Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 april 2017
Bijgaand treft u aan het RIVM rapport «Modellen referentiekader ambulancezorg»1. Dit rapport is in opdracht van VWS in 2016 opgesteld door het RIVM.»
Het Referentiekader Spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg is het model dat in
Nederland wordt gebruikt voor de spreiding van ambulancezorg. Met behulp van (reken)modellen
wordt berekend hoeveel ambulances in Nederland nodig zijn om in geval van spoed na
een melding binnen 15 minuten aanwezig te zijn. Het referentiekader wordt op macroniveau
gebruikt als hulpmiddel om het landelijk budgettair kader ambulancezorg te bepalen.
Op lokaal en regionaal niveau is het geen blauwdruk. Het is aan Regionale Ambulancevoorzieningen
en zorgverzekeraars om in overleg afspraken te maken over regionaal specifieke factoren.
Het meest actuele referentiekader is 5 oktober 2016 aan uw Kamer toegezonden (bijlage
bij Kamerstuk 29 247, nr. 225).
In bijgaand rapport heeft het RIVM een aantal mogelijke nadere modelvarianten van het referentiekader ontwikkeld en uitgewerkt.
Er is specifiek gekeken naar het rijtijden model voor de spoedeisende ambulancezorg,
dynamisch ambulancemanagement en de bezettingsgraad B-vervoer.
Verwijzend naar de demissionaire status van het kabinet bied ik u dit rapport zonder
inhoudelijke reactie mijnerzijds aan.
Ambulancezorg Nederland (AZN) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben de Minister
van VWS laten weten op dit moment de voorkeur te geven om niet verder te gaan met
zoeken naar het fijnmaziger maken van de modellen, omdat zij niet altijd recht doen
aan de soms complexe lokale en regionale praktijksituaties.
AZN en ZN geven de voorkeur aan het frequenter updaten van het huidige Referentiekader
met actuele capaciteitscijfers en het samen met zorgverzekeraars flexibiliseren van
de NZa-beleidsregels voor spreiding en beschikbaarheid, waarmee recht kan worden gedaan
aan hun beider verantwoordelijkheid om te zorgen voor optimale ambulancezorg die past
bij de lokale en regionale situaties.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn