Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2014
In artikel II van de wet van 4 juni 2010 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994
in verband met de aanpassing van de vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogramma
(Stb. 259) is vastgelegd dat de Minister van Infrastructuur en Milieu binnen drie jaar na de
invoering van het alcoholslotprogramma een evaluatie stuurt naar de doeltreffendheid
en de effecten van de wet in de praktijk aan de Staten-Generaal. Hierbij bied ik u
deze evaluatie aan1. In verband met de rapportageverplichting binnen drie jaar en de tijd die nodig is
voor het opstellen van de rapportage beslaat de evaluatieperiode niet drie volledige
jaren, maar loopt van 1 december 2011 tot en met 31 juli 2014.
De effecten op de verkeersveiligheid van het alcoholslotprogramma kunnen nu nog niet
worden vastgesteld, aangezien er nog geen recidivecijfers beschikbaar zijn van deelnemers
aan het alcoholslotprogramma. In 2017 worden de eerste cijfers van het Wetenschappelijk
Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) verwacht over de recidive van bestuurders
die in 2012 een alcoholslot hadden. Het WODC voert een uitgebreid recidiveonderzoek
uit, waarin alle maatregelen (alcoholslotprogramma, LEMA, EMA, onderzoek naar rijgeschiktheid
en de EMG) worden meegenomen. In 2022 wordt het eindrapport hiervan opgeleverd. In
de komende jaren worden tussentijdse rapportages uitgebracht, zoals het onderzoek
Recidivemeting LEMA en EMG 2009–2010 dat u als bijlage van deze brief aantreft2. Hieruit blijkt dat het recidivebeeld van de LEMA-deelnemers en EMG-deelnemers relatief
gunstig is ten opzichte van het recidivebeeld in de vergelijkingsgroep.
Belangrijkste conclusie uit de evaluatie is dat alle betrokken instanties erin zijn
geslaagd het alcoholslotprogramma in de praktijk goed tot uitvoering te brengen. De
samenwerking tussen de uitvoerende organisaties verloopt goed. Ook de contacten met
de deelnemers en de informatievoorziening over het alcoholslotprogramma worden positief
beoordeeld. Het draagvlak onder de bevolking voor het alcoholslot is groot. Het rapport
constateert dat gesignaleerde problemen en
knelpunten adequaat worden opgepakt, zoals misbruik van het slot.
Uit de evaluatie van het alcoholslotprogramma komen enkele aandachtspunten naar voren.
Zo kan de gegevensuitwisseling tussen de uitvoerende organisatie op een enkel punt
worden verbeterd, zijn de informatiefolders over het alcoholslot niet voor iedereen
even gemakkelijk te begrijpen en is de samenloop met het strafrecht nog niet volledig
opgelost. Een deel van de deelnemers wijst op de hoge kosten en lange duur van het
programma, de invloed van niet-alcohol producten op het blaasresultaat van het alcoholslot,
storingen die worden ondervonden met het alcoholslot en het afgeleid zijn van het
verkeer bij gebruik van het alcoholslot tijdens het rijden.
De resultaten van de evaluatie zal ik betrekken bij wijzigingen van het alcoholslotprogramma
in de toekomst. Zoals ik uw Kamer heb gemeld per brief van 10 oktober jongstleden
(Kamerstuk 29 398, nr. 425) ben ik in afwachting van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State die mogelijk consequenties heeft voor de uitvoering van het alcoholslotprogramma.
In deze brief heb ik u gemeld dat onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden te
komen tot een stelsel waarbij een individuele belangenafweging kan worden gemaakt
bij de oplegging van het alcoholslotprogramma. Hierbij wordt gekeken naar mogelijkheden
zowel in het strafrecht als in het bestuursrecht.
Ik zal bij de wijzigingen van het alcoholslotprogramma ook de resultaten betrekken
van het onderzoek dat ik heb laten uitvoeren door RIKILT Wageningen UR naar de werking
van bepaalde stoffen op het alcoholslot. Uit dit onderzoek blijkt dat het alcoholslot
onder laboratoriumomstandigheden en bij hoge dosering een positieve uitslag geeft
bij diverse stoffen. Van de acht producten die nader zijn onderzocht in de praktijktest
blijkt echter dat ze helemaal geen positieve uitslag geven of binnen enkele minuten
niet meer. Dit bevestigt dat bij specifieke producten de deelnemers aan het alcoholslotprogramma
voorzichtig moeten zijn; hiervoor worden zij reeds gewaarschuwd. Ik wil nog meer stoffen
onderzoeken in een praktijktest om te kunnen uitsluiten dat zij een positieve uitslag
kunnen geven in de praktijk. Ik zal hiervoor een vervolgonderzoek laten uitvoeren,
waarvan ik de resultaten rond de zomer van 2015 verwacht.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus