27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 693 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2020

In de brief van 6 januari jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 692) is de Kamer geïnformeerd over het feit dat, vanwege de verslechterde veiligheidssituatie in Irak, de commandant van de anti-ISIS-coalitie (CJTF-OIR) in Bagdad op 4 januari heeft besloten om alle trainingsactiviteiten aan Iraaks veiligheidspersoneel in Irak tot nader order stil te leggen. Dientengevolge werden de Nederlandse trainingsactiviteiten stilgelegd en verbleven de Nederlandse militairen tot nader order in Noord-Irak en Bagdad.

Het betrof hier een maatregel met een tijdelijk karakter, met als doel de reguliere activiteiten in Irak te hervatten wanneer dit weer mogelijk is. ISIS is immers nog niet verslagen. De commandant van de anti-ISIS coalitie in Bagdad staat hierover dagelijks in contact met onder andere de Iraakse autoriteiten.

Op dit moment kunnen wij u melden dat de commandant van de anti-ISIS-coalitie, op basis van een zorgvuldige weging van de actuele veiligheidssituatie inzake de Coalitietroepen in Irak, heeft besloten dat de trainingsactiviteiten van de Coalitie in Irak weer hervat kunnen worden. Dit betekent dat ook de Nederlandse trainingsactiviteiten in Noord-Irak en Bagdad zo spoedig mogelijk weer zullen worden hervat.

Op dit moment is door de NAVO nog geen besluit genomen over de hervatting van de activiteiten van de NAVO missie in Irak (NMI).

Het kabinet houdt de situatie zoals altijd nauwgezet in de gaten. Hierbij is de inschatting van de commandant van de anti-ISIS coalitie in Bagdad leidend.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven