28 676
NAVO

nr. 87
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2009

Op 11 en 12 juni is er in Brussel een formele bijeenkomst geweest van de Noord-Atlantische Raad (NAR) in de samenstelling van ministers van Defensie, waarover ik u met referte heb geïnformeerd. Ik heb met mijn collega’s gesproken over de operaties die de Navo uitvoert, over het transformatieproces en over defensie planning. Tevens hebben bijeenkomsten plaatsgevonden van de Euro Atlantische Partnerschapsraad (EAPR) en de Nucleaire Planninggroep (NPG). Met deze brief informeer ik u over de resultaten en de genomen besluiten. Tevens geef ik daarmee invulling aan twee toezeggingen die ik heb gedaan tijdens het Algemeen Overleg met de Kamer op 9 juni jl. om u te informeren over de ontwikkelingen op het terrein van het Navo-Defensie Planningsproces en over de gevolgen voor Nederland van de NRF nieuwe stijl. In hetzelfde Algemeen Overleg heb ik toegezegd de Kamer te zullen informeren over gevolgen voor de situatie in Afghanistan van de gewijzigde drugsaanpak en over de resultaten van de pilot met de Afghan Public Protection Force (APPF). Aan deze twee toezeggingen heb ik reeds voldaan in de «Stand van zaken brief Afghanistan» van 17 juni jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 344).

Operaties

ISAF

Ten aanzien van ISAF zijn in Brussel drie besluiten genomen:

• De Navo-raad heeft ingestemd met de uitwerking en geleidelijke invoering van een Navo-Trainingsmissie in Afghanistan (NTM-A). Deze missie zal een bijdrage gaan leveren aan de verdere opbouw van het Afghaanse leger en de Afghaanse politie. Het proces van Afghanisering krijgt daarmee een belangrijke impuls. Diverse landen hebben al financiële bijdragen en trainers toegezegd.

• De bondgenoten hebben een principe akkoord bereikt over een reorganisatie van het ISAF hoofdkwartier. Over de implementatie daarvan zal door de Navo-raad een apart besluit worden genomen. Door de oprichting van een Intermediate Headquarters voor de dagelijkse aansturing van operaties wordt de commandant ISAF in de gelegenheid gesteld meer aandacht te besteden aan strategische kwesties en de comprehensive approach. Teneinde een duidelijke scheiding te houden tussen de taken van ISAF en OEF, zal de commandant van het nieuwe ISAF intermediate hoofdkwartier geen taken binnen OEF vervullen.

• Er is besloten tot de onmiddellijke inzet van AWACS-vliegtuigen ter ondersteuning van ISAF. De AWACS-bemanningen zullen worden belast met de begeleiding van het luchtverkeer en het verbeteren van de verbindingen in het operatiegebied. Totdat een geschikte operatiebasis dichterbij het operatiegebied is gevonden zullen de vliegtuigen opereren vanuit Turkije.

Tijdens de ISAF bijeenkomst met partners herhaalde Australië tenslotte het besluit van de Australische regering om de bijdrage aan ISAF fors te zullen uitbreiden. Gelet op zijn verantwoordelijkheden dichterbij huis is Australië echter niet in staat om de rol van leading nation in Uruzgan over te nemen van Nederland. De Secretaris-Generaal is verzocht zo spoedig mogelijk bekend te stellen welk land die verantwoordelijkheid vanaf 2010 op zich zal nemen.

KFOR

De Navo-raad stemde in met het voorstel van SACEUR om KFOR stapsgewijs te verkleinen tot een afschrikkingsmacht van ongeveer 2000 militairen. Besloten werd dat voor iedere stap in het reductieproces goedkeuring van de Navo-raad is vereist.

De Raad zal ieder besluit baseren op een zorgvuldige afweging van de politieke en de veiligheidssituatie in de regio. SACEUR kondigde aan de Raad zo spoedig mogelijk goedkeuring te zullen vragen voor een reductie van KFOR van 16 000 tot 10 000 militairen in januari 2010.

Piraterijbestrijding

De ministers besloten om de permanente Navo-vloot, Standing NATO Maritime Group-2 (SNMG-2), gedurende de tweede helft van dit jaar in te zetten voor het vervolg op operatie Allied Protector die op 28 juni is beëindigd. SNMG-2 zal daarbij opereren onder de bepalingen van Allied Protector totdat overeenstemming is bereikt over een aangescherpt juridisch kader van de operatie. In de planning van de nieuwe operatie is vastgelegd dat de NAVO op zo kort mogelijke termijn hieraan zal werken. Ik heb in dat verband gewezen op het Nederlandse voorstel om een regionaal mechanisme op te zetten om gevangen genomen piraten te berechten. Binnenkort wordt hierover in Nederland een bijeenkomst van juridische experts georganiseerd.

