28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2015

Op 3 juni van dit jaar heb ik in het Algemeen Overleg over de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk (Kamerstuk 31 490, nr. 184) toegezegd u na de zomer de Gedragscode Integriteit Rijk te zullen toezenden. Hierbij bied ik u die code aan1.

De code is feitelijk de geactualiseerde versie van de Modelgedragscode Integriteit sector Rijk uit 2006 (Stcrt. 2006, nr. 60). De Modelcode vormde destijds de «toetssteen» voor de ministeries en rijksdiensten bij het opstellen van hun eigen integriteitscodes.

Sinds 2006 is de samenleving veranderd, evenals het krachtenveld waarin rijksambtenaren opereren. Het werk gebeurt meer en meer tijd-, plaats- en apparaatonafhankelijk, vraagt om meer eigen initiatief en om het vaker moeten verantwoorden van de keuzes die daarbij worden gemaakt. Dergelijke ontwik-kelingen maken het noodzakelijk dat rijksambtenaren, van hoog tot laag, alert zijn en zich er bewust van blijven dat ze volstrekt integer hun werk moeten doen.

Verder waren er de afgelopen jaren incidenten, die ook in de Kamer aan de orde zijn geweest. Het ging om kwesties als het omgaan met onderzoeksinformatie, ongewenste privécontacten en uitnodigingen van externe partijen. Deze voor-vallen hebben geleid tot aanscherping en verduidelijking van de integriteits-normen en -waarden.

Voorop staat dat integriteit de kern vormt van het werken voor het Rijk. Integriteit is rechtstreeks gekoppeld aan goed ambtenaarschap en goed werkgeverschap. Daaraan verbonden zijn waarden als onafhankelijkheid, onpartijdigheid, betrouw-baarheid, zorgvuldigheid en eigen verantwoordelijkheid. Deze waarden geven richting aan het gedrag van iedereen die werkzaam is bij het Rijk. Ze vormen het uitgangspunt bij het trekken van expliciete grenzen.

Voor een aantal onderwerpen gelden de normen en regels in het bijzonder, zoals voor het aannemen van geschenken en diensten, het aanbesteden van projecten en het omgaan met informatie.

Dat rijksambtenaren integer handelen is essentieel, omdat zij een belangrijke en ingrijpende rol spelen in de samenleving. Het Rijk beschikt over bijzondere bevoegdheden die het leven van burgers beïnvloeden, zoals het verlenen van vergunningen, het controleren van voorschriften en het heffen van belastingen.

Ook heeft het Rijk de bevoegdheid om de naleving van wetten, regels en voor-schriften af te dwingen. Dat heeft als consequentie dat een niet-integere rijksoverheid leidt tot het verlies van het vertrouwen van de burger.

Het Rijk moet daarom het goede voorbeeld geven. Noblesse oblige. Doet hij dit niet, dan zullen de burgers zich minder gebonden voelen aan de spelregels voor het maatschappelijke verkeer en de daarbij horende waarden en normen.

De nieuwe Gedragscode stimuleert het bespreekbaar maken van integriteits-dilemma’s. De code biedt een basis om de dialoog tussen rijksambtenaren op alle niveaus richting te geven en grenzen duidelijk te maken. Leidinggevenden en medewerkers moeten elkaar zo nodig aanspreken op normoverschrijdend gedrag en ook weten dat het overtreden van normen en regels kan leiden tot sancties.

De Gedragscode geeft onder meer de volgende gedragsaanwijzingen en instructies aan rijksambtenaren:

  • je houdt je verre van belangenverstrengeling en vriendjespolitiek;

  • je zegt wat je doet en je doet wat je zegt;

  • je gebruikt bevoegdheden, middelen en informatie zorgvuldig;

  • je bent zorgvuldig in de omgang met anderen;

  • je bent aanspreekbaar en je legt verantwoording af;

  • je laat je niet verleiden of fêteren;

  • je blijft te allen tijde professioneel.

Deze en andere aanwijzingen worden in de Gedragscode uitgebreid toegelicht.

Bij het in de praktijk brengen van en het communiceren over de waarden en normen rondom integriteit in de rijksdienst is het document de belangrijkste bron. De code biedt een houvast waarop steeds kan worden teruggegrepen, zodat integriteit stevig is verankerd binnen de rijksdienst.

De Gedragscode is tot stand gekomen in overleg met alle relevante partijen bij het Rijk. De code geeft, als het om integriteit gaat, het rijksbrede minimum aan en bevat een aantal voorschriften. Ministeries en rijksdiensten kunnen de code overnemen of als basismodel hanteren bij het opstellen van een eigen code, die is toegespitst op het takenpakket van de organisatie en de context waarbinnen die taken worden uitgevoerd. Een organisatie mag daarbij nog striktere normen hanteren dan de normen die rijksbreed gelden. De Gedragscode vergt periodiek onderhoud: nieuwe inzichten zullen worden verwerkt zodra daar aanleiding toe bestaat.

De Gedragscode Integriteit Rijk wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven