28 676 NAVO

Nr. 333 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2020

Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda ten behoeve van de bijeenkomst van NAVO-Ministers van Defensie op 12 en 13 februari a.s. te Brussel.

De bijeenkomst is de eerste ministeriële vergadering na de bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders van het bondgenootschap in Londen op 3 en 4 december 2019 (Kamerstuk 28 676, nr. 331). De Ministers spreken in Brussel over de NAVO-missies en operaties, met bijzondere aandacht voor de missies in Afghanistan en Irak. Een werkdiner over Europese en trans-Atlantische veiligheid in aanwezigheid van Finland en Zweden vormt tevens de eerste officiële kennismaking met de nieuwe EU Hoge Vertegenwoordiger. Ter afsluiting spreken de Ministers over de afschrikking door en verdediging van de NAVO. Ook is er een informele bijeenkomst met de Oekraïense Minister van Defensie.

NAVO-missies en operaties

Tegen de achtergrond van de recente ontwikkelingen in Irak spreken de Ministers over de NAVO-missie in Irak (NMI). Nederland draagt hieraan bij met een diplomaat, drie civiele experts en twee militairen. Zoals bekend (Kamerstuk 27 925, nr. 692) heeft de commandant van de NAVO-missie de activiteiten tijdelijk opgeschort en worden alle nodige maatregelen genomen voor de veiligheid van het NAVO-personeel. Op dit moment heeft de NAVO nog geen besluit genomen over een hervatting van de activiteiten. De commandant van de anti-ISIS coalitie heeft, op basis van een zorgvuldige weging van de actuele veiligheidssituatie inzake coalitietroepen in Irak, besloten dat de trainingsactiviteiten van de coalitie in Irak weer hervat kunnen worden (Kamerstuk 27 925, nr. 693).

De Nederlandse inzet in de regio richt zich op de-escalatie. Het is van groot belang dat de kalmte wordt bewaard. Voorkomen moet worden dat een nieuwe crisis ten koste gaat van de resultaten die zijn geboekt in de strijd tegen ISIS. Deze strijd is immers nog niet beslecht. Dit is besproken tijdens de hoogambtelijke bijeenkomst van de small group van de anti-ISIS coalitie voor de Ministeries van Buitenlandse Zaken in Kopenhagen op 29 januari en zal ook centraal staan bij de soortgelijke bijeenkomst voor de Ministeries van Defensie in Washington, DC. op 31 januari. De Ministers zullen in Brussel stilstaan bij de situatie in Irak, de strijd tegen ISIS en de rol van de NAVO in Irak. Voor Nederland is belangrijk dat een eventuele aanvullende of gewijzigde rol van de NAVO in Irak in nauwe samenwerking met de anti-ISIS coalitie en met Irak zal worden bekeken.

De politieke ontwikkelingen in Afghanistan, waaronder de onderhandelingen tussen de Verenigde Staten en de Taliban en de uitslag van de verkiezingen, zullen onderwerp van gesprek zijn. Op 7 december jl. zijn de gesprekken tussen de VS en de Taliban hervat. Deze lopen nog en het is op dit moment nog niet duidelijk of en wanneer de gesprekken worden afgerond. Het Nederlandse standpunt blijft dat een inclusief, intra-Afghaans vredesproces dat wordt gesteund door de regio, de grootste kans op een duurzame vrede biedt. Nederland zal benadrukken dat voortzetting van internationale betrokkenheid bij Afghanistan cruciaal blijft om de partijen in staat te stellen om het politieke proces verder te brengen. Nederland zal de bondgenoten dan ook oproepen tot blijvende betrokkenheid.

Europese en trans-Atlantische veiligheid

Het werkdiner met de Ministers van Defensie van Finland en Zweden is de eerste ministeriële NAVO-vergadering waarbij de nieuwe EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell aanwezig is. Het gesprek zal gaan over Europese en trans-Atlantische veiligheid en de dreigingen en uitdagingen voor de gezamenlijke veiligheid. Nederland ziet dit diner als een goede gelegenheid om de EU-NAVO relaties te bevorderen. Het diner kan bijdragen aan de discussie over hoe de Europese veiligheids- en defensiesamenwerking en de NAVO elkaar optimaal kunnen aanvullen en versterken. Het diner zal daarnaast ook een goede mogelijkheid zijn om te spreken over militaire mobiliteit, mede in het licht van de discussie over enablement die op de agenda staat van de werksessie over afschrikking en verdediging.

