Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 september 2018
Op 6 april jl. heb ik u per brief (Kamerstukken 28 844 en 25 268, nr. 148) laten weten dat ik op 4 april jl. een afschrift van een anonieme brief heb ontvangen,
gericht aan twee journalisten, waarin de briefschrijvers melding maken van hun zorgen
over een aantal ontwikkelingen binnen de organisatie van de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa).
Deze melding was voor mij aanleiding om de meldprocedure «integriteitschendingen en
misstanden VWS» te volgen. In dat kader heeft er in de afgelopen maanden een vooronderzoek
plaatsgevonden, uitgevoerd door onderzoeksbureau AEF. Het vooronderzoek is afgerond
en door mij beoordeeld1. In deze brief licht ik u in over de uitkomsten daarvan.
Op basis van de melding heeft AEF onderzocht of zich integriteitschendingen hebben
voorgedaan, of misstanden bestaan of hebben bestaan ten aanzien van de volgende onderwerpen:
-
– Misbruik van positie of belangenverstrengeling: mogelijke bevoordeling van persoonlijke
relaties bij aanstelling en inhuur;
-
– Lekken en misbruik van informatie: het «rondslingeren» van vertrouwelijke documenten.
-
– Gevaar voor het goed functioneren van een openbare dienst als gevolg van een onbehoorlijke
wijze van handelen of nalaten.
Op grond van de bevindingen heb ik geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor verder
onderzoek naar de melding.
Zoals ik in mijn eerdere brief al meldde voert AEF momenteel ook een reguliere evaluatie
van de NZa uit. In deze evaluatie worden naast de reguliere onderwerpen «doelmatigheid»
en «doeltreffendheid» ook de verbeterplannen HRM, Informatievoorziening/Informatiebeveiliging
en Integriteit, die zijn opgesteld naar aanleiding van de aanbevelingen van de commissie
Borstlap, meegenomen. Over de resultaten van deze evaluatie zal ik u begin 2019 informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge