28 684 Naar een veiliger samenleving

33 552 Slachtofferbeleid

Nr. 595 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2020

Het doel van het onderzoek was tweeledig. Allereerst is onderzocht in hoeverre daders van cybercriminaliteit qua profiel of profielen verschillen van daders van traditionele criminaliteit. Ten tweede is onderzocht of en zo ja, hoe die verschillen consequenties kunnen hebben voor de aard van interventies voor daders van cybercriminaliteit.

Zoals ik uw Kamer reeds heb gemeld, worden in het kader van de integrale aanpak van cybercrime meerdere wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd om de kennis te vergroten. Zo heb ik u op 28 november jl., mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, het onderzoek naar slachtofferschap van online criminaliteit aangeboden.1 Daarnaast heeft de Minister van Justitie en Veiligheid uw Kamer op 16 januari jl., mede namens mij, het onderzoek naar gedrag online gestuurd (Kamerstukken 28 684 en 33 552, nr. 593). Bij de aanbieding van deze rapporten is gemeld dat de uitkomsten van de verschillende onderzoeken naar cybercrime in samenhang worden bezien en op basis daarvan conclusies worden getrokken voor de aanpak.

Dit is het laatste rapport in deze reeks. In het voorjaar van 2020 zal ik u, samen met de Minister van Justitie en Veiligheid, informeren over de nadere beleidsplannen n.a.v. deze onderzoeken, zowel in het kader van de aanpak van cybercrime, als van jeugdcriminaliteit.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstukken 28 684 en 33 552, nr. 589

Naar boven