Afschrikking en verdediging

De nadruk in de sessie over afschrikking en verdediging zal liggen bij de Enablement of SACEUR’s Area of Responsibility. Enablement is een essentiële component van afschrikking en verdediging en vergt een «whole of government»-benadering. Het behelst het vermogen om NAVO-eenheden ongehinderd te kunnen verplaatsen naar, van en door het gebied dat onder SACEURs verantwoordelijkheid valt, en het zekerstellen van het voortzettingsvermogen van NAVO-eenheden in dat gebied. Enablement omvat een geheel aan maatregelen, onder meer op het gebied van wet- en regelgeving, capaciteiten zoals command and control, infrastructuur, logistieke ondersteuning en transport. Er bestaat hier een duidelijk verband met militaire mobiliteit, hoewel enablement een breder spectrum behelst. De Ministers spreken over de stand van zaken, waaronder de voortgang op eerder gestelde doelen. De enablement van de snelle reactiemacht VJTF is per december 2019 gerealiseerd. Thans wordt gewerkt aan de enablement van de gehele NATO Response Force (NRF) voor eind 2021. Omdat dit een groter verband betreft, zal dit meer werk vergen. De NAVO zal benadrukken dat enablement van de NRF voor de bondgenoten ook afstemming met civiele autoriteiten zal betekenen.

Om deze ontwikkelingen kracht bij te zetten oefenen bondgenoten in NAVO-kader en daarbuiten de komende jaren vaker en op grotere schaal in Europa. De Amerikaanse oefening Defender20 komend voorjaar zal naar verwachting lessen opleveren voor het verbeteren van enablement. Nederland heeft bij deze grote verplaatsing een aantoonbare rol als transitland door het bieden van host nation support.

Naar verwachting staan de Ministers ook stil bij de veiligheidssituatie die is ontstaan door de Russische productie en introductie van het SSC-8 grondgelanceerde kruisvluchtwapen, wat heeft geleid tot de teloorgang van het INF-verdrag. Binnen de NAVO wordt verder gesproken over hoe het bondgenootschap op een verantwoorde en proportionele wijze moet reageren om de bondgenootschappelijke veiligheid blijvend te kunnen garanderen in deze nieuwe werkelijkheid. Nederland levert een actieve bijdrage aan deze gesprekken. Wat Nederland betreft dient de NAVO-reactie gebalanceerd, proportioneel en defensief te zijn, de combinatie van druk met dialoog te handhaven en niet een destabiliserende wapenwedloop te voeden. Dit onderwerp zal bij de ministeriële bijeenkomst in juni uitgebreider aan de orde komen.1

Bijeenkomst met de Minister van Defensie van Oekraïne

Tijdens een informele bijeenkomst op uitnodiging van Canada spreken de bondgenoten met de Minister van Defensie van Oekraïne over de veiligheidssituatie in het Oosten van Oekraïne en op de Zwarte Zee en over de hervormingen van de Oekraïense krijgsmacht. Het gesprek zal met name gaan over de voortgang van de implementatie van de defensiehervormingen en het Comprehensive Assistance Package. Dit assistentiepakket omvat een breed hervormingsprogramma dat Oekraïne beter in staat stelt voor de eigen veiligheid te zorgen. Ondanks de ambitieuze hervormingsagenda en de aanzienlijke vooruitgang die President Zelensky gedurende zijn nog korte presidentschap heeft bereikt, heeft Oekraïne nog een lange weg te gaan in de modernisering van de veiligheidssector, bij het tegengaan van corruptie en het versterken van de democratische instituties en de rechtsstaat. Nederland draagt hier financieel aan bij via NAVO Trustfunds.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Zie ook het verslag van de bijeenkomst van NAVO-Ministers van Defensie op 26 en 27 juni 2019 te Brussel (Kamerstuk 28 676, nr. 321).

Naar boven