In afwachting van militair advies over de lange termijn rol van de Navo bij de bestrijding van piraterij besloot de Navo-raad om daarvoor voorlopig SNMG’s te blijven inzetten. Zij zullen voor dat doel worden aangevuld met maritieme patrouillevliegtuigen en met inlichtingencapaciteit die separaat door de bondgenoten beschikbaar worden gesteld. Benadrukt werd het belang van complementariteit van toekomstige Navo-missies met andere missies in de regio, met name die van de EU.

Transformatie

Navo-budget

Kort voor de bijeenkomst van Navo-ministers van Defensie in Brussel bleek dat op het Militaire Budget van de Navo dit jaar een tekort dreigt te ontstaan van ongeveer 15% waarbij de kosten van nieuwe initiatieven zoals NTM-A, reorganisatie van het ISAF Hoofdkwartier en AWACS-ondersteuning voor ISAF nog niet eens zijn ingecalculeerd. Aangezien verhoging van het Navo-budget zeker onder de huidige economische omstandigheden niet in de rede ligt, is het noodzakelijk binnen dat budget de juiste prioriteiten te stellen – zowel voor de korte als voor de lange termijn. Helaas bleek het niet mogelijk daar op ambtelijk niveau consensus over te bereiken. Dit is voor mij aanleiding geweest om aan de vooravond van de bijeenkomst in Brussel een brief te schrijven aan de Secretaris-Generaal in afschrift aan mijn Navo-collega’s.

De brief is u op 17 juni gezonden als bijlage bij het antwoord op vragen van het lid Knops over een artikel in «De Limburger» van 11 juni 2009 (Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 3027), maar voor de goede orde ontvangt u bijgaand nogmaals een kopie1. Mijn doel was om ermee twee zaken aan de orde te stellen, namelijk in de eerste plaats dat de Navo te veel geld besteed aan haar overhead terwijl de kerntaken ondergefinancierd blijven en in de tweede plaats dat de betrokkenheid van politieke beslissers bij het op orde brengen van het Navo-huishoudboekje onvoldoende is. Dat beperkt het bondgenootschap bij de uitvoering van zijn kerntaken en is schadelijk voor het imago van de organisatie.

Mijn brief was aanleiding tot een goede inhoudelijke discussie in de Navo-raad. Er was brede steun voor mijn voorstel om binnen het Navo Militair Budget, evenals op nationaal niveau, scherpe prioriteiten te stellen en om de betrokkenheid van de ministers daarbij te vergroten. Over de invulling van die prioriteiten en de voortvarendheid waarmee die zouden moeten worden gesteld liepen de meningen echter nog uiteen. Sommige lidstaten maakten zich zorgen over aantasting van infrastructurele investeringen in hun land. Enkele landen betoogden dat er pas prioriteiten zouden moeten worden gesteld nadat het Navo-strategisch concept is herzien en een nieuw ambitieniveau is vastgesteld. Niettemin is de permanente Navo-raad opgedragen voorstellen te doen om de efficiëntie van de organisatie te verbeteren, waar mogelijk te bezuinigen en om prioriteiten te stellen binnen het Navo-budget waardoor de financiering van Navo-operaties kan worden zeker gesteld. Tevens is besloten dat dit onderwerp een vast agendapunt wordt tijdens volgende bijeenkomsten van ministers van Defensie.

NRF

De voorstellen van SACEUR voor de hervorming van de Navo Response Force (NRF) die ik in mijn brief van 2 juni jl. (Kamerstuk 28 676, nr. 85) uitgebreid heb toegelicht, werden breed gesteund. Ook zijn de bondgenoten het er over eens dat de criteria voor gezamenlijke betaling van de NRF moeten worden verruimd, maar nog niet over de wijze waarop en de mate waarin dat zou moeten gebeuren. Sommige landen pleiten voor een zo breed mogelijke gezamenlijke financiering, terwijl anderen dat zouden willen beperken tot de verplaatsingskosten. Nederland neemt daarbij een middenpositie in met het voorstel om common funding te verbreden tot alle niet vooraf begrootbare kosten die voortvloeien uit de inzet van de NRF.

Teneinde de vulling van de NRF zeker te stellen pleitten de meeste landen voor het hanteren van richtgetallen voor vrijwillige nationale bijdragen (Voluntary National Targets – VNT’s) en aanvullende force goals om ook de beschikbaarheid van schaarse capaciteiten te garanderen. Drie landen, waaronder Nederland hebben al VNT’s bekend gesteld. Enkele andere landen hebben aangekondigd dat tijdens de volgende bijeenkomst van Navo-ministers van Defensie in Bratislava te zullen doen. De VS heeft aangekondigd structureel 20% van de sterkte van de Immediate Response Force (IRF) te zullen bijdragen. Slovenië levert een compagnie of een bataljon en ik heb mij namens Nederland bereid verklaard om 5% van de sterkte van de IRF te leveren, wat overeenkomt met ongeveer 650 personen. Dat is een proportionele bijdrage die in dezelfde orde van grootte ligt als de Nederlandse bijdrage aan het Navo-budget en die tevens is gebaseerd op onze bijdragen aan de NRF in het verleden.

Hervorming van het Navo-hoofdkwartier in Brussel

Over de voorstellen van de Secretaris-Generaal voor de hervorming van het Navo-hoofdkwartier in Brussel kon helaas nog geen consensus worden bereikt. De meeste landen steunen de voorstellen op hoofdlijnen, maar de meningen zijn nog verdeeld waar het de uitbreiding van de bevoegdheden van de Secretaris-Generaal betreft ten aanzien van de besteding van het civiele budget. Ook zouden sommige bondgenoten de alliantie graag slagvaardiger willen maken door de toepassing van het consensus-beginsel te beperken tot de Navo-raad en het Militair Comité, terwijl andere landen daaraan juist op alle niveau’s willen vasthouden. Tenslotte behoeven de afspraken over de verdeling van topfuncties binnen de Internationale Staf nog nadere uitwerking. De Secretaris-Generaal streeft ernaar nog voor de zomer, d.w.z. nog voor het aantreden van zijn opvolger in augustus, overeenstemming te bereiken over deze hervormingsvoorstellen.

Verhoging van de inzetbaarheid

De Navo-raad heeft ingestemd met een verhoging van de richtgetallen voor het voortzettingsvermogen van landstrijdkrachten van 8 naar 10%. Deze verhoging zal geleidelijk en gefaseerd worden doorgevoerd waarbij rekening zal worden gehouden met de specifieke omstandigheden in de individuele lidstaten.

Defensie Planningscomité (DPC)

In het DPC werd het eindrapport goedgekeurd van de Defence Review, een samenvatting van de bevindingen uit de cyclus multilaterale landenexamens.

Uit het rapport blijkt dat de capaciteitenontwikkeling wordt begrensd door slinkende defensiebudgetten van de bondgenoten, die nog eens verder onder druk komen te staan door de economische crisis.

Ten tweede werd het implementatieplan van het vernieuwde Defensie Planningsproces (NDPP) goedgekeurd. Dit proces beoogt interne harmonisatie door het samennemen van de respectieve planningsdomeinen. Bovendien wordt verkokering voorkomen doordat het proces wordt beheerd door een interdisciplinaire taakgroep. Diverse ministers wezen in dit verband op de noodzaak tot verdieping van de EU-Navo samenwerking, ook op het terrein van capaciteitenontwikkeling.

Euro-Atlantische Partnerschapsraad (EAPR)

Tijdens de tweejaarlijkse bijeenkomst van de Navo-raad met de Partners for Peace, wees de Secretaris-Generaal op de in Straatsburg door de regeringsleiders bevestigde politieke wil van de Navo om de samenwerking met haar partners te versterken. De EAPR is daarbij een belangrijk instrument voor politieke dialoog en praktische samenwerking. Centraal thema van de Raad was de ontwikkeling door partners van inter-operabele capaciteiten. Deze worden per land weergegeven in zogenaamde Partner Doelen (Partnership Goals). Verwacht wordt dat het nieuwe Navo-Defensie Planningsproces de capaciteitsontwikkeling en interoperabiliteit op termijn verder zal stimuleren.

Nucleair Planning Group (NPG)

Tijdens de bijeenkomst van de NPG werd de Navo-raad geïnformeerd over de resultaten van de Amerikaanse Strategic Review en werd vooruitgeblikt naar de Nuclear Posture Review die later dit jaar zal plaatsvinden. De VS herhaalde daarbij het door President Obama in Praag uitgesproken streven naar een wereld zonder nucleaire wapens, maar wees er wel op dat de weg naar dit einddoel lang en complex zal zijn, ook gegeven de strategische veiligheidssituatie. Nederland is van mening dat eenzijdige ontwapeningsstappen in dit verband contraproductief kunnen zijn.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven