaciteiten is de artikel 100-procedure van toepassing. Op 12 maart jl. hebben wij uw Kamer geïnformeerd de mogelijkheid en de wenselijkheid van deelname aan Navo-operatie Ocean Shield te onderzoeken (Kamerstuk 29 521, nr. 136). Over de uitkomsten hiervan en het besluit van het kabinet terzake wordt u zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29521-140.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.