28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 345 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2012

Er is ons veel aan gelegen om onze ambitie agressie en geweld tegen de publieke taak te verminderen – zoals neergelegd in de brief Programma Veilige Publieke Taak 2011 tot 20151 – de komende jaren daadwerkelijk waar te maken. Ons streven is het aantal voorvallen van agressie en geweld tegen de publieke taak per sector met 25% te verminderen.

Om onze beleidsdoelen vanuit het programma mede te realiseren, is het expertisecentrum Veilige Publieke Taak opgericht, gesubsidieerd door het VPT programma. Het expertisecentrum ondersteunt de werkgevers bij het behalen van bovenstaand doel. Na 2014 dient het EVPT financieel onafhankelijk te kunnen fungeren gericht op de borging en uitvoering in de praktijk van het VPT beleid.

Er is al een flink pakket aan maatregelen opgezet. De opeenstapeling van incidenten tijdens de jaarwisseling tegen werknemers met een publieke taak, de recente berichten van agressie tegen politiemensen en de impact van de incidenten op zowel slachtoffers als onze samenleving, zijn aanleiding voor ons een scherpere focus aan te brengen in onze plannen en te komen met een verdere aanscherping. Kernpunt van ons beleid is en blijft dat agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak nooit en te nimmer wordt geaccepteerd. De publieke taak moet veilig en integer kunnen worden uitgevoerd. Het gaat immers om essentiële taken voor onze samenleving. Werknemers die deze taken uitvoeren, verdienen ieders steun. Hoewel de nodige resultaten zijn geboekt – zoals wij ook tijdens het Algemeen Overleg Veilige Publieke Taak op 22 november 2011 (Kamerstuk 28 684, nr. 332) hebben besproken – menen wij dat verscherpte maatregelen noodzakelijk zijn om onze ambitie te realiseren.

De focus in de aanpak

Om het aantal VPT-zaken met 25% per sector te verminderen, richten we ons in de komende periode enerzijds op het scherper neerzetten van de norm van acceptabel gedrag en anderzijds op het daadwerkelijk en altijd geven van een reactie naar de dader. Daarnaast achten wij het van belang dat de effecten van de aanpak beter zichtbaar worden gemaakt.

Uitdragen van de landelijke norm

In 2008 is een landelijke norm vastgesteld. Deze norm heeft «zero tolerance» als basis en geeft de professional de ruimte om zijn taak veilig uit te voeren, maakt duidelijk dat zijn aanwijzingen dienen te worden opgevolgd en dat hij zijn taak moet kunnen uitvoeren zonder ordeverstoring.

Uit de 2-meting van 20112 blijkt echter, dat in de beleving van slechts 52% van de werknemers de organisatie deze of een vergelijkbare norm heeft. Dit is onwenselijk. Daarom gaan wij in het voorjaar van 2012 de norm van onacceptabel gedrag krachtig uitdragen naar de onder ons ressorterende (uitvoerings-) organisaties.

Daarnaast ontvangen medio 2012 werkgevers met een publieke taak opnieuw de landelijke norm, met het verzoek deze uit te dragen en te handhaven. Het onder de aandacht brengen zullen we periodiek blijven herhalen en waar mogelijk ook preciezer gaan adresseren. De invulling hiervan door de werkgever is een belangrijk onderdeel van de inspecties van de Arbeidsinspectie. Ook wordt het vanuit het programma Veilige Publieke Taak meegenomen in de periodieke monitoring.

Altijd geven van reactie aan de dader

Om daadwerkelijk het aantal voorvallen van agressie en geweld te verminderen, wordt een aantal beleidsmaatregelen verder aangescherpt. Zo wordt meer focus gezet op het in de praktijk naleven van de landelijke afspraken en wordt de voortgang nauwgezet gevolgd om zo nodig te kunnen bijsturen.

In april 2010 zijn de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) voor opsporing en vervolging van VPT-zaken van kracht geworden.3 Deze afspraken worden in 2012 geëvalueerd. Hierop vooruitlopend, wordt nu al een aantal nieuwe elementen opgenomen. Zoals het doorverwijzen van jeugdigen naar het Bureau Halt en het bij recidive opleggen van gedragsinterveniërende maatregelen (niet in plaats van straffen maar als aanvullende maatregel bij straffen).

Gelet op de oververtegenwoordiging van jeugdigen bij geweld in het publieke domein4 zijn met Halt Nederland afspraken gemaakt over het – passend bij hun bevoegdheden – oppakken van VPT-zaken. Dit betreft een stevige aanpak waar ouders bij betrokken zijn. De nadruk in de aanpak ligt op het herstel van de relaties en het vergoeden van de schade. Ook wordt gestart met voorlichtingstrajecten op scholen, waarbij de norm van acceptabel gedrag en het respect voor de eigen docent aan de orde komen. Uit een behoeftepeiling bij scholen in Zuid-West Nederland en Kennemerland blijkt hier in het onderwijs grote interesse voor te bestaan.

Bij de aanpak van de daders – door middel van het uitvoeren van de 8 maatregelen voor werkgevers5 en de ELA3 – constateren wij goede voortgang bij de werkgevers, politie en openbaar ministerie. Vooral in de regio’s met een intensiveringtraject worden grote stappen gemaakt. Dat is reden om de landelijke dekking van deze trajecten naar medio 2013 te vervroegen. Ook breiden we de groep van organisaties die meedoen met deze trajecten (gemeente, politie en openbaar ministerie) uit met bureau Halt en de veiligheidshuizen.

Daders van agressie en geweld dienen altijd een reactie te krijgen. Dit jaar komt er een aangepast boekwerk «Reactiemogelijkheden werkgever». Hierin wordt aandacht besteed aan de diverse varianten van agressief/gewelddadig gedrag die al dan niet aanleiding geven tot een bestuursrechtelijk, civielrechtelijk of een strafrechtelijk vervolg binnen de VPT-aanpak. Extra aandacht gaat daarbij uit naar het schadeverhaal. De mate waarin werkgevers reageren naar daders en de schade verhalen, loopt fors uiteen. Bij schade verhaalt de werkgever dit – in de beleving van de werknemers – afhankelijk van de sector in 12% tot 60% van de gevallen op de dader.6 Dit percentage is te laag. Immers in de overige gevallen wordt de schade niet hersteld met het op de dader verhaalde geld maar met gemeenschapsgeld. Wij zijn van mening dat werkgevers hierin meer verantwoordelijkheid moeten nemen. Dit wordt in de voorlichting vanuit het programma Veilige Publieke Taak benadrukt. In overleg met het Verbond van Verzekeraars worden in eerste helft van 2012 verbeterpunten opgesteld en uitgedragen, zodat daders de door hen aangerichte schade daadwerkelijk betalen en slachtoffers vergoed krijgen waar ze recht op hebben.

Er komt extra aandacht voor sectoren waar het aantal voorvallen van agressie en geweld onvoldoende daalt of zelfs stijgt. Eerder al zijn – gelet op de stijging van agressie en geweld bij de sociale diensten – met vertegenwoordigers van DIVOSA (de vereniging van managers van sociale diensten) afspraken gemaakt over het intensiveren van de aanpak. Aansluitend op de inspanningen vanuit het programma Veilige Publieke Taak (VPT), zal het expertisecentrum VPT zorgen voor directe ondersteuning van de individuele werkgevers bij de operationele doorvertaling van de maatregelen. Tegelijkertijd werkt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een wetswijziging die de mogelijkheid om op te treden bij agressie en geweld uitbreidt.

Ook in de zorgsector is het van belang om agressie en geweld tegen medewerkers terug te dringen. Om die reden hebben de bewindspersonen van VWS samen met ons en sociale partners in de zorg het Actieplan Veilig werken in de zorg opgesteld. Dit Actieplan is onlangs naar uw Kamer gestuurd. In het Actieplan wordt onder meer ingezet op een verhoging van de aangiftebereidheid. Zo komen er regionale afspraken tussen zorgwerkgevers, de politie en het OM die het doen van aangifte door de werkgever stimuleren en versimpelen. Beschermd aangifte doen en getuigen in de zorg wordt bevorderd.

Voorkomen

Vanuit de politie is het programma versterking van de professionele weerbaarheid gestart.7 Concreet omvat het programma onder meer de volgende activiteiten:

  • Verbetering van de opleiding op het onderwerp weerbaarheid

  • Iedere agent krijgt in de komende drie jaar een weerbaarheidstraining

  • Laagdrempelige professionele opvang wanneer er toch iets misgaat

Wij verwachten dat de aanpak en producten vanuit dit programma bruikbaar zijn voor andere publieke sectoren. Daarom zal deze aanpak vanuit het programma VPT worden gevolgd en uitgedragen.

Zichtbaar maken resultaten aanpak

De zichtbaarheid van de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak wordt verbeterd. De stevige aanpak is gedurende de jaarwisseling goed zichtbaar, maar wij willen dat een dergelijke intensieve benadering het gehele jaar wordt doorgetrokken.

Daartoe ondernemen wij de volgende activiteit richting werkgevers:

– In de eerste helft van 2012 komt er een voorlichtingstraject vanuit het programma VPT richting de werkgever om de kennis over aangifte te vergroten. Een ieder, dus ook de werkgever heeft wettelijk de mogelijkheid om bij het begaan van een strafbaar feit aangifte te doen. Met het benutten van deze mogelijkheid geeft hij een krachtig signaal richting dader en werknemer. Richting dader dat agressie en geweld niet wordt getolereerd; richting werknemer dat hij achter zijn medewerker hem of haar staat. Deze mogelijkheid lijkt echter op basis van reacties uit het «veld» nog niet voldoende bekend bij veel werkgevers, danwel wordt deze onvoldoende benut.

Daartoe nemen wij de volgende maatregelen richting politie en OM:

  • De afspraak uit de ELA is dat het slachtoffer op zijn verzoek altijd vanuit politie of Openbaar Ministerie wordt geïnformeerd over het verloop van een strafzaak. Er zijn signalen dat dit niet altijd goed gebeurt. Dit kan – zeker in het geval van een sepot – voor slachtoffers zeer onbevredigend zijn. Met politie en het OM wordt gesproken over verdere verbeteringen van de informatievoorziening, zoals de uitleg over de redenen van een sepot aan slachtoffers.

  • Het OM geeft verder invulling, samen met relevante partners, aan een actief voorlichtingsbeleid op het gebied van de aanpak van geweld tegen werknemers met een publieke taak. Dit actieve communicatiebeleid wordt verder geïntensiveerd, steeds met aandacht voor de beleidsuitgangspunten.

  • Er zijn signalen dat het soms onduidelijk is welke delicten vallen onder de VPT aanpak. In voorlichting vanuit het programma VPT zal worden benadrukt dat ook lichte zaken, zoals belediging, vallen onder deze aanpak. Ook voor lichte delicten geldt het lik-op-stukbeleid en de drie keer zo hoge strafeis.

Met deze brief geven wij een krachtig signaal af dat we de aanpak om agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak te verminderen, met volle kracht voortzetten en waar nodig aanscherpen. Wij rekenen er op dat alle betrokken partijen daarin ook hun verantwoordelijkheid nemen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 28 684 nr. 325.

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 28 684, nr. 327.

X Noot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 28 684 nr. 267.

X Noot
4

Wat hebben geweldplegers gemeen? Een typologie van plegers van geweld tegen de publieke taak en van publiek geweld (2010), Verwey-Jonker Instituut, Utrecht.

X Noot
5

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 28 684, nr. 321.

X Noot
6

Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak: Onderzoeksrapport 2-meting: 2007-2009-2011. (2012), DSP-groep, Amsterdam.

X Noot
7

Dit programma is besproken tijdens het Algemeen Overleg Weerbaarheid Politie d.d. 21 december 2012 (Kamerstuk 29 628, nr. 290).

Naar